
Opschrift: Ccmdore et justitia. (Door oprechtheid en rechtvaardigheid.)
Bij W. J. de Voogt. By dragen tot de Numismatiek van Gelderland.
(Arnhem 1867), 8°. blz. 98-99-
242. Laatste legpenning van de familie van Arenberg met eene
afbeelding van een gedeelte van den dierenriem (zodiacus) en de
woorden volgens Guioth: Histoire numismatique de la Belgique. (Hasselt
1851) p. 89 . . . Rapido ma colege. (Snel maar besloten).
243- 1720. Gegraveerde muntmeestersproef, blijkens het opschrift
der Vz. Van de Hr. A. Oem van Meusenbroeck, den 81 decemb. 1720
(Deze was muntmeester van Dordrecht). Kz. Zijn wapen tusschen
de letters M(eester) M{unters) P{roef) Pienning). Het wapen gekroond,
gekwarteleerd, (1 en 4) doorsneden door een faas van 'lazuur,
waarop een links gewende uitkomende leeuw van goud;
daar boven vijf en vier en daar beneden 8, 2 en 1 zwarte blokjes
(turven ?) op een veld van zilver: (2 en 8) doorsneden door een
faas van ïabel waarop een zilveren blad. Daarboven 2 en beneden
1 wildemanskronen van sabel in een veld van zilver. Z- 2 w. bij
Westhoff no- 2544. Keer no. 2824 Z. ƒ 3.25. v. Cleeff II no. 1888
Z. ƒ 7.-|j gr. 13. Kabinet J • A. Smits van Nieuwerkerk te Dordrecht.
244. 1720. Als 243, Yz. zonder wapen doch in plaats daarvan
een roosje (muntteeken van Bordt) tusschen twee punten en daar
onder Mr. Munters Proef / / Penningh, bij Westhoff no. 2545 Z. 2w.,
Keer no. 2825 Z. ƒ 3.25 Gr, 13. Kab. Smits van Nieuwerkerk-
245. 1720 17 Febr. (Vergelijk no. 237). Op het viervoudig verbond
den 17 Februarij 1720 op het Prins Mauritshuis te ’s Gravenhage
onderteekend. Yz. Borstbeeld van Keizer Karei VI. Kz. Een
stier, die getemd wordt door de daarop zittende Eendracht, houdende
een Granaatappel (zinnebeeld van vruchtbaarheid) in de rechterhand.
In de linkerhand houdt zij een schild waarop men vier
gewapende armen, kruiswijze door elkander gevlochten ziet met
het opschrift: Pro quiete publica (Voor de algemeene rust) en onderaan
Foedus quadruplex (Het viervoudig verbond). Aldus in Vervolg
II, Voorrede blz. V, volgens A. Rotterdam, Gods weg met Nederland,
blz. 25. Bij v. Cleeff H no. 2663 Tin ƒ 0.40.
246. 1720. (Cat. C. F. Roos te Amsterdam. 26 Septb- 1854 no.
16. Birks Essai p. 3/2). Revue de la Num. Beige (1866 p. 104 (2)
Fraai gedreven Tamboers-borstplaat (Medaillon) van de compagnie
waarschijnlijk te Amsterdam aangevoerd door den Kapitein J. H.
van Spyck met de wapenschilden van .*
den Luitenant Hendrik Boorschodt,
» Korporaal L. Breederoode,
» Landspassaat S. Slaas,
„ Adelborst E. van der Heyde, •
„ „ G- Mars en 27 Schutters, die deze plaat gezamentlyk
vry gemaakt hebben, tot eene gedachtenis aan het rot,
mits dat zij nooit mag veranderd worden: zullende de Tamboer
ƒ 3, — van het rot ontvangen telkens als hij de plaat draagt.
Zilver, zwaar 535 wigtjes,
247. 1720. Begravenispenning van ’s Gravenhage van De buurt
van de gevulde gragt. Dirks Souvenir de la Haye. Revue 1859 p.
508 no. 40. Mededeelingen der Haagsche Yereeniging II blz. 78 no.
XI pl. g. XL
248. Bij J er. de Vries J erz. (1884) Cat. no. 1534 Mm. 38 Z.
28 w. ƒ 27.— op 1720 even als de volgende penning.
Frater Jac. de Beaulieux, beroemd operateur van den steen,
zoowel in Frankrijk als te Amsterdam, op zijn overlijden. Kluys-
kens I p. 79—87. v. d. Chys II blz. 510-512 door G. v{an) 0{rden)
(248-249.) Afgebeeld tegenover blz. 668.
Yz. Borstbeeld. Omschrift: Frater Jacobus de Beavlievx, Litho-
tomus (Steensnijder), In de afsnede van den arm Nic. Chevalier F(ecit)
Onder het borstbeeld J. Goeree Birexit. Kz. In een krans van
blaassteenen te zamen gestrikt en verbonden door de instrumenten :
Beset dit met geen diamant:
Een snoer aan een geregen steenen
Ben mens onttrokke door myn hand
Sal beter luister my verleenen.
L. Smids. N. C(hevalier) F(ecit).
(Hoogst zeldzaam.)
249. Bezelfde. Vz. als de voorafgaande. Kz. Allegorische voorstelling
om welke: Bevs nobis haec otia f ecit. (God schonk ons
deze verademing). N CIJievalier cum pr{ivilegio). Mm. 38 de Vries
no. 1535. Proefslag in bordpapier ƒ 1 .—.
250. 1720, Gegr. penning op het overlijden van Jufvrouw Maria
Bagelaar, geb. te Amsterdam 15 Sept. 1690. Posthumus no. 812.
Mm. 68 Z. 43 w.
251. 1720. 25-jarig huwelijk van Birk Slicher en Sophia van
Horen, zijn derde echtgenoote.
Met inscriptie op den kant. Z. 15 w. Cat. v. d.Niepoort no. 121
als zeldzaam. (Kon. P. Kab.) Zilver, geslagen, groot 34.