N A T U U R K U N D I G E
lill 111 1 1 l i l
II i i
van een aüerwyst Opperwezen begrypen zullen. My dagt
zou dit Dier , uit de gedaante en buigzaamheid van deze
laatfte deden , niet wel tot beide de Kunnen behooren ?
Het kan zyn , dat’er eenige gemeenfchap door de fyne vaten
met bet vafte lichaam is , maar ik betuig , het niet te
hebben kunnen ontdekken , anders zoude ik tot dat gevoelen
wel hebben durven overgaan ; doch nu bepaal ik niets,
en laat het oordeel aan myne Lezeren.
Het vafte Lichaam , ’t geen men in het midden onder
’t doorzichtige wapentje ziet, is nagenoeg eirond, en bevat
niets aanmerkelyks; alleen ziet men aan de voorzyde by h-
een puntje als een Tepel; het gebruik daarvan is my onbekend.
Aan dit kleine lichaam ziet men zes Pooten, o f
Zwemvoeten , welke , naar evenredigheid van het geheele-
geftel van het Dier , zeer zwaar en zonderling zyn. Het
eerfte paar ƒ, /. beftaat uit vier leden , loopt van onderen*
fiomp toe : op het tweede gelid van( ieder Poot ziet men
een haak by h k. die binnenwaarts gekeerd ftaat; het tweede
paar Pooten verdeeld zich op de eerfte leden in twee
deden , dus men het als vier Pooten zou kunnen aanmer-
ken , welke van haar fcheiding ieder in vier leden beftaat;
op vier dezer leden ziet men aan ieder Poot vier haken geplaatst,
waar van twee binnen- en twee buitenwaarts gekeerd
ftaan , by ƒ. /.: Voorts verdeden de twee agterfte
Pooten zich mede in tweëen, waarvan de gefcheidene Pooten
zich in d f e deden naar onderen verdeden ; doch deze
zyn ongewapent zonder haken : alle deze Pooten zyn
met zeer lang borftelig Hair verfiert. Dit Dier was,
door zyn vlugge beweeging zeer moeilyk in het tekenen-;
ik bragt "er byna een dag aan door : de kleur van het vafte
Lichaam en der Pooten was ligt geel. Dus meen ik myne
Lezeren een wonderbaar Schepfel bekend gemaakt te
hebben^, het welk een ander Dier ten voedfel verftrckte ;
en
6?
en een Dier , het welk buitengewoon zonderling is in zyrj
ganfche geftel. Te regt mag ik dan hier zeggen : Eminet
in minimus, maximus ipfe Deus.
V I E R D E W A A R N E E M I N G
V A N E EN
Z E E - K W A L ,
C M E D U S A M A R I N A . )
In myn vorige VIL Stukje, bl. 56. heb ik den rang en ge-
flagt bekend gemaakt van de Medufa; thans gaa ik de
herhaling daarvan voorby. Dit Zee - Kwalletje is zeer door-
zigtig, byzonder klein en teder : men vind het zeer veel
in de maanden Juny en July. In het midden van dit Diertje
ziet men aan de agterzyde als een knopje , het welk de
oorfprong van alle de kleine vaten fchynt te zyn , die men
’er in ziet by fig. 4. en daar het zich in een cirkel gedaante
vertoont, even o f alles uit een vast lichaam beftond; doch
fig. 5; toont zulks anders, verdeeld zich daar tot aan het
knopje , waar door men het eenigfins by a. te zien krygt:
de fynheid der vaten zou niet onvoeglyk aan dit Kwalletje
den naam van Nier-Kwal toeëigenen. De beweeging i s ,
dat de rand van het geleiagtige naar binnen zich te zamen
trekt : iets ten prooi gevangen hebbende, opend zich een
klein mondje by b. , en gaat door het voornoemde knopje
in, De kleur is door zyn verbazende kleinte , maar even
zichtbaar , zeer ligt blaauw , en het mondje en knopje
bruinachtig. Het is getekend den 30. Juny 1768.
VYFDEf