
In Kon. P. Kab- volgens Navorscher VI blz. 72. Doch bij E. G- Bom
(1885) no. 479 Z. 42 w. van Essaye Gillot en Eurice Maystre (Aug.
1753.) Zilver. Groot 34.
Voorzijde. Hymen met de brandende huwelijkstoorts in de opgeheven
rechterhand, beschenen door een hemellicht en zittende
op wolken, waaruit bloemen te voorschijn komen, houdt de za-
mengestrengelde wapens der familien Gillot en Mounier ') vast.
Onder dezen een strand waarop links en rechts balen, kleeden,
een vat en een spinwiel staan, als zinnebeelden van zijde- of
andere weverij. In zee twee schepen. Links een torentje. Omschrift
: Essaye Gillot et Marie Mounier. In de afsnede: Mariés
7 Aout MDCCXXVIH.
Keerzijde. Man en vrouw, de laatste zeer gedecolleteerd, gezeten
op antieke fauteuils geven elkander de hand boven een
brandend altaar. Links daarvan zeven boompjes of spruiten
waarvan twee uit afgehouwen boomstronken ontspruiten. Omhoog
een hemellicht en wolken waarinXXV. Omschrift: Fidelle
jusqu’ a CE jour et a jamais. In de afsnede: La feste célebrée
MDCCLHI.
1237. 1753 3 Mey. Zilveren bruiloft van F. van de Velde en
Anna Beyers. Zeer groote gestempelde penning.
Voorzijde. De man met zijn wapen * 2) aan zijne voeten met een
wierookvat, de vrouw met een offerschaal bij een vlammend altaar
waarachter een dadelpalm met vier vruchten (dadeltrossen.)
De vrouw is gezeten: haar wapenschild3) rust tegen haren zetel
terwijl zij met de linkerhand grijpt in een met geld of schijven
gevulden hoorn van overvloed waarachter een ooijevaar. Omschrift
: F rans van de Velde en Anna Revers. In de afsnede: in
3) Wapens. Gillot, Zilveren veld waarop een ruit van . . . ?
beladen met een zespuntige ster.
Mounier. Gekwarteleerd. 1 van keel met molen ? (gedeeltelijk
bedekt) 2 van keel met een klimmende leeuw van goud ? 3 zilver
beladen met 3 (2-1) bijen ? 4 van zilver met een links gewende loo-
pende zwaan.
2) Wapenschild van de Vélde. Doorsneden. Boven van goud met
een uitkomende hinde ? beneden van keel beladen met een baar van
lazuur waarop een sleutel.
3) Beyers van keel waarop drie (2-1) klaauwen.
den echt vereend 3 Mey 1728. Op den sokel: op wolken slangenrond
met XXV. Tusschen lofwerk Eoltzhey fecit.
Keerzijde. (Nu) Van de Velde en zijne Gade Op nieuw als Bruidegom
en Bruid Zich zien begroet door gods genade Blinkt dus hun vreugd
in 't zilver uit Baar ééne Bochter en drie Zoonen Bun beider hoofd
met mach békroonen. In de afsnede: t Zilvre feest Geviert 1753.
In lood in Kon. P. Kab. en tin bij P. Bmidt van Gelder no. 3960
groot 47.
1238. 1753 20 April. Als boven van BARTHOLOMEVS WYBO
en I PETRONELLA la CROIX / in den echt vereent den / 20
April 1728. Daaronder twee aan strikken hangende wapenschilden
1) door handen uit wolken komende vastgehouden en tot omschrift
: Hanc tvemvr - deo juvante. (Onder Gods hulp beschermen
wij deze.) Omschrift: De liefde alleen maakt twee tot een.
Kz. Een man en vrouw in antieke kleeding geven elkander
de rechterhand. Tusschen hen een brandend altaar waarop een
Cupido is uitgehouwen. Omhoog de zon met alziend oog. (In
de afsnede 1753 gegraveerd) Holtzhey fecit. (Zeeuwsch Genootschap
no. 822.) (Meded. van A. E. G. Fokker.) Nav. VI 258 met
deze kantteekening: Door W D V op het jaar 1709 vermeld.
1239. 1753 Gouden bruiloft van Isaac van Vleuten en Corne-
lia van Tulder. Door M. Eoltzhey. De namen en dagteekening
gegraveerd Z. 19 w. Bij v. d. Niepoort no. 162.
1240. 1753. Als boven van Birk Voorhelm en Catarina de Klerk.
Gegraveerd: in omgezetten rand van filigram Z. 60 w. bij B. J.
de Groot (Septb. 1874) no. 655 als Posthumus no. 1081 Z. 60 w.
Fraai, eenzijdig, gegraveerd: Ter Gedachtenis der Vyftigste Verjaring
van den Troudag van Birk Voorhelm en Catarina de Klerk.
1241. 1753. Vijftigjarig jubilé van Barth. Eollman. Predikant
te Neuhaus. Bij Posthumus no. 1082 Mm. 36 Z. 14 w. Noot-Nagel
no. 1200 Z. 14 w.
1242. 1753 14 Februarij. Vz. Gebosseleerd. Gevleugelde zand-
looper geplaatst op een gelauwerd doodshoofd rustende op twee
’) Wapenschilden. Wybo. Lazuur waarin drie naar de linkerzijde
zwemmende, gekroonde haringen (2-1) gescheiden door een golvende baar.
La Croix. Gekwarteleerd (1 en 4) keel met een zilveren St. An-
drieskruis in welks vier hoeken een zilveren vijfpuntige ster (2 en 3)
van zilver beladen met een keper van . . . waarop twee weversspoelen
liggen, omgeven door drie posthorens aan koorden hangende.