
Leeraar te . . , ? in Nederland ? ? Bij de Vries (1854) no. 2125.
Brons.
692. 1740. Als boven van Daniel de Superville, directeur van
de Akademie te Berlijn. Bij de Vries (1854) no. 2126. Tin. Vergelijk
Vervolg VI blz. 13
693- 1740 24 Jan.-24 Novb. Invent. ’s Bosch blz. 1692 ƒ1588-
1 s t Dicendum (te lezen) 9 Jan. 1740—5 Julij 1741.
694. 1740- Looden penning, gegoten, groot 24. Van Orden pl.
XVIII (6) blz. 85. Vs. Voor / den armen / 5! st. (zestehali). Kz.
Te / Botterdam / 1740 ')
1741.
695 1741 13 Maart. (Verv. no. 157 Plaat XVII blz. 152-153)
Op de geboorte van den Aarts-hertog Joseph. Gesneden door Peter
Paul Werner, Stempelsnijder te Neurenberg, geb. 1689 en aldaar
in 1771 overleden, medailles de Marie Thérèse p, 23 no. 18.
Wélzl de Wellenheim no. 7846/47.
696. Als boven, gesneden door Donner. Vz. Borstbeeld der
moeder. Kz. Joseph in hongaarsch costuum tusschen twee allegorische
figuren In matre utramque sequor (Beide volg ik in de
moeder.) Welzl no. 7848.
697. 1741. (Verv. no. 158 plaat XVII blz. 153-154.) Op den
Watervloed Gesneden door N. van Swinderen.
Vroedschapspenningen van ’s Hertogenbosch.
698. Inventaris blz. 1702 Penningen 13 Julij-30 Decb. 1741
ƒ 811- 14-8, mitsgaders voor het onderhoud van de persen en
stempels.
699. Inventaris blz. 1705, Betaald 15 Julij 1741 tot 31 Aug.
1742 ƒ503 - 6 - 8.
700. Op het leggen van den steenweg van ’s Hertogenbosch
naar Eindhoven. (Vervolg no 159 plaat XVII blz. 154.) Deze heeft
(niet vermeld in het Vervolg) op den voorgrond Kz. in den linker’)
Op een bord van Delftsch aardewerk waarop is afgebeeld een
duif zittende op een ham, ziet men de letters T D V (Teewes Duyvis en
A S H Aaltje Spekham gehuwd Aug. 1740. Cat. Tent. Zaandam 1874.
(Inzender T. Duyvis Jz. te Koog aan de Zaan.)
hoek I. C. M(armé) Stempelsnijder te Kleef (1735-1757) (1757-1763)
aan de Munt te Utrecht en 1763-1780 of welligt later weder te
Kleef. Dit is de enkele penning, bij Palier no. 56, Jhr. Snoeck no.
58, doch aldaar omgekeerd, beschreven.
701. Als boven De dubbele penning. (Vervolg no 160 pl. XVIII
blz. 154) anders om = Palier en Jhr. Snoeck beschreven, v. Orden
pl- XXI no. 30, Palier no 53, Jhr, Snoeck no. 55. (Met twee
scheepjes, vyf hooibergen en een grasmaaijer.)
702. Vz. als no. 701, doch met slechts één scheepje. Kz als
no. 701. v. Orden pl. XX no. 22, Palier no. 54 (er staat 51) met
de aanteekening: De teekening en gravure van dezen penning
heeft weinig kunstwaarde. (De Mercurius, onder anderen, is verbazend
leelijk)
703. Vz. als no. 701, doch Silva ducis op een geplooiden wimpel
en met grootere letters. Kz. als no. 701, doch voor S C. jn
de afsnede een * Bij van Orden pl XX no. 20, Palier no. 55.
Blijkbaar door Marmé of in diens trant gesneden. Bij Jhr. Snoeck
no. 57.
704. Vz. als no. 700. (Palier no. 56, Jhr. Snoeck no. 58) doch
met drie hooibergen en onder het opschrift B(erckel)■ Kz. als
no. 703. Jhr. Snoeck no. 59, Palier no. 55, die opmerkt, dat deze penning
later en wel in het jaar 1760 door dezen kleinzoon van Theodoor
van Berckel, in navolging van zijnen leermeester Marmé is gesneden.
705. Vz. als no. 700, Palier no. 56, Jhr. Snoeck no. 58. Kz.
als dezen doch het beeld van Mercurius in een vliegende houding,
op de baal de letter M(armé) en in de hoogwijze afsnede
S. * C. Bij van Orden pl, XX no. 21, Palier no. 58, Jhr. Snoeck
no. 60-
706. Als boven- Vz. de stad. Kz. Mercurius. Palier no. 57,
doch op de Vz wordt de letter B onder het jaartal gemist en
op de Kz. onder de afsnede een zespuntige ster. Proef ? in brons.
(Zeldzaam) Coll. Erffman te Rotterdam.
707. Als boven, als no. 703. Palier no. 55 Jhr. Snoeck no. 57,
doch met tien hooibergen en onder het jaartal * M * (armé).
Kz. als boven, doch in de afsnede: S* C* met J. G. M(armé) aan
de rechterzijde er boven. Palier no. 59, Jhr. Snoeck no. 61.
" 708. 1741. (Verv. no- 161 plaat XVIII blz, 135 ) Op de weldadigheid
van de Landvoogdesse der Nederlanden Maria EUsabeth.