
553. 1735 3 Juni. Gouden bruiloft van Paulus van Brakel oud
71 jaar en Cornelia van Reverhorst oud 77 jaar. In de afsnede:
Olim meminisse juvabit. (Het zal ons verheugen (het verleden) in
herinnering gebracht te hebben.)
Ks- Getr. 3 Juni 1685.
Hese handen t' saam verbonden
Hield de liefde agter een
Vyftig jaar dus ongeschonden
Bat twee harten schenen een.
Briemaal heil s f zulle een paren
Baar de liefd’ wast met de jaren.
Gegeven 3 Juni 1735.
Cat. J. Luiscius (1780) blz. 70, no, 307, 1 once IJ Eng. Z.
554. 1735. Op het overlijden van Franciscus Romein. Navor-
scher XII blz. 209
555. 1735. Bij Bom (1873, blz. 72 no. 1565). Gegraveerd pen-
ningje. Mm. 24 Z. 2 w. met afbeelding en opschrift de karman.
No. 34. Deze penninkjes dienden zeker voor het een of ander
gezelschapsspel. (Vergelijk beneden.)
556 Begravenispenning van de buurt: Oost Noordenryk te ’s Gra-
venhage 1735. Dirks, Revue 1859 p. 510-511 no. 47. Afdruk p.
21 no. 47. (Dit kwartier, uitgaande van de Kloosterkerk, bevatte
het noorder gedeelte van het Lange Voorhout, de Denneweg en
de Boschkant.)
557. Loodje, geg-, groot 17. Vs. Svyder zeese vuurbakens- Twee
brandende bakens en een lichttoren. Ks. Leeuw 1735 Holl, en
West. v. L. (Vriesland).
1736.
yp 553. 1736. Op het tweede jubelfeest van Memo Simons, of dat.
yan zijn overgang van het Pausdom tot de Hervorming. (Verv.
no. 102 plaat X blz. 102-103 ) Ook bij Lochner, Sammlmg Merk-
wdrdiger Medaillen VI (1742) S 25 en Cat. M. en J. G Holtzhey
blz. 12 (18) Onder het borstbeeld M. Hodtzhey. Het omschrift
daarvan heeft Aetatis Anno L X VI vitae postremo, LXI1, en op de
Ks. leegt men „ Overleden omtrendt Lubek, 1561, Dit laatste is juist.
want ook volgens het »Géboren te Witmarsum, 1196" op den penning
slaat Anno L X V I op zijn sterfjaar. ’)
559. Ovale penningplaat. Uitmuntend en haut rélief bewerkt
borstbeeld van Memo Simons (Mm- 57 X 48 Z 41 w.); bij de Vries
(1884) no. 1642 ƒ 17.—. Bechts te zien d trois quarts en met ongedekt
hoofd.
^-560 - 1736. Op het bewaren der neutraliteit in de Nederlanden
door de landvoogdes Maria Elisabeth■ {Verv. no. 103 plaat X blz.
1) In een in mijn bezit zijnde brief van Mr. J. W. de Crane, van 4
December 1835, van huis (dus te Franeker) door dien toen 75-jarigen
oud-hoogleeraar nog met vasten hand aan ? geschreven, vindt men
de beschrijving van dezen penning alsmede van een medallon-plaatje
of portretje in 1788 uitgegeven door L. Garrina (del. et fee. 1788).
Het vertoont Memo Simons zittende, blijkbaar geteekend naar het groote
portret „met den hoekigen rand” genaamd. Rondom leest men : Menno
Simonis AETAT(is) LXVI (evenals op den penning no. 558) doch dan
volgt: MDCLXXXIII Stichter en Leeraar der Doopsgezinden. Overbodig
overgenomen van de groote plaat en doelende op de geheele
verbouwing in het jaar 1683 van de Kerk de Zon{* *) te Amsterdam
waartoe Mart. Nieuwenhuizen ook behoorde als diaken. Van achteren
deze regels, medaljonswijze gedrukt:
Verdraagzaamheid, geduld, oprechte nedrigheid
En deugd, die tegen wraak en 't bloedig oorlog pleit
Gepaard met Godsvrucht straalt uit dit Eerwaardig weezen
Van Menno, als een ster aan Frieslands kust verreezen
Vervolgzucht zogt vergeefsch de taaning van dat Licht
't Welk eeuwen heeft geduurd 'en voor geen kerkdwang zwicht.
1788. M. Nieuwenhuyzen.
(*) De Apostoolschen hadden k o rt na hunne scheiding u it de gemeente bij het Lam
en den Toren, reeds in 1664 van Vrouwe Agatha van Oudshoorn, Wed. Jan Corne-
lita. Geelvink de gewezene brouwerij op h e t Singel, waar de Zón op het dak en de
spreuk Perfer et obdura (Duldt en volhardt) op de poort stond, gekocht en dezelve,
terwijl zij nog zekere aanspraak op de k erk bij het Lam meenden t e kunnen hebben
doen gelden; t o t hunne vergaderingen g ebruikt. Dan meer in vermogen en a an tal
toegenomen besloten zij in 1683 h e t gebouw van binnen en van aohteren geheel te
vertimmeren en to t een d eftig kerkgebouw te maken. N ie t onvermoedelijk kan zekere
meerdere opgewektheid daardoor aanleiding gegeven hebben to t herin n erin g aan
Menno Simons in de vervaardiging van zijn fra a i p o r tr e t (ju ist in d it ja a r 1683).
(N.B. van wijlen J. TV. de Crane.)