120 N A T U U R K U N D I G E
dienende om zyn voedfel in het gekleurde lichaam te brengen.
De bovenfte rand , zeg ik , vertoonde zig vierkant,
vooral, wanneer hy op roof uitging ; dan , eenig voedfel
gevangen hebbende , maakte hy die twee hoeken dd. tegen
den anderen plat, waar door de buis geformeert wierd.
Voorts ziet men op ieder hoek eenen Arm geplaatst, die
aan haare inplantingen zig vry zwaar en knotsagtig vertoo-
nen: zy hebben een middelbaare lengte volgens myn laat-
fte op Plaat XIII. en myn vorige op Plaat XI. Ik heb
van deze Beroë onder alle myne vorige niet meer dan. twee
gevonden , zo dat hy zeer zeldzaam is. Ik vistte hem.
den 28, July 1768»
T W E E D E W A A R N E E M 1N&
VAN EEN
Z E E - S L A K ( D O R. I Sy
Daar is geen Waarneemer , met het Microscoop , of hy
zal moeten toeftemmen, dat, buiten al de vereifchtens-
en moeiten , die tot het waarneemen behooren, zeer veel
geduld noodig. is ; evenwel word het gaarne en met vep-
maak gedaan ; maar ik betuig , (en ik heb het mynen by-
zonderen overleeden Vriend , den geleerden Heer Job;
B aster , mede horen doen,) dat als myn Waarneeming
geëindigd i s , en de kenmerken van het waargenomene my
klaar voorkomen , my het dan, altyd lastig valt, en ook
veel tyd kost , om het waargenomene , zo na doenlyk is ,
onder een gedacht te plaatfen. Ik merk wel , dat ’er en-
kele Natuurkenners zyn , die zig niet alleen niet willen
bemoeijen met de Gedachten, maar in hunne openbaare
Werken als den fpot daar meede dry ven. Dan ik laat dat
voor dezulken, en ik denk met de meeste Geleerden , dat
men verftandig handeld , als men de gefchapene Wezens
naar
naar zekere orde regelt, die best met hunne gedaanten
overeenkomen.
Ik heb my dan wederom de moeite gegeeven, om dee-
ze , voor zo ver my bekend is , nog onbekende Zee-Stak
onder een gedacht te plaatfen. Hy behoord onder de zesde
Clasds van Linnieus , en daar in tot den tweeden Rang
der Slakken , Mollufcce genaamd , waar van de geleerden
Heer Houttuin de kenmerken dus opgeeft: Compojita
tentaculis Jive brachiis inflrucïa. Het lichaam zamengepeld en
met Sprieten of Armen voorzien. Verder behoord hy tot het
284^ Gedacht , bekend onder den Haam van Zee-Slak,
Doris , zynde de kenmerken lentacula duo: Anus fupra po-
Jfica. Twee Hoorntjes , en het Aarsgat boven aan het agterend.
Onder dit Gedacht, zeg ik , heb ik dezen Slak geplaatst 1
en hem de gedacht - naam tot een eigentlyk naamwoord gegeeven.
Men zal my mogelyk toevoegen , dat de hier boven
genoemde kenmerken „ zo van den rang als gedacht,
niet veel voldoen aan de oppervlakkige grootte van deeze
Zee - Slak , by fig. 2. in zyn uatuurlyke grootte, en by
fig. 3. vergrootend afgebeeld. Ik flem dit toe: dan, de
foort-kenmerken van den Heer Houttui n zullen my
hiertoe te (lade komen, en beter tot de vergelyking dienen.
Gemelden Heere beeld ze dus af: — „ Het ly f is krui-
„ pende, langwerpig, van onderen vlak: de Bek hebben
,, zy van voren onder aan : het Aarsgat van agteren, met
„ hairtjes aan de bovenkant bezet: twee Hoorntjes o f Voe-
„ Iers boven aan het lichaam , van voren in gaatjes , waar
„ in zy kunnen ingetrokken worden,”
Met
Ik heb in myn achtfte Stukje op bladz. 61. een d‘en naam van Zee - Slak, Moluska Marina ; ik vond die SSlatakk nbaeafrc hgreedvaeann oonn-
dheert znoaeaks ta aten kgoemene nk eonnmdeerrk dene vToiltdboyse nodfe Z, eeev-Henawaes;l fdcahne eikn hheyb mopy doipe dkieennm teyrd
oknend enro dgi tn gadeelhr cohntd vearnzo deken g zedo aeavne,n e bn eefcinhdreeleyvke ne eZne be-eSflluaikt gtee npolmaaetnfe,n o.m hei» O *