
Compagnie in top. Omschrift: Sodetas Indicie Orientalis foederat:
(arum) provinciarum. (De Oost-Indische Compagnie der Yereenigde
Gewesten.) Keerzijde. Een bord (tableau), links daarvan Neptunes
met opgeheven drietand; rechts de waarheid, kenbaar aan haren
spiegel. Boven: Globe, uiteinden van ankers, pieken en vaandels,
beneden: graadboog, winkelhaak, kanon enz. Opschrift:
Alzoo den Heer en Mr. EVERHARD KRAYVANGER
gewesene Advocaat Fiscaal van Nederlands India
Als Admiraal, dé Retourvloot, in den Jaare 1728 in deze Landen
behouden en in goede Ordre heeft Overgebragt, is syn Ed. door
de Vergadering van Seventiene, de Generaale Nederlandse geoctrojeerde
Oostindische Maatschappy Representerende in Erkentenis van dien
deze Ketting en Medailje Vereerd.
366. Bijeenkomst der afgevaardigden van den Staat met die
van den Keizer, Frankrijk, Engeland en Spanje te Soissons in Oc-
tober ') 1728 (Verv. no. 51 pl. V blz. 55) Dugniolle no. 4900, P.
Smidt v. Gelder no 3713 Z, ƒ 2 50.
367. Zilveren spotpenning, groot 28, op het congres te Soissons.
Voorzyde, Zes schepen in twee linien geschaard, gedreven door
een uit wolken komende wind, zeilen toe op eene op een rots
liggende sterkte, onder welker bescherming drie schepen liggen.
Onderschrift in de afsnede:
Avgvst.(orvm) Svession(um)
MCCXXIX (Te Soissons in de maand
Mens(e) Jvl(ii) Juli van 1728).
Boven de vloten leest men:
Congredimur. Progredimur.
(Wij komen zamen.) (Wij naderen, (gaan voorwaarts.)
Keerzijde. (Met groote letters): Qvid tüm ? si ventis mvtatis
retro-gredimvr (No. 1 in een lelietje). (Wat alsdan? Indien de
wind veranderd en wij teruggaan) Bij 't Hooft van Benthuizen
no. 1403. Mm 41 Z. 27. Kon. Penn. Kab. Aanw- 1882.
Er bestaat een boekje getiteld: Harlequin reizende met zijn fraai
curieuse rareciek van het Soissonsche kongres in drie vertooningen
(1727—1729). Amst. 1729 met platen. (Deze heeft no. 1 en de
voorgaande no. 3. Zijn nos. 2 en 4 ook aanwezig ?) •
368. 1728. Op het bevorderen der bloei van de Hooge School
) Er staat Mense (No. 3) 4 Octobr.
te Leuven door de Landvoogdes Maria Elisabeth en hare milddadigheid
jegens diens hoogleeraren, gesneden door R(oettiers.)
(Verv. no. 73 pl. YII blz. 78-79. Piot, Coins no. 578-579. Kohier,
Münzbelustigmgen Yol XV bij en op de bladz. 251 en 267-270 onder
no. 3. P. Smidt v. Gelder no- 3714. K. ƒ0.50.
369. 1728/29. Vroedschaps- of stadhuispenningen van ’s Her-
togenbosch uitgedeeld. Inventaris blz. 1668 ƒ748 -7 -8.
370. 1728. Zilveren bruiloft van Pieter Roscam en Geerte Da-
misse■ Bij Posthumus no. 825 Z. 23 w.
371. 1728. Als boven van Bartholomeus Wybo en Petronélla
la Groix. Vz. en Kz. door M. Holtzhey, Navorscher VI (1856) blz. 72.
,---372. 1728 22 October. Zilveren bruiloft van J. Timmers en
S. L- Schinne, gesneden door M. Holtzhey. (Cat. Jamieson-Feyens
no. 387 Mm. 60 Z. 76 w. Posthumus no, 826 Z. 77 w. Kon. Penn.
Kab. Z. gr. (4L Mm. P. Smidt v. Gelder) de Vries (1854) no. 2021
Z. 77 w-, benevens twee versjes. Oosterdyk no. 956 Z. de Roye no*
2647 Z. ƒ 18.— Rethaan Macaré Z. no. 1017. Zeeuwsch Genootschap
no- 767. Tent. Amst. (1887) no. 1486. Coll. Heinéken (Stad
Amsterdam). Hooft van Iddekinge no. 473. Fraaie gestempelde
penning.
Voorzyde. De voorzijde van een tempel, welks galerij op zes
kolommen rust. Ter wederzijden van den ingang staan in nissen
jn den muur allegorische beelden. Op het dak drie beelden.
(De Koophandel met caduceus en hoorn van overvloed, de Vrede
met palmtak en de Overvloed? met beurs, bloeijende rozentak en
colom- Op het frontispice leest men :
IOH. TIMMERS et SVS. LIBA SCHINNE
X KAL(endis) NOV.R(euniti)
terwijl het jaartal 1703 vervat is in deze woorden, te vinden in
de afsnede: anIMos ConCorDIa regI t . (Eendracht bestuurt of
leidt de zielen (gemoederen).
Op den voorgrond een bij een brandend, met kransen omgeven
altaar, offerend echtpaar en een op een afgebroken tak zittend
vogeltje.
Keerzijde, Een gedeelte van een groot monument op welks bovenstuk
men leest: Insignia gentis avitae. (De wapens van een
voorouderlijk geslacht) (Links : Timmers. Doorsneden. Boven: in
een veld van keel, een naar de linkerzijde gekeerd, liggend, gouden
hert, beneden: een gouden veld waarop een rad. Schinne van zil