
c. Door den geringen Vorarbeit bij Vervolg I—III gedaan, ontbreken
daarin zeer vele belangrijke historiepenningen. Ook in
IV—Y is dit eenigszins het geval, het minst in VI—X, dank zij
de oproepingen, bij tijds, gedaan.
d. In al de X deelen zal men echter te vergeefs een aantal
huwelijk-, geboorte- en sterf penning en, belangrijk voor de genealo-
giën van talrijke geslachten zoeken, omdat vele dier personen
geene historische zijn.
e. Desgelijks ontbreken vele penningen op kleine voorvallen in
het maatschappelijk leven en op de oprichting of het jubileum
van Genoot-, Gezelschappen en Vereenigingen.
f. In het Repertorium III—IV worden, ook dikwijls de verkoopprijzen
van penningen opgegeven, tot groot nut bij het veilen of
te koop aanbieden er van onderhands.
g. Ook de Bybladen achter Vervolg X bevattende 160 en XVII
Aanteekeningen zijn versmolten in het Repertorium IV door verwijzing
derwaarts bij de penningen, waarop die Aanvulsels betrekking
hebben.
h■ Vermits de Repertoria III—IV doorloopend genummerd zijn kan
men er even als achter I—II alphabetische registers ') op maken,
aanwijzende vele voorvallen geschied maar vooral honderden personen
tusschen 1716—1813 geleefd hebbende.
Leeuwarden,
21 October 1891. Mr. J. DIRKS.
; .
’) Het Register (Repert. no. XGVI) op Repertorium (tweede
deel) is niet opgenomen in de Navorscher van 1890, maar afzonderlijk
gedrukt voor rekening van den schrijver, in April 1891 verspreid en voor
zoo verre de voorraad strekt, nog bij hem, gratis, op aanvrage, te bekomen.
REPERTORIUM III.
1716 13 April. Op de geboorte van Prins Leopold van
Oostenrijk, eerste zoon van Keizer Karel VI.
(no. 1—24).
1. 1716. (Verv. (7) blz. 23). Vs. Rechts gewend, gelauwerd en zwaar
gepruikt borstbeeld van Keizer Karel VI. Daaronder (volgens blz.
23) Rh. Rottier ƒ., ‘) doch de afbeelding heeft Rh. Roettier ƒ . ,2)
Ch. Piot Coins, poinçons et médailles appartenant à l'état (Brux. 1861)
no. 474 heeft Rh: Roet(tiers) Jun. doch Cat Arti (1880) no. 1716 (P.
H. v. Gelder 3) en Rinehart4) hebben Rh. Roettiers f .
Es. Met het omschrift: Genus immortale manet volgens Vervolg
vertoont Herkules en misschien Hebe, doch volgens Rinehart, Her-
kules en eene nimf en volgens Piot, een man en vrouw, die, te
zamen een wapenschild vasthouden door Piot verklaard voor dat
der Vrije {du Franc) van Brugge, dat dezen penning liet slaan.
2. Als boven. 1716. Verv. (8) blz. 24) Vs. als no. 1 Karel VI
als graaf van Vlaanderen. Es. Eene maagd, voorstellende het Eei-
serrjjk (volgens Vervolg) ontvangt het kind Leopold van den Keizer.
„Het gehemelte is versierd met het wapen van . . . Habsburg’»
(blz. 24), doch er ligt nog een wapenschild voor de voeten der vrouw
zijnde volgens Baron H. Surmont 5) dat van Kortrijk.
3. Als boven. 1716. (P. Smidt v. Gelder no. 3648 Groot 30 Z. 301
W.) ƒ 4.25 Vs. Het borstb. van Karel VI. Es. FrVCtVM paCIS Dona-
Verat aether 13 April Leopold etc. Bij Lugniolle no. 4849
ook zonder meer. De Wieg op een boom waaronder Oostenrijk en
’) In Vervolg I blz. 26, 27. 28, 37 enz. staat steeds Pottier lees:
Roettiers.
2) Ook Baron H. Surmont (Revue de la Numismatique Belge (1871) p.
162) heeft Ph. Rottier f .
3) Bij P. Smidt v. Gelder no. 3645. Verg. Z. 63 W. ƒ 8.25.
4) Histoire de la gravure des médailles en Belgique depuis le
XVme siècle jusqu'en 1794 p. 62 (12).
5) Deze ziet in de geefster Minerva; Rinehart een krijgsman en Piot
eene gehelmde vrouw. De ontvangster van het kind zal de stedemaagd
van Kortrijk zijn, dat dezen penning liet slaan. (D.)