
linkerhand houdende en een hoorn van overvloed waaruit vruchten
ontsnappen omkeerende. Bij hare voeten twee planten en een
pauw. Omschrift: Iïlo moderante crescunt. (Onder zijn bestuur
groejjen zij.) In de afsnede: M.CC.LI. (Médailles de Marie Thé-
rèse p, 140.) Piot Goins no. 713-717, Westhoff no. 2864 Z. 17 w.,
v. Duren no. 2450 Z„ de Boye no. 2998 Z. ƒ 2.—, Bom (1891) no.
408 Z. 20 W.
1185. 1751. Als no. 1184, doch er zijn geene planten bij de
voeten der vrouw en geldstukken vloeijen uit den hoorn van overvloed.
P iot Coins no. 718-720.
1186. 1751. Legpenning van de Brabandsche munt. Piot Coins
CCXXV. (no. 721-722.) Vs. Weegschaal waaronder munten gestrooid
zijn. Geld is in twee manden geplaatst. Ks. Cartouche
waarboven een hertogelijke muts.
1187. Draag-Gildepenning van den omslager der Vruchtenmarkt
te Dordrecht- (.Brons, groot 44 geheel gegraveerd, met
gat.) Voorzijde. In een golvenrand op een terras Adam en Eva
bij den boom des Levens in het paradijs, beladen met appelen
en waarom een dikke slang kronkelt, die in zijn bek een appel
boven de staande Eva houdt, terwijl een andere appel ook in het
bereik is van hare beide opgeheven handen, Adam zit en steekt
de hand uit Links een wegsnellend en rechts een omziend galopperend
paard en boomen. Tegen het terras staat een groote
tamboer, in functie, gedekt met een driekanten hoed. Daarnevens
staat: 1751.
H EN D K IC K
MEY BOOM.
Onderaan leest men:
Dese Penning Is gemaaid Cm
te loote In de Waag voor Krieke
of voor Karse so se godt
heeft laate wasse.
Keerzijde. In een golvenrand. Op den voorgrond De gerechtigheid
(Jvstitia) staande met zwaard in de rechter opgeheven
hand en in de linker een weegschaal boven een zak met appelen
houdende. Voor haar zit eene ongekleede vrouw met geopende
mond en de rechterhand omhoog digt bij de mond. Zij draagt een
groote palmtak in de linkerhand. Bovenaan op een heuvel een
jager, met geweer en een hond een hert vervolgende te midden
van boomen. Onderschrift:
alwaar de Ongeregtighyt met
Geit Wort begoote daar wort
De Waarhyt de Mont
Gesloote. 1)
Kabinet van den heer Smits van Nieuwerkerk..
1188. 1751. Toegangspenning tot d e n ’s Gravenhaagschen hortus
17 Th 51. Zie Mededeelingen pl. d no. XII afgebeeld I blz.
205-206, no. XII en Dirks, Gildepénningen pl. XLII no. 1, Deel I
blz. 252-253.
1189. lm . ’s Bosch blz. 1751 ƒ318 - 8 - 8 ƒ 410 - 7 - 8 en ƒ 483 -
8 -8 . Aan J. F. Sandvoort als rentmeester van het weeshuis in
plaats van een gouden penning, voor het bouwen van een nieuwen
gevel voor het weeshuis f 12-12 st.
1190. 1751. Huwelijkspenning, gesneden door N. van Swinderen.
Op den kant Ds. Johannes Bagelaar met Anna van Campen. Getrouwd
’s Dage 24 April 1726. v. d. Chys no. 495 Mm. 49 Z. 44
ƒ 5.__ Bij Posthumus no. 1065 Mm. 49 Z. 45 w. als 25-jarig huwelijk.
1191. 1751 11 December. Gegraveerde zilveren penning. Vz.
Lijkbaar. Daarboven een gevleugelde zandlooper. Kz. Ter f Ge-
dachtenisse van / Elsje Jacobs Rooft / Obiit 7 December Out zynde
66 jaren / 8 Maanden, 26 dagen / En begraven / den 11 December
1751. In collectie Hooft van Iddekinge (18 yV 71.) Bij Jamieson-
Fey.ens no. 2520, Bom no. 4986 (1872 blz. 210) Z. 17, Cat. Zaandam
Tent. no. 1412 (Kon. P. Kab- Aanw. 1887.
.-"-1192. 1751. (Verv. no. 327 plaat XXX blz. 362 ) Op den Markies
de Bonnac, gewoon afgezant van den Koning van Frankrijk
hier te lande. (Achtkant.)
1752.
,— 1193. 1752. {Verv. no. 305 plaat XXVIII blz. 329. Op het
Nieuwe jaar. Met 2 op den stempel ingedrukt. Gesneden door
G. Marshoorn.
’) In 1705 klaagt een Harlinger kleermakers gildepenning (Dirks
Atlas CXX (3) ook: De Jestiessie Wort met geld begooten
De Waarheid is de mond geslooten.