
toestand des tijds bij den aanvang van het jaar 1764. Gesneden
door J. G. Boltshey. (In Amsterdam geslagen blijkens het wapen
dier stad op een der zeilende schepen.) Bij Salm no. 2664, J.
Schulman XIX no. 324 gr. 25 ƒ 4.....
1427. 1763—1764. Kaartengéld van Suriname, afgebeeld bij
Ilartsinch. Beschrijving van Guiana blz. 858. (In 1768 werd voor
ƒ 100,000 verbrand.)
1428. 1764. Penning van Karei Graaf van Oultremont, Bisschop-Vorst
van Luik (1763—1777.) Vz. Links gewend borstbeeld met calot
en in hermelijnen mantel gehuld. Dubbel omschrift: a. Car.(olus)
ex c.(omitibus) ab Oultremont d.(ei) g.(ratia) ep.(iscopus) pr.(inceps)
Leod.(ii). b. DeLICLE - CIVIUM (1764). (De wellust der burgers.
Daaronder: Ja(cobi) f(ecit) Kz. Eene vrouw staande en aan het perron
van Luik het wapen der familie d’ Oultremont gedekt met den
hertogelijken muts, hechtende. Links bestraald door een hemellicht.
Omschrift: Lux orta est justo et rectis cordis leetitia. ') (niet
laeütiae) zooals bij Benessel p. 185 staat. (Het licht is opgegaan
voor den rechtvaardigen en blijdschap voor de welgezinden.)
Fraai en zeldzaam penningje (groot 20). Afgebeeld bij Benesse
pl. 65 (Z.) Beschreven p. 185. I. In goud als Cat. 't Hooft no.
1688 12 w. Zeldzaam. II. Zilver. Hl. Met Jaco&i (Stempelsnijder
in Luik 1762 f 1793. IV met Kz : boven aan een ring. Zie
ook Bevue de la Numismatique Beige 1851 p. 241-242 no. 46-50
en de aldaar aangehaalde werken door J, Betit de Bosen.
1 1 1429. 1764. (Verv. no. 371 plaat XXXIV blz. 413-414.) Op het
nazien van de Geldersche munt onder het bestuur van den
muntmeester K. O. Novisadi. Gesneden door G. van Moelingen,
»die (zegt W. J. de Voogt, Gelderland, blz 73) reproches ontving
wegens de slordige bewerking.” Hij overleed in 1766
1430. 1764 18 Augustus. Zilveren bruiloft van A. van den Bergh
en S Lubeley.
Voorzijde. Een gekroonde met bloemen en loof omkransde,
zware zuil waaraan de wapenschilden der jubilarissen zijn vast-
gehecht.* 2) De zuil, door hemellicht beschenen, verheft zich aan
') Ps. 91. Vs 11.
2) Wapens, v d Bergh. Gedeeld: beneden van . . . met een vogel
boven een berg vliegende; boven: doorsneden: van . . . met een
zespuntige ster en van ? met 2 lelies.
Lubeley. Van ? met drie in driehoek geplaatste haringen.
het strand. Links: zeegezicht met twee daarop zeilende driemasters.
Rechts: een baal, rustende op een koornschoof, boter?yat
en daarnevens drie of vier groote h azen ? Omschrift: Anthony
van den Bersh en Susanna Lubeley. In de afsnede: Vereend 18
Aüg. 1739. Op den sokel: Holtzhey fec.
Keerzijde. Onder een hemellicht, waarin de naam Jahve, dit
versje:
Zo siert de zoon
dees zilvren hroon
met zyn beminde zuster
en ’t vroolyh paar
danht voor ’t autaar
haar God des te geruster.
Daaronder XXV in een slangenrond, rustende op huwelijksfak-
kels met rozen en myrtentakken omkransd. Daaronder op een
wimpel: 't Zilvre feest gevierd 1764.
Zilver groot 34. Kab. Smits v. Nieuwerherh, Cat. Arti 1880 no.
1562, Posthumus no. 1739 Mm. 49 Z. 37 w-, 't Hooft no. 1690 Z.
38 w-, de Vries (1854) no, 2372 Z. 27 w., Navorseher VI (1856) blz. 259,
v. Buren no. 2514 Z-, Patyn no. 645 Z. 27 w., Schulman XVH no. 75
Brons ƒ 2.50, de Groot (1888) no. 1441/42 Brons, Kon. P. Kab. Z.
groot 32.
1431. 1764 1 3 December. Als boven van J. F. Sluyter en C.
A. Slebosch,
Voorzijde. De twee wapenschilden') der jubilarissen, rustende
tegen een Catalpa, dadelpalm. Amor of een genius dekt die met
den gevleugelden hoed van Mercurius, den god van den koophandel.
Links een liggend vat waaruit korrels, krenten, muskaatnoten
of boonen vallen. Daarachter een andere ton. Rechts een
kist welks deksel op stijltjes steunt en daarachter een baal (brj-
enkorf?) Onder de wapens een Mercuriusstaf. Een stralen
schietend alziend oog beschijnt dit geheel. Omschrift: Jan Fre-
derik SiiUUTER en Gharl. Amelia Slebosch. In de afsnede: Vereent
15 Dec. 1739. Op den sokel: J. G. Holtzhey fec.
i ) Wapens. S l u i j t e r . Lazuur met een wit paard (zilver) naarde
linkerzijde rennende.
S l e b o s c h . Zilver, waarin een boom waaraan twee kuipersmessen
kruiselings zijn gehecht.