1SK?
56 N A T U U R K U N D I G E
T W E E D E W A A R N E E M I N G
VAN 'EEN
Z E S H O E K I G E BERGE.
E\it zonderlinge Schepfel behoord mede tot de hiervoor
genoemde ClaJJis en Rang van L innalus , en is in
de io. en 12. Ed. het 297. geflacht, onder den naam van
Medufa , Z ee - K wal , waar van het kenmerk is , Corpus
gelaiinofum lavs, het ly f glad en flymerig. üÉ---- Wel is
waar, dat ik hier de algemeene geflacht- naam Medufa o?
Zee-kwal onder het oog houde , echter ziet men reeds
aan den naam van Beroë , dat ik een onderfcheiding maak
met de Heeren B r o own e , B aster en G rönov i u s ,
in zyn Bei. Helvet, pag. 38. tab. IV. fig. 7. anders in het
III. Deel der Uitgezogte Verhandelingen, bladz. 467. Pk 26.
fig. 7. daar dien Heer de kenmerken der Beroë aldus opgeeft
: „ Het lichaam is doorfchynend, gdeyagtig, imr ge-
„ vin de ribben , die nederwaarts loopen , in verd eiingen onder-
„ fcheiden, en fomtyds ook vooizien van Sprieten.• Uit deze
beichryving zullen myne Lezeren in ’t vervolg zien , dat
die juist met myne nieuw - ontdekte Beroë overeenkomt.
Fig. 3. ziet men hem in zyn natuurlyke groote afgebeeld ,
hy is door zyne doorfchynendheid maar even voor het
bloote oog zigtbaar. Fig. 4. ziet men hem zeer aanmer-
kelyk vergroot; in het midden by a. ziet men het Lichaam,
dat in zyn midden een Eironde gedaante heeft , dat naar
zyn boveneinde fleelswyze oploopt, en eindigt by b. in
de gedaante van een Waaijer , welke hem dient als eert
Roer aan een Schip, doorfnydende daar mede het water,
waar door hy zich naar alle zyden zyner begeerte wend.
In
V E R - L U 5T 1G I N O E N - * 7
In deze Eironde gedaante van het Lichaam ziet men een
ander Lichaam, dat zich uitftrekt by e, tot verre beneden
het geheele ftelfekvan het Dier, Het bruinagtig deel by d.
dat zich: naby. het boven-einde van de Eironde gedaante
laat zien , en zich daar met een nauwlyks zigtbaare fpjeet
opent ten; gebruike van zyn voedfel, is een ondoovzigU
baarder deel , en noch meer ondoorzigtbaar is dat ge,
deelte by daar het zyn begin neemt, en my voorkomt
een lange buk te zyn , welke hem voor een Maag fchync
te dienen, want hy iets ten prooi magtig geworden zynde,
ziet men het in die Koker zakken , welke naar zyn onder,
einde byna niets meer doorfchynend is. Deze Mond en
Buis is over zyn geheelen omtrek als de randen der Slaki
ken, met een onregelmatig , als geley of flymagtig lichaam,
voorzien : noch heeft deze Eivormige gedaante geen einde
, maar men ziet by F - F. twee rolronde lichaamen plat
tegen de Eivormige gedaante aangeplaatst, van welke Eivormige
gedaante van het lichaam , zo onder als boven ,
aan wederzyden een Vlies uitfpreide , dat aan beide zyden
agter om zyn rolronde gedaante een halve cirkel maakte ,
en zich daar van daan buitenwaarts een driehoek formeerde,
aan welkers hoeken men mede zo een rolrond lichaam
ziet , by g. g. g. g. g. g, ; dus het Dier over zyn geheel
een zeshoek uitmaakt, en heeft agt rolronde lichaamen ,
die aan haar buitenkant eenigzins cirkeiwyze z y n , en be-
ftaan ieder rolrond uit 13 o f 14 geleeden, zo veel als ik ze
heb kunnen nagaan, en ieder gelid is over zyn geheel met
zeer kleine , doch de rand met grooter hairtjes voorzien,
welke de Heeren B a s t e r en Q ro no v i u s aan hunne
Beroé ook zagen, en door G ro no v i u s als een kenmerk
word opgegeeven; deze hairtjes waren niet recht,
maar naar boven krom omgebogen , en wanneer ik het
Dier onderzogt, altyd in beweeging. Het Vlies , waar
mede