
Eindelijk een doodkist op welks voorzijde twee kruiselings geplaatste
schrenkels en het opschrift hy zal rusten j in vrede, zijn
gesneden en een duif is geplaatst. Links en rechts te lezen:
Daar zyn - de Khjne
En de Groote.
(Vrij goed gesneden.) (Kab. P. H. v. Gelder no. 7645.) (Rijks
Museum.) Tent. Amst. (1876) no. 1356 (Ger. A. Heinelen) Cat. Arti
(1880) no. 1123. Navorscher (1884) blz. 172 120 w. (Portret in Friesch
Museum Cat. blz 176 no. 482.)
1122. 1749 25 Maart. Zeer fraai gegraveerde en groote zilveren
penning, blijkens het opschrift in een cirkel, omgeven door
een hollandsch vaandel, pieken, kanonnen, trommen, trompetten,
kompas, anker, laadstokken, kogels enz. en waarboven een gevleugelde
zandlooper en waar beneden een doodshoofd op schrenkels
geplaatst.
Ter Gedagtenis / van Henric Grave Luijtenant Admiraal van Hólland
en West-Vriesland aan de Maaze Geboore den 25 Decemb. 1670
En Overleden / den 25 Maart 1749 ')
Op de voorzijde het wapen der familie Grave, schild van zilver
met drie fasen van keel, vastgehouden door twee leéuwen met
helm, waaruit twee geharnasde armen oprijzen, die ieder een pluim
omhoog houden en dekkleed. Daaronder de wapenspreuk:
Inquin (Genie) Passé La Force.
Bij de Vries (1884) Z, 131 w. ƒ28.— als (hoogst zeldzaam) doch
ook in Kon. Penn. Kab- bij Salm no. 2570 Z. w. Völcker no, 1545
Z. 125.5 w. ƒ18.50, de Hoge no. 2961 Z. ƒ 5oJ |||Hist. Tent Amst.
(1876) no. 975. Cat. Arti 1880 no. 1721 en Coll. P. H. v. Gelder.
(Rijks Museum).
1123. 1749 1 October. (Verv. no. 902 f f pl. LXXXVIII. Vervolg
Deel X, Bijblad blz VII no. 49.) Op het overlijden van Judith
Ook, huisvrouw van Martinus Holtzhey. Bij de Boye no. 2964 Z.
ƒ10.50, Westhoff no. 2838 Z. 27 w., Völcker no. 1547 Z. 31.5 w. ƒ 13.-
Bij de Vries (1884) no. 1866 Z. 27 w. ƒ 7.—. Zeldzaam.
1124. 1749 27 Sept. Op het overlijden van Henricus Verbeek,
') Is te Amsterdam gestorven en in de Nieuwe Kerk aldaar begraven.
Zie over hem J acob K ok Dl. XVIII blz. 577.
2) Aldaar en op de afbeelding te lezen LUGENS voor LUCENS
(Kon. P. Kab. Verslagen 1888 blz 137.)
oud 16 jaren, geb. 4 Decb. 1732. Eenigste (zoon) hoop des vaders
Fraai penningje door J. G. H(pltzhey.) Vz. Wapenschild * 2 1) waaronder
Spes vnica patris. Kz. D(ivis) M(anibvs) Ivven(is) nobiliss.(imi)
Hcnr.(ici) VerbeeknatiIVDecemb. MDCGXXXI1 denat(i) X X V II Sept.
ClOIOOGXLIX. Bij de Boye no. 2965 Z. ƒ 3.50, v. Cleeff I no.
2933 Z. ƒ 7 —, Kon. P. Kab. Z. groot 24, de Vries (1854) no. 2250
Z. 15 w., v. d. Chys, Aanwinsten 1852/53, Westhoff no. 2837 Gr
23, de Vries (1884) no 1872 Mm. 35 Z. 7 w. ƒ 2.50.
1125. 1749. Tinnen penning op het overlijden te Amsterdam
van den Pastoor J. F. Schouwen. Cat. Tent. Amst. (1876) no 3890
(Ger. A. Heineken) (Stedelijk Museum.)
1126. 1749 18 Februarij. (Vervolg no. 323 (CCCXXIII *) plaat
XXIX blz. 349-350.) Ter Gedachtenis van Jacobus Smits, inleven
Schepen en Raad te Nijmegen.
1127. 1749 10 Febr. Overlijden van W. Buys, raadpensionaris
van Amsterdam, geb. aldaar 1661; door Simon
1128. 1749. Inv. ’s Bosch blz. 1742. Theod van JBerckel betaald
17 Jan. 9 Mei 1749 ƒ 525 - 2 - 8. Graveren van nieuwe stempels
ƒ 1 5 8 -8 -8 .
10 Mei 29 Aug. 1749 ƒ 808 - 1 - 8. (Hieronder 44 silveren voor
de Latynsche scholen en vier gouden aan de gecombineerde (sic)
lees: gecommitteerden.
1750.
1129. 1750. (Verv. no. 292 plaat XXVIII blz. 312-313.) Gesneden
door J. G. Holtzhey. Op het nieuwe jaar. Groot Mm. de
Vries (1884) (?) no 1874 Z. 31 w. ƒ 2.75. Cat. Holtzhey no. 65.
1130. Als boven. Kleiner. Mm. de Vries 31 no. 1875 Z. 15 w.
ƒ1.25. Bom (April 1859) no. 983. Zeeuwsch Gen. no. 814 Z.
—^ 1131- Als boven. Kleiner. Mm. = 30 Z. 9. no. 1876 ƒ0.70.
Bom (1891 April) no. 395. Met een punt achter Gavdeat.
1132. Als boven. Nog kleiner. Mm — 28 Z. 4 no. 1877 ƒ0.50.
1133. Als boven. Bij de Haan no. 500. Vz. Verv. no. 292 Kz.
no. 296 Z. 4 w.
1 ) Verbeek. Zilver met een koe op golven, gesloten visier waaruit
een koe oprijst en lambrequins.
a) Blz. 349 staat CCCXXII.