
pinensis homagio sancita MDCCXLII. (Door het eerbetoon van
het Agrippijnsche Keulen gehuldigd in 1742.)
730. Benesse no 8483184. Gelauwerd borstbeeld. Carolus VII
d. g rex romanorum, (Roomsch koning.) Kz. Een getorende vrouw
het schild van Frankfort vasthoudende, offert bij een altaar waarop
gegrift: Vota reip(ublicae) f(rancofurti). (Geloften van de vrijstad
Frankfort. Omschrift: Exoptata electio. (De gewenschte verkiezing)
In de afsnede: Francof(urti) d(ie) 24 Jan■ 1742. Goud en Zilver.
731. Dezelfde strooipenning in zilver. Benesse no. 8485 met
Vz. romanor en onderaan S. Kz. als no. 730.
Krooning van Keizer Karel YII te Frankfort
op 12 Februari 1742.
(Benesse no. 8482.) Gelauwerd hoofd. Carolus d. g. rom. imp.
semp. aug. Kz. Hoofd met diadeem. Maria Amalia d. g. roman,
aug. cor(pnata). Geteekend A{dam) B(udolf) W(erner) Stempelsnijder
in Stutgart (1742—1784.) Zilver.
^ -7 3 3 . 1742 12 Februari. (Verv no. 164 plaat XVIII blz. 157-158.)
Op de krooning van Keizer Karel VII te Frankfort. Gesneden door
V(estner). Met Felicitas imperii renascens. (Het herboren wordende
geluk van het keizerrijk) Benesse no. 8478.
734. Als boven. (Benesse no. 8479.) Gelauwerd borstbeeld.
Carolus V II d. g. rom. imp. semp. aug. Kz. De Keizer op den
troon met scepter en globe. Voor hem eene vrouw (Begeren) geleid
door eene andere (Qostenryk) met de dubbele arend op de
borst. Omschrift: Fides civiwm coronae imp(erialis) splendor. (De
trouw der burgers de luister der keizerlijke kroon.) Coronatus d(ie)
12 fe l. 1742. (Gekroond den 12 Febr. 1742.) Brons. Bij de
Boye no. 2789 Z. ƒ 2.50.
_-735. Als boven. (Benesse no. 8480.) Twee borstbeelden: Carolus
V il d. g. rom. imp. s(emper) a(ugustus). Maria Amalia d. g.
rom. aug(usta) coronata. Daaronder P(eter) P(aul) W(erner) te Neurenberg
geb. 1689 en overleden aldaar in 1771. Keerzijde. De Keizer
en Keizerin bij een altaar en een gevleugelde genius, In de afsnede
: Coronatus d (ie) 12 Fébr. 1742.
736- Als boven. (Benesse no. 8481.) Twee borstbeelden. Vest-
ner f(ecit). Carolus ‘V il d. g. rom, imp. s(emper) a(ugustus). Maria
Amalia d. g. rom aug. Kz. Voetstuk met keizerlijke sieraden;
staande vrouw met de wapenschilden des Keizers en eene vrouw
met een hoorn van overvloed. Dignissima majestatis et gratiae or-
namenta. (De waardigste sieraden der majesteit en der bevalligheid)
In de afsnede: Coronatus X I I fe l. MDCCXLH.
^7 3 7 . 1742. (Verv. no. 166 plaat XVIH blz. 159.) Strooipenning
in de Oostenrijksche Nederlanden na de troonsbeklimming')
van Maria Theresia. (Méd. de Marie Thérèse met jaarschrift
MDCLLVVVVVVVIHIIII het jaartal 1742 aanwijzende. Bij P io t
Coins no. 676 (Bevers) groot 34 Mm. onder CCVIII Avènement de
Marie Thérèse (1144) lees 1142.
_-738. 1742. (Verv. no. 167 plaat XVIII blz. 159-160.) Op de
oorlogstoerustingen en de deswegen ingevoerde belastingen in
Nederland. Gesneden door M. Hóltzhey, Cat. M. en J. G.Holtz-
hey blz. 24 (28).
,— 739. Op hetzelfde onderwerp. (Verv. no. 168 plaat XVIH blz.
160-161.) Gesneden door N■ van Swinderen.
---740. 1742. (Vervolg no. 169 plaat XIX blz. 162-163.) Op de
aanstelling van den baron Gustaaf Willem von Imhof, als
Gouverneur-Generaal van Nederlands Oost-Indie- Gesneden door
M. Hóltzhey. Cat. M. en J. G. Hóltzhey blz. 26 no. 29, K ö h l e r ,
Mümzlel Th. XV S. 217-224, Ahnen tafel S. 224. 1 2)
—-741. 1742. (Vervolg no. 170 plaat XVIII blz. 163-164.) Op het
vertrek van dien Gouverneur-Generaal naar Nederlands Oostindien.
1) Bij Welzl de Wellenheim (II1) vindt men de penningen op de krooning
in 1741 in Hongarije, als volgt: no. 7849. (Door Donner.) Z. 2 Loth,
gr. 20. Vz. Borstbeeld. Kz. Apostolici regni honorificentia. De koningin
te paard. (Méd. de Marie Thérèse p. 30 no. 23.) No. 7850. Als boven
door Widemann. Dezelfde voorstelling, gr. 18. Tin. No. 7851. Dezelfde
gr. 15. no. 7852, groot 9. Vz. Opschrift. Kz. Justitia et Clementina
(Méd. de M. Thérèse p. 28 no. 22,) no. 7853. Hartvormig draag-
teeken met Vivat Maria Theresia Confraternitas en Hungariae
et Boh. rex nostra vita et nex(us). Kz. Jvstitia et Clementia. Gr. 10
Z. Vsj Loth.
2) Salm no. 2431 heeft Verv. no. 169 van parelmoer; heeft gediend
als deksel op een snuifdoos van groote waarde door den baron von
Imhoff aan een zijner vrienden vereerd. Voorzijde van no. 169. Bij
v. Cleeff no. 2801, afslag in carton, gezet in ivoren rand f 2,25.