liggende ingeslapen oude vrouw waarboven twee genien bestraald
door hemellicht met een langen wimpel waarop men leest Siet de
Boot Is een In ganck ten Leven. Op de tombe:
Salig syn de doode, die in den Heere sterven: van nu aan, ja segt de
Geest op dat sy rusten moghen van haren arbeit. Apoc 14 Cap, 11 v.
Kz. (in loofkrans): Ter gedagtenis van Adriana Boogert, Geboren
den 30 November 1635.
Een Christen sterft, En leeft by Godt
Syn doot verwerft Hem ’t hoogste lodt
Het is een doot, Bie rusten doet
In Abrams schoot, 't vermoeyt gemoet.
Gestorven den 7 Maart
Begraven den 14 Bito
1724.
319. 1724. Op de geboorte van eene Aarts-hertögin van Oostenrijk.
Vz. Borstbeeld en titel des Keizers Karei VI. Kz Een
leeuwenspan. Cunctis altior (Hooger dan allen.) Welzl. no. 7677
Gr. 22, brons, doorVestner gesneden. Szech. tab. 57 no. 61. Gr. 22.
320. 1724. Als boven. Vs Borstbeeld, geteekend R{oettiers)
Carolus VI Bom: imp: dux brabantiae c.iomes) fland:{riae). P io tCoins
no. 557. Kz. Een gekroonde arend en een arendje naar de
rechterzijde vliegende en den zon aanziende. Omschrift: tertla
BUM sJJrgUnt InVICto sCeptra parentl. (Zoolang als zij zich verheffen
zijn drie scepters voor den onoverwonnen vader.) In de afsnede:
EXIt ab aVgVsta CoeLo Bigulsilma proLes. (De Augusta
(Keizerin) schenkt kroost den hemel waardig. Bij Piot, Coins no.
557. Bugniolle no. 4894. P. Smidt v, Gelder no. 3702. K, ƒ 0.50.
321. Als boven. Vz. Borstbeeld Carolus VI d- g ■ rom. imp.
sernp. avg.
Kz. Venturi nvncia fratris. Maria Amalia Carolina Afrchidu
cissa) A(vstriae) N(ata) 5 Apr(ilis) 1724. (Eene bode van den broeder
die nog komen zal (is) Maria Amalia Carolina, aarts-hertogin
van Oostenrijk, geboren den 5 April 1724.) Bij Bugniolle no. 4895.
P. Smidt v. Gelder no. 4895 Z. 14 w. ƒ 1 . 75. (Zeldzaam.)
1725.
322. Gunstige ontwikkeling van den jeugdigen prins Willem
Karei Hendrik Friso. Gesneden door C. W(ermuth) met
het jaarschrift (1723) .paCatl et plgnVs teMporls VsqVe BeCVs.
Dit jaarschrift wijst het jaar 1725 en niet het jaar 1725 aan zooals
men in Vervolg no. 44 PI, IVblz. 50 leest. Vz. Borstbeeld. Kz, Een
boompje op den voorgrond. Op den achtergrond volwassen hoornen.
323. 1725 blijkens het onderschrift op de Kz. Als boven, Vz.
als no. 322. Kz. De zon opgaande. Vervólg no. 45 PI. IVblz. 51 ’)
^ 324. 1725. Op den vrede van Oostenrijk met Spanje te Weenen
gesloten, waarbij de Oostenrijksche Nederlanden aan den Keizer
worden afgestaan. Vervolg no. 137 PI. XV blz 136, aldaar de beschrijving
er van doch Keerzijde en Voorzijde om te keeren- Vz. Karei
VI en Philips V- Carolus VI Imperator gladios nunc permutavit
ólivis. Kz. De pilaren van Hercules. Zie Pinchart p. 67 no. 7.
Piot Coins no. 558-560. Bevue de la Numismatiqè Beige, 1871 p.
162-163, gesneden door Ph. Roettiers. Bij P Smidt v. Gelder no.
3705 K. ƒ0.60.
325. 1725 7 Mei. Als boven. Vz. Borstbeeld. Omschrift :
Caes(ar) Aug{ustus) Car(olus) VI R(omanorum) Imp(erator) S(emper)
A(ugustus) Ge(rmaniae) Hi(spaniae) Hu{ngariae) Bo(hemiae) rex Ar
(chidux) A(ustriaé) d(ux) B(urgundiae). Kz. De twee vorsten geven
elkander de hand. Pyreneae Alpesque tibi mea dextera cedit. (Mijn
rechterhand stond u de Pyreneën en de Alpen af.) Pace facta
1725 d(ie) 7 Mai. (De vrede den 7 Mei 1725 gesloten) Bij P.
Smidt v. Gelder no. 3706 Z. 44 w. ƒ 5 —. Bij Welzl de Wellenheim
no. 7682. Op het verbond met Spanje. Gr. 22. Leyser no. 543,
door Vestner gesneden.
326. Als boven. Vz. Borstbeeld en titel des Keizers. Kz. Drie
personen. — Concordi pace ligavit (Door eenstemmigen vrede heeft
hij ze verbonden.) Welzl no. 7679 Gr- 24 Z. 3 Lood. Szech. I 314
Hauschild 173. Medaille door Gennaro gesneden.
327. . Als boven. Vz. Borstbeeld. Kz. Twee personen. Silentio
et fide arbitris. (Stilzwijgen en trouw de Scheidslieden.) Bij Welzl
no. 7638. Gr. 19) H L. Szech. I 315 1 14.
^ 328. Vz. Links gewend borstbeeld van den Keizer, gepruikt,
gelauwerd, gedrapeerd; daaronder R(oettiers.) Omschrift: Carolus
VI rom. imp. dux brabantiae c[omes) fland(riae) Kz. De H. Maagd
met haar kind in den hemel, een schip beschermende, dat met
volle zeilen in zee stevent. Aan den horizon een stad (Ostende ?)
) Blz. 51 in het opschrift van XLIV te lezen voor 1725: 1723 en
blz. 52 in het opschrift van no. XLV te lezen voor 1722 : 1725.