
no. 1434.) (Komt niet in den Cat. [1884] van zijn Kabinet voor.)
1098. 1748. Bij Salm no. 2563 Z. 7 w. Facilis Victoria. (Gemakkelijke
overwinning. Kz. Mox sentiet hostis. (Weldra zal de
vijand bet gevoelen.) Jaartal gestempeld. Als v. Duren no. 2406,
Oosterdyk no. 1705. Vz. en Kz. andersom Z. 7 w.
1749.
1099. Belgische penning op den vrede van Aken, 18 Octob.
1748. Vz. Borstbeeld rechts gewend, der keizerin-koningin.
Daaronder B{oettiers). Omschrift: Mar(ia) Th(eresia) d:(ei) g:(ratia)
imperat.(rix) et reg.(ina) hung.{ariae) et boh.(emiae) 1749. Kz. Dearke
Noachs op een rots door water omringd. Een duif met een olijftak
in den bek vliegt er op toe. Omschrift: At ïlla venit ad eum
port(ans) ramum olivce. (Maar zij kwam tot hem een olyftah dragende.
1) In de afsnede : Vovébant ordines namure, volgens Piot,
(bij mij namur) daaronder W. (Gewijd door de Staten van Namen.)
P iot Coins no. 708-710, Groot 33 millimeters. Brons.
1100. 1749 19 September. Prins Karei van Lotharingen, beschermer
van de munt te Brugge. Vz. Een weegschaal. ^Omschrift:
Felidtas püblica. (Algemeen welzijn.) In de afsnede: Sa-
era moneta. (Onschendbare maat) Kz. In het veld van den penning,
omringd door twee lauwertakken: Garolo - Loth:(aringiae)
princ(ipï) monetae brug(ensis) protectori S. P. Y. O. D. D .2) Daaronder
een kleine leeuw, het muntteeken van Brugge. P iot
Coins no. 711-712. Revue de la Numismatig/ue Beige 1870 p. 70-71
pl. I (5) (Jeton trés rare) 38 mM.
Nieuwjaarspenningen.
1101. 1749. (Vervolg no. 283 plaat XXVII blz. 301-302.) Vz. van
no. 258. Borstbeeld van den prins. M. Holtzhey. Kz. De Hoop.
Bij v. Duren no. 2409 Z., de Haan no. 495. v, d. Niepoort no. 154.
Z. 17 w., de Vries (1884) no, 1862 Z. 17 w. ƒ 1.50.
1102. Vrede te Aken en aanvang van het jaar 1749. Kz. Verv.
no. 259 en Vz. no. 283. Bij v. Duren no. 2410, de Roye no. 2951
Z. /1.25.
" 1103. Kleiner, bij de Vries no. 1863. Mm. 26. Z. 4 w-, ƒ0.30 de Roye
’) Genesis VIII vs. 11 heeft een afgebroken olijf blad.
s) S. P. V. O. D. D. is door R. Chalon t. a. p. niet ingevuld
no. 2954 Z. ƒ0.30. Z. 12 w. Vz. van Verv. no. 278 en Kz. van no-
283, v. Duren no. 2411, de Roye no. 2952 Z. 4 w. ƒ040.
1104. 1748/1749. Bij de Haan no. 496 Vz. van no. 275. Kz.
van no. 283 Z. 25 w., v. Duren no. 2413, de Roye no. 2953 Z. ƒ 0-90.
1105- Bij v. Duren no. 2412, grooter dan no, 283. Mm. 45 Z.,
de Roye no. 2956. Z. Mm. 30 ƒ 3 .— .
Y ' 1106. 1749 14 Januari. (Verv. no. 284 plaat XXVH blz. 302-
304 ) Gesneden door M- Holtzhey. Op de opening van de bus
der Geldersche munt en de aanstelling van Martinus Holtzhey als
muntmeester. Zie de Voogt (Gelderland) blz. 68, bij de Vries (1884)
no. 1865 Z. 23 w- Fraai en zeldz. ƒ 10.— .
^—^1107. 1749 12-29 Juli. (Verv. no 285 plaat XXVII blz. 304-
306.) Gesneden door N. van Swinderen. Kz. Een landman zaai-
jende. Vergelijk Vervolg VIH no, 605 blz. 232,
.^--1108. 1749 13 Juni. (Verv. no. 290 plaat XXVIII blz 309-310.)
Op het kunstvuurwerk te ’s Gravenhage afgestoken na het sluiten
van den vrede (18 Oct. 1748,) te Aken. Gesneden door J. G•
Holtzhey.
1109. Als boven. (Verv. D*o. 291 plaat XXVIII blz. 310-311.)
Penningplaat, gesneden door H. J. Beguin, natif de Paris, Elève
de 1’ Académie Royale.
1110. 1749. Looden penningje (groot 19) van den thesaurier
der stad Dordrecht P. C. Pompe van Meerdervoort. 1) Vz. Wapen.
Gedeeld. Links van . . . met een roos? in de linker bovenhoek
een schildje met een ste r; rechts: doorsneden: boven: met een
links gewende leeuw van . . . op een . . , veld; beneden: gepaald.
Kz. Wapen van Dordrecht. S. S. Omschriften: Hr. Pieter Corn.
Pompe van Meerdervoort, Thesaurier der stad Dordrecht.
1111. 1749. Gerrit Verbrug, gedurende Vijftig jaren schipper
') M r . P ie t e r C ornelis P ompe van Me e r d e r v o o r t Heer Abrahams-
zoon was veertig in 1746, acht in 1747, Raad in 1749. Thesaurier
van* de reparatien (1749-1752), Thesaurier van 't groot comptoir
(1753), Commandeur van de brandspuit in 1749 bij no. 3 (staande in
het Hof), H. Geest en pesthuismeester ter Grooie Kerk en der Re-
gulierissen Nonnengoederen in 1750, Weesmeester ter Weeskamer
(1752), Commissaris of zetter van 't brood, Kapitein 9e vendel, (Visch-
markt). Hij overleed den 9 October 1772. (Mededeelingen van den
heer Lt.-Kolonel, Militie-Commissaris J. A. Smits van Nieuwerkerk
te Dordrecht.)