580. 1736. Als boven van Francois VeÜkamp en Johanna Sara
Bubling- (Navorscher (1857) VII blz. 33.)
581. 1736 3 December. Gouden bruiloft van Cornelis Spiering
en Geertruyd van der Goes. Bij Oosterdyk II no. 147 Z. van Sytzama
no. 28 Z. 52 w. Guyot no. 180. 't Hooft no. 1453 Mm. 53 Z. 54 w.
Afgebeeld in de Revue de la Num. Beige (1878), pl. 9 no. 30 en op-
gehelderd door M, graaf Nahuys, aldaar blz. 119-123. Gegraveerd
door de volgens ontwerpen van A. Schoemaker en Schaak.
(Zie ald. p. 122) Z. Kon. P. Kab. groot 36.
^ 582. 1736. Op de mislukte gouden bruiloft van Pieter van Aken
en Sara Boll, beschreven door S- H. van der Noordaa in het Tijdschrift
voor algemeene Munt- en Penningkunde van Prof, v. d. Chijs
I blz. 525-527. Het feest zoude gevierd worden den 21 December
1736; doch op den rand van den penning rust een doodshoofd op twee
kruiselings geplaatste beenderen en zijn deze regelen te lezen:
Vier weeken vóór het Feest,
Gaf Sara Doll den Geest.
Navorscher X (1860) blz. 186 bij Mr. W. P. S- Bij de Roije no. 2733
ƒ 8.25, de Vries (1884) no. 1652. Mm. 39 Z. 25 w. ƒ 5.—. Kon. P.
Kabinet Z. groot 27, Kab. Smits v. Nieuwerkerk.
583, 1736 16 Febr Zilver, gegraveerd, op het overlijden van
Ludolphus de Wit, geb. te Rotterdam 27 April 1646. Predikant te
Driebergen, Leiden, Londen en Utrecht. Groot 77 Mm. Z. 55 w*
Cat. F. H. Maschbaum (1880) no. 4795,
584. Op het overlijden van Leendert van der Kade. (Navorscher
XII blz. 209 )
,--585. 1736 8 Januari. Op het overlijden van J .Le Clercq, hoog-
leeraar in de wijsbegeerte, kerkelijke geschiedenis en hebreeuwsche
taal aan de kweekschool der Remonstranten te Amsterdam.
Gesneden door Jean Bassier (geb. te Genève 1676, stempelsnijder
aldaar, overleden in 1761.) Bij de Vries (1884) no,
1649. Mm. 48 Z. 7 w. ƒ 3.25. (Opgenomen in het Vervolg op van
Loon onder no. 218 plaat XXII blz. .207.) Ook afgebeeld in Museum
Mazzuchellianum. Vol H Tab- CXII (5) p. 55.
586. Stadhuisp. van ’s Hertogenbosch. Inv. p. 1688 1 Januari-
31 Decb. 1736 ƒ 190 - 14 8.
587. 1736 19 Decb. Op de geboorte en het overlijden der
prinses van Oranje. (Verv. no. 101 pl. X bl. 102) gesneden door
Nicolaas van Swinderen- ’) Vz. De Vorstin met het kind dat pas
geboren stierf. Kz. de gecombineerde wapens van Oranje en
Groot-Brittanje.
In het Vierde Beel van van Loon, Historiepenningen, zijn een aantal
penningen op prins Eugenius van Savoye opgenomen, doch die
op zijn overlijden (24 April 1736) ontbreken. Wij laten ze hier
(voor zooverre zij tot onze kennis zijn gekomen) volgen,
588. (Renesse no. 29405). Eugen{ius) Franc(iscus) p{rinceps) Sab
(audiae) dux exerc(ilus) impierialis) et Vic(tor) in Ital(ia). (Eugenius
Frans, prins van Savoie, bevelhebber van het keizerlijk leger en
overwinnaar in Italië.) Kz- Het sterfbed van den prins. Nat(us)
18 Octob(er) 1663, denat(us) 24 Apirüis) 1736). (Tin.)
^-589. (Renesse no. 29406.) Eugenius enz. Borstbeeld, Kz. Katafalk.
Hercules quid etc. labores. (Hij verrigtte de arbeiden van
Hercules) Requies optimo. (Rust voor den besten.) Trofee. Orbi
ereptus XXJ(lees XXIV) april(is) MBCCXXXVL Zilver, als Völcker
no. 1424 Z 29 w. ƒ 3.25, gesneden door Vestner.
1737.
590. 1737 4 Septb. Op den dood van Iman Mogge, Gemachtigde
ter Admiraliteit van Zeeland, Oud-Schepen der stad Amsterdam.
(Verv. no. 116 plaat XII blz. 115-116). Vz. Zijn wapen.
Van zilver beneden: bovenaan van goud met 5 en 4 (op twee
regels geplaatste vliegende bijen) twee golvende fasen van lazuur
als surtout en schildje waarop een leeuw van goud.
^591. 1737 12 Septb. Op de inhuldiging van den Prins en de
’) „Medailleur in de Raamstraat te ’s Hage maakt bekend den
„liefhebbers van Penningkunde, dat door hem gemaakt en bij hem te
„bekomen is de zilveren Medaille verbeeldende het bevallen van
„hare Koninklijke Hoogheid de Princesse van Oranje en het af-
„sterven der Prinses, zijnde twee zinnebeelden, beyde in een en de-
„zelve Medaille verbeeld. Denzelven van Swinderen maakt en verdoopt
alderhande soorten van goude en zilvere Historie-, Trouw- en
„Bruyloftspenningen.” (Nederlandsche Kunstbode 1880 blz. 127 uit
de ’s Gravenhaagsche Maandagsche Courant van 21 Januarij 1737.)
(Zie aldaar een request van N. van Swinderen van 20 Januarij 1736.)