
digd in de maand November 1735.) Cat. Renesse no. 8437. P.
Smidt v. Gelder II no 137. Gr. 30 K. Bom (1873) no. 1364.
546. 1735. Ter eere van Onze Lieve Vrouwe van den Dorren
Boom. (Reeds aangestipt in Repertorium I no 9-10. Afdruk blz. 6.
Navorscher (1879) Dl. XXIX blz. 98.) Vz. Romeinsch krijgsman van
voren gezien staande op een voetstuk met het opschrift: Philip-
pvs bonvs■ (Philips de goede.) Daarnevens een leeuw en een tafel
met kleed, waarop een helm en de halsband van het Gulden
Vlies geplaatst zijn. Rz. Vier krijgslieden te paard hij een dorren
boom, waarboven zich de H. Maagd met haar kind vertoont.
In de verte andere ruiters. Bij P iot, Goins no. 619-622. J (onnaert)
no. 100, Cat. d’ Hane no. 889.
547. In Cat. de Vries (1884) no. 1636, Koper. Mm. 48 als hoogst
zeldzaam, trouwens verkocht voor vijfenvijftig gulden, aldus beschreven:
Eleazer uit Brody in Polen (thans Gallicie) verkozen tot,
e'n zijne plechtige intrede als Opper-rabijn der Hoogduitsche Israëlitische
gemeente te Amsterdam. Vz. Zijn portret met Hebreeuwsch
omschrift. Kz. Hebreeuwsch opschrift. (Bom (Septb. 1889) no.
120. Afdruk in staniool.) Ook beschreven door Dr. J. J. Mulder,
Ned. Israëlitische Jaarboeken 1859-1860 en in een opstel van M. Roest
Mz. in den Israehtischen Letterbode 1875 no. 4. Zijn portret als
Opper-Rabijn (1735-1740) Cat, Tent. Amst. (1876) no. 1677.
548. 1735. Gedreven penningplaten op het 25-jarig huwelijk
van Isaak Fortgens en Margaretha van Loenen hij Bom (1873) blz.
72 no. 1564. Mm. 72 Brons. Als fraai gedreven gedenkpenning
in brons, Mm. 70 bij Teding van Berkhout no, 466. (Kon, P. Kab.
Aanw. 1885 blz. 16, abusief als van S. Fortgens. (Gedreven zilver.)
Voorzijde. De meermalen voorkomende voorstelling van de door
een hemellicht (alziend oog) bestraalde vrouw, zittende met een
hoorn van overvloed naast haar en een palmtak in de linkerhand.
Zij stort een offerschaal uit op een brandend met een ooijevaar
yersierd altaar.
Keerzijde. Twee vereenigde schilden waarin de letters I. F, en
M. L. zijn gevlochten.
Op een tableau:
Isaak Fortgens en Margareta van Loenen.
Hoe Groot de liefde Was By ’t Paren
Voor Driemaal Seven en Vier Jaren,
Nog Grooter Wierd zy Met de Tyt,
Nü Kind’ren en Kindskind Verblyt
Op ’t Zilvre Feest Den Dis vertieren
God Doe Na ’t Goude Ons ’t Hemelsch
vieren. J. F.
In een compartiment:
Getr. den 16 Febr,
1710.
(De rand van dezen fraaien penning draagt geen merk.)
549. 1735. Op het 25-jarig huwelijk volgens ingegraveerd opschrift
van van Crombach en Stokhoff. (Algemeene penning van
M. Holtzhey.) Cat. F van de Poll geb. Bonn te Utrecht (1867) blz.
37 no. 684 Z. 42 w-
550. 1735, Op Ijet 25-jarig huwelijk van Cornelis Kolf en Ca-
tharina van Oosterwyk. Mm. 48, door Holtzhey Z. 45 w. Bij Posthumus
no. 877.
551. 1735 8 Febr. Als boven van den Raadsheer Samuel Gilles
en Florentina Johanna Pittenius. Bij de Vries (1854) no. 2065 Z.
23 w. Dpekman no. 69, Z.
552. 1735 19 Aug. Zilveren bruiloft van (?) van Ogen met (?)
van Royen, Gest. groot 28.
Voorzijde. Bet echtpaar, in antieke kleeding, naast elkander
gezeten, geflankeerd door twee ooijevaars. Een daar achter staande
persoon houdt een krans boven hunne hoofden, terwijl de man
geldstukken stort in een reeds overvollen hoorn van overvloed. Op
den voorgrond vele palmtakjes. In de afsnede (M.) Holtzhey
f(ecit), Omschriit:
van OYEN met van ROYEN
HUN ZILVRE PALMEN STROOYEN.
Keerzijde. Tusschen twee wolken te voorschijn komende, vereenigde
handen en een paar duifjes het volgende:
Ik ouders, uit / uw echt geteelt, /
• Voel myn gemoed / door hoop gestreelt /
Van ook uw goude feest / te cieren
Gelyk nu ’t zilvre / dat wy vieren.
Daaronder:
den F T t van oogstmaand)
MDCCXXXV.
(Hoe waren de voornamen van deze jubilarissen ?) (Cat. Bom
19 Maart 1857 no. 749. Kon. Penn. Kabinet,)