
614. 1737. Rood koper, geslagen, groot 22. Voorzijde. De
burgt van Middelburg tusschen * * waaronder 1737. Omschrift:
Middelburgh. Kz. Onder het wapentje van Zeeland
* T U R F * Omschrift: Voor den armen.
615. 1737. Cat. v. Buren no. 2215 Z. Gegrav. penningje.
Vz. Een drinkend en rookend gezelschap, waarboven: De spoelt
is goet. Kz. Een koopman in zalm. Vgl. op 1735 no. 555.
616. Een ander van 1745. (Bom no. 1703) heeft Vz. Eene dame
in allegorische omgeving. Kz. Naamcijfer. (Zilver 2 w.) 1)
617. 1737. Im. ’s Bosch blz. 1090. ƒ 892 -10 - 8 (aan Stadhuispenningen.)
618. 1738. Inv. = blz. 1093, 2 Jan,—29 Decb, 1738 aan Theod.
v• BercJcel f 997.—,
1738.
619. 1738. Stadhuispenning van ’s Hertogenbosch. Vz. Het
gekroonde stadswapen, tusschen twee staande wildemannen.
Boven: Vincat Amor Silvae (doch andere stempel.) Kz. Het Stadhuis,
daaronder lofwerk, ter zijde S. C. Boven: Praesentes Curia
poscit. v. Orden pl. XX no. 17. In de afsnede 1738, Palier no. 50,
Jhr. Snoeck no. 52.
620. Op het Eeuwfeest van den Amsterdamschen Schouwburg.
(Vervolg no. 125 plaat XIH blz. 123.) Aldaar te lezen 1738 in
plaats van 1737 in het opschrift. Ook in de Europesche Mercurius
(1739) I blz. 76. Gesneden door M. Holtzhey. (Cat. blz. 19-20 no.
24.) Zie over de feestviering Historie van den Amsterdamschen
Schouwburg (Amst. 1772) blz. 17-18 en G. W. Wybrands, Het Am-
sterdamsche looneel. Bij J. Schulman XIX no. 243 Z. 46 w. ƒ 7 .- .*) *2
Santhedvel Anthoniszoon Thesaurier van de reparatien in 1737 —1740.
Thesaurier van 't groot comptoir 1741. Raad van Dordrecht 1742.
Veertig in 1745. Hij overleed in 1752.
') Zeker ook tot een gezelschapspel behoorende. (Ik bezit er ook.)
2) Deze penning prijkt met de wapens van de toenmalige regenten
van den Schouwburg.
Gerard Rogge. Lazuur met een vrouwenbeeld, de Landbouw, (au
naturel) hebbende in de opgeheven rechterhand een sikkel en met
de linker een roggeschooi omklemmende. Tegen haar rust een anker.
621. 1738. Op den vijfentwintig-jarigen vrede der Vereenigde
Nederlanden. (Ven no. 126 pl XIV blz. 124-126.) Gesneden door
M. Holtzhey. Cat blz. 17-18 no' 23. Europ. Mercurius (1738) I blz.
246-247, J. Rotterdam, Gods weg met Nederland, blz. 121-123 Z.
75 w.
M 622. 1738. Als boven. (Ven. no. 127 pl. XIV blz. 126.) Gesneden
door N. van Swinderen.
623. 1738. Op het besluit der Landvoogdes Maria Elisdbeth,
om de Landvoogdij niet neder te leggen en zich niet naar Weenen
te begeven. Gesneden door R(oettiers). (Ven. no. 128 pl.
XIV blz. 127.) Ook bij Köhler XV S. 260 und S 275, no. 13,
Piot, Coins no. 631-633.
624, Op het overlijden van den Hoogleeraar Herman Boerhave,
geb. te Voorhout bij Leiden 31 Dec. 1668, overleden 23 Septb
Philips van der Giessen. Lazuur met drie (2-1) links gewende
vogeltjes van zilver.
Wighold Slicher. Goud, doorsneden met een faas van keel; daarboven
drie hoefijzers, au naturel; daar beneden : een molenijzer, au
naturel.
Abraham Pyl. Keel met drie links opgeschoten pijlen van zilver.
G er rit Hooft Danielszoon. Keel met een hoofd van zilver met
gouden haar : het hoofd om wonden door een krans van sinopel, gebonden
met lazuur en bezaaid met gouden leliën (thans met zilveren.)
(Zie Vervolg v. Loon VI blz. 11, noot 3, de aanleiding der opneming
der gouden leliën en der verandering daarvan in zilveren.)
Francois de Witt. Doorsneden: boven lazuur met een links gewende
zilveren klapwiekende witte duif; beneden: zilver waarin een
keper van keel en drie klaverbladen (2 daar boven en 1 er tusschen in.)
Jan Gasper Hartsinck. Keel met een wassenaar, ruglings van zilver
boven een zee met baren.
Jacob Voordagh. Doorsneden. Boven : Lazuur met een parelkruis
van zilver; beneden: goud met drie. opstaande botten ? (beenderen)
au naturel.
Jacob Oortman. Lazuur met twee kruiselings geplaatste snaphanen
van goud.
Jeremias van der Meer. Keel met een meer met baren (waarop
een zwaan zwemt) au naturel, daarboven : drie sterren van zilver.