was gevonden, en op dien tyd in geen Kabinetten, dan in
dat van de Koninglyke Sociëteit te Londen, by S ch jlo s ser
en den Heer B o d d a e r t te vinden was. Ik hoop by gelegenheid
van die aftekeningen gebruik te raaaken ; en ik
geloof, dat dit myn befchreevene, en dezen Salinus, mo-
gelyk de kleinfte zyn , die tot heden toe onder het geflacht
der Kreeften o f Krabben bekend zyn.
T W E E D E W A A R N E E M I N G .
VAN EEN
O O S T - I N D I S C H E
Z E E - K R A B B E .
Onder de verfcheidenheid van Oost- en West - Indifche
Krabben , die ik in myne Verzameling bezitte , vond
ik deze onder de byzondere geen van de minfte te wezen.
Plaat XVIII. fig. 2. ziet men hem in zyn natuurlyke grootte
; het is my uit de Oost-Indien aangebragt, en , zo veel
ik heb kunnen nagaan , door niemand befchreeven. In de
verdeeling van de foorten der Krabben , is ook deeze een
van die , welke den Heer H outt u i n noemt in zyne
Natuurl. Hißor. 13. fluk , bladz. 347. Krabben met het Rug-
Jchild van boven gedoomd : Onder deeze foort brengt dien
Heer ook die, welke de Heer R umphius in zyne Anb.
Rantcitkamer, pag. 15, 16. Pt. 8. num. 1 tot 4. brengt onder
den naam van Cancer Spinofus, welke naam door den
Heer R umphius aan deeze Krabben zeer eigenaartig is
gegeeven , dewyl ze veel gelykenis naar de Spinnen hebben.
m m
fcen. Onder dit foort zou men in den eerften opflag deeze
Krabbe moeten plaatfen , alzo over het geheel genomen ,
de gedaante met die Krabben van R u m ph iu s , vooral met
N°. i en 4. van PI. 8. gelyk ftaan ; maar naauwkeurig bezien
, behoort deeze onder dit foort niet, om reden , dat
men ftraks zal gewaar worden , dat zyn dekfchaal niet gedoomd
is , het geen het juiste van het kenmerk uitmaakt.
Maar zo is het ook gelegen met een voorgaande foort van
den Heer H o u t t u i n , zynde Krabben met het Rugjchild
effen , en op zyde niet ingefneden■ Van dit foort kan men ’er
op Th 104.. van den Heer Houttuin in zyn 12 .fluk hier
voren genoemd , verfcheiden afgebeeld zien ; maar deeze
en andere van die foort, welke ik in myne Verzameling
heb, kunnen in haare gedaante niet getyk gebragt worden
met deeze Oost-Indifche Krabbe ; men hoeft daar toe geen
Natuurkenner te zyn , een onkundig oog kan het by het
eerfte aanzien gewaar worden. Noch geeft de Heer H o u t t
u in een foort op : Krabben met het Rugfchild van boven
ruig of jlekelig : onder welk loort hy dan ook befchryft de
Araneus ( Spinnekop - Krabbe ) , door welke ik geloof dat die
Krabbe bedoeld word , die men hier op onze Zeeuwfche
Stranden en Stroomen vind , die zeer veel gelykenis heeft
naar deeze Oost - Indijche : het eenig onderfcheid i s , dat
het Rugfchild van de Spinnekob ruig , en die van de Oost-
Indtfche. glad is. Onder deeze foort brengt voornoemde
Heer ook nog twee Krabbetjes , een onder den naam van
Guphaus (vezelige) , en de andere onder den naam van
Pundtatus (geftippelde), beiden afgebeeld by R u m p h iu s ,
PI. 10. C. D. en befchreven pag. 27. Van de eerfte merkt
de Heer H o u t t u in zeer wel aan , dat in R u m p h . Figuur
geen de minfte ruigte vertoond word , en dus brengt den
Heer H o u t t u in , volgens deeze Plaat onder dit foort een
T 3 Krabm
a * llÉftl