
no. 3693 ƒ 0.40 K. Dugniólle no. 4889. Vs. Rechts gewend, gelauwerd
hoofd van Karei VI (Carólvs VI Bom: imp: dvx Brabantiae
c.(omes) Fland.(riae) als hertog van Braband en graaf van Vlaanderen.
Daaronder B(oettiers). Kst. Mercurius met zijne kentee-
kens boven een haven, waarvoor een schip, zwevende. Aan den
horizon een stad. Omschrift: Belg ar VM saeCLa reDVXI. (De
(gulden) eeuwen der Belgen heb ik teruggebracht) zinspelende
op de Handel-Maatschappij te Ostende opgericht, een doorn in
het oog van Nederland. Piot no. 550-551. (Vgl. aldaar no. 552-553
op 1722 en Ven. no. 79 PI. VII Deel II blz. 83 (A°. 1731) IntrelcMng
dier Bescherming door Karei VI verleend.)
264. 1721. De Kardinaal Dubois tot aarts-bisschop van Kamerijk
benoemd. Vs. Wapen van den Kardinaal. (Dugniólle no. 4890(1)
D’azur è, trois abrisseaux d’or au chef cousu de gueules chargé
de trois molettes d’argent). Es. De Vrede staande: aan haar
voeten een leeuw- Omschrift: Fiat pax in virtvte tva. (Dat het
vrede worde door uwe kracht (of deugd). In de afsnede : Ca-
meraci 1721.
265. 1721. Spotpenning, waarschijnlijk zinspelende op de hindernissen,
die Engeland in de Nederlanden trachtte te bewerken,
in de verdragen tusschen Frankrijk en Spanje, bij gelegenheid
van eene huwelijksverbindtenis tusschen deze Landen. Vs. Borstbeeld.
Niet van George I of Lodewyk X V maar van James Edw.
Stuart de ridder van St. George, zoon van Jacób I I (zijnde the
first Pretendent). Unica Salus. (Het eenige heil of toevlucht.) Es.
De stad Londen in het verschiet. Quid gravius capta. (Wat gewichtiger
besluit kan er genomen worden.) Op den voorgrond de
treurende Engelsche Maagd met haar wapenschild, het Andalusische
Paard (Spanje) de Leeuw (Nederland) en de Eenhoorn (Engeland)
van elkander scheidende en vertredende enz. Bij Vdlcker Z. 41
w. ƒ 42.— en bis (slecht) f 5.—, Smits v. Nieuwerherk Z. P. Smidt
v. Gelder no. 3695 Gr. 34 Z. 47j w. ƒ 10.75, v. Dam no. 3063 Z.
ƒ 3.75, de Boyeno. 2616 Z. ƒ 19—, (Bom) 1873 p.-68 no. 1455Lood.
266. 1721. Spotpenning op de geboorte van een zoon te Rome
(31 Dec. 1720) van den Pretendent Jacobus Hl. Vs. Het kraambed.
Omschrift: MoLenDInarIVs prInCeps non opVs habebI t
SoboLIs festIbVs. (De prins Molenaar (zie v. L. H l 369) zal geene
feesten behoeven voor zijn kroost.) Jacobus & Clementina Maria
multa praetendentes nihilque consequentes Bomae. (Jacob en Clementina
te Rome veel verlangende of eischende maar niets verkrijgende.
Es. Sancsta Molinosii daret etc. Bij P. Smidt v. Gelder no. 3696
G. 23 K. ƒ 1.—.
267. 1721. Bij Welsl de Wellenheim no. 13979. Imhof (Christian
Friedr.) Looden Medaillon. Vs. Borstbeeld met omschrift :
DE-H(off?) AET(atis) S(uaé) 25. A:(nni) C:(hristi) MDCCXXL Es.
Zonder omschrift. Het familiewapen van Imhof of Imhoff. Gr. 25
(Vgl. op 1741 G. W. Imhof, Gouv-Gen. van Oost-Indie.)
268. Z. J. Als boven no. 13978. Imhof (Joh. Ernst). Kleine
eenzijdige koperen gedachtenispenning. In een dubbelen cirkel
het wapen van Imhof: daarboven E I H (Ernst lm Hof) (Gr. 7.)
269. 1721. Gedachtenispenning van de Westfriesche munt voor
den tijd van tien jaren naar Hoorn verplaatst. (Cat. v. Dam blz.
167 no. 4768.)
Afgebeeld bij v. Dam v. Noordeloos ( 1835) no. 5. VÖlcker no, 1379
Z. 57.5 w. f 6.75. Eeer no. 2826 Z. ƒ 20.25. Coll.wijl. L. H. Eberson
te Arnhem. Vs. De Westfriesche maagd, houdende in hare uitgestrekte
linkerhand een vredetak, en met haren rechterarm den
speer der vrijheid met den vrijheidshoed in top omvattende- Zij
heeft den bijbel op haren schoot en een hoorn van overvloed staat
naast haar, gezeten aan de zee waarin schepen zeilen. Vóór hare
voeten ligt oorlogstuig en rechts naast haar staat een wapenschild
waarin geëncadreerd vier wapens. In het midden dat van
West Friesland, omgeven door de wapens van Hoorn, Enkhuisen en
Medemblik. Onderschrift, zijnde de muntspreuk: Vigilate Deo
Confidentes. (Waakt op God vertrouwende.) Omschrift: Deus
fortitudo et spes nostra. (God onze sterkte en hoop.)
Es. Tusschen het wapen van Hoorn, door een Eenhoorn vastgehouden,
en een gezicht op die stad van de zeezijde genomen,
het volgende opschrift:
Ord:(inum) Westfrisiae mon(etam) secundum jura et privilégia Hornae
1586 denuo-erecta foedereq(ue) eorund(em) ord(inum) 2 Jan(uarii)
1587 illic confirmata et continuata ad ann(um) 1602 dein(de) multo-
ties per Westfri(siae) urbes ambulatoria juxta vices hoc tempor e pad*
fico ad hanc eand:(em) civitatem pro spatio X annor(um) reversa coss
(consules) civ(itatis) Horn(ae) cum antiq(uis) insign(ibus) et inscript
(ionibus) c(udi) f(ecerwnt) A(nno) 1721.
De munt der Staten van Westfriesland volgens recht en privili-
gien te Hoorn in 1586 op nieuw opgericht en door eene overeenkomst