
latere Kunstgezelschap onder die zelfde zinspreuk aanduiden ?
Cat de Vries (1884) no. 2008 met oog Mm. 45 X 36 Z. 15 w ƒ3.-
1441. (Kon. Ifab. Aanw. 1883. Alg. Verslag V 126.) Zilveren
gegraveerde penning aan Ph. Tideman.
1442. 1764 5 Novb. Gouden bruiloft van Gerard de Jong van
Beek en Bonk en Johanna Judith Josselin,
Vs. De wapenschilden van bet echtpaar met een kroon gedekt.
Daaronder:
Aurea ridenti maneat ooncordia vultu
Augescat domus soboles optata perennis
Dat de eendracht met lagcbend gelaat blijve.
Dat bestendig gewenscht kroost het huis steeds vermeerdere.
Omschrift: Johanna Judith Josselin et Bom(inus) Gerard de Jong
dynasta de Beek et Bonk. (Heer van Beek en Donk.)
Ks. Boven een altaar, aan beide zijden gedekt met een hoorn
van overvloed en van voren met een kring (een slang die in zijn
staart bijt) (waarbinnen L) twee handen ineen gesloten waarboven
een omkransd hart, dat door het alziend oog bestraald wordt,
In de afsnede. F Nov(embris) MDCCLXIV. Omschrift: Aureum
hunc aureis sacramus nuptiis nummum. (Dezen gouden penning
wijden wij aan het gouden huwelijk.) Cat. 1Voord Brab. Gen. blz.
104 no. J. Zoude gesneden zijn volgens Jhr. M. A. Snoeck no. 215
door Th. van Berckel. Geslagen ses exemplaren in goud en honderd
in zilver.
1442 * 1764 6 Maart, 1765 13 Maart. Fraaie, ovale, uit de hand
gewerkte en gegraveerde penning op het overlijden van Anna Bru-
nink,huysvrouwvan Jan van Vollenhoven en van haren zoon Nicolaas
van Vollenhoven. K. P. Kab. Aanw. 1886 blz 16. Bij Teding van
Berkhout no. 632 Mm. 73 en 67 Z. 157 w. Zie verder no. 1456.
1443. Z. J . Zilv. trouwp. met opschrift: Arent Meynderts en
Aeghje Claes. ("Cat. Tent. Zaandam ns. 1356. K. Honig Cs. te Koog
a/d Zaan.)')
’) a. Cat. Zaandam Tent. no. 1492. Peoneknnst (verguld) ter geleheid
van het huwelijk van P. C. Wilhoren en B. A. Hondeman 1764.
(Inzender J. de Vries te Wormerveer.)
b. 1764. Cat. Kon. Oudh. Gen. te Amsterdam blz. 46 no. 723.
Glas met opschrift: Ter gedagtenis van den 25-jarigen trouwdag van
Leendert Balbian en Elizabeth Everlus, geviert geweest te Rotterdam
den 16 Augustus 1764, waarbij toepasselijke afbeeldingen.
1765.
— 1444. 1765.. Op den aanvang van het jaar. Beo Auspice felix.
Hollandsche maagd blijkens haar schild. In de afsnede: 1765.
(Ook met 1766, niet 1716 zooals Navorscher VI (1856) blz. 261 opgeeft.)
Gesneden dsor Mse Andeles te Leeuwarden. Bij v. Cleeff I no.
3004 Z. 31 w. ƒ 1.75, Völcker no. 1608 Z. 15 w. ƒ 2 .—. Door ons
uitvoerig beschreven met de twee daarbij behoorende versjes van
A- J(eltema) in de Navorscher (1868) XVIH blz. 207-208.
1445. 1765. (Verv. no. 374 plaat XXXIV blz. 417.) Op den
bloei en de welvaart der stad Utrecht- Gesneden door J C- Marmé-
1446. 1765. Stadhuispenning van ’s Hertogenbosch. (Few. no. 375
plaat XXXIV blz. 418.) Vs. Minerva, waarnaast ter rechterzijde
een uil met neerhangende vlerken. Zij houdt met de rechterhand
de speer en wijst met de linkerhand op boeken. Boven: Invigilate.
(Waakt.) In de afsnede; MDCCLXV (zonder T. V. B.) Bij v. Orden
pl XX no. 25, Palier no. 68, Snoeck no. 69.
1447. Als boven. Vs als Palier no. 65, Snoeck no. 67, doch
met MDCCLXV. Ks. als Palier no. 65, Snoeck no. 67, Smidt v.
Gelder I no. 4393 Z, ƒ0.90.
1448. Inv. v. Zuilen blz. 1789. Theod. van Berckel ƒ 530 - 15 - 14,
ƒ 533 - 4 -: en ƒ 430 - 19 - 12.
^-1449. 1765 9 April. (Verv. no 376 plaat XXIV blz. 418-419.)
Op het overlijden van Maria Louisa, Prinses Douarière van Oranje-
Nassau, geboren Landgravin van Hessen Kassei- Gesneden door
E(ise) A(ndeles). In Navorscher (1868) XVIII blz. 208-209 deelden
wij twee versjes (van A. Jeltema) in 1765 bij dien penning gevoegd
mede, ook te vinden in zijne Mengeldichten II 3de druk
(1825) blz. 136.
De voorsyde van dezen penning schijnt door Andeles gecopieerd
te zijn naar de voorsyde van dien (Vervolg no. 351) door N. v.
Swinderen gesneden. Dit heeft verwarring gegeven zoodat bij
Westhoff (1848) voorkomen no. 2943 (1765) Gedenkpenning van de
stad Leeuwarden op het overlijden van Maria Louisa, weduwe van
Jan Willem Friso Z 29 w. en no. 2944. Als voren van de stad Sneek
Z. 36. Do eerste zal zijn no- 376, de tweede no 351. IndeTVa-
vorscher VI (1856) blz. 334, VII (1857) blz. 90 en blz. 236 is daarover
veel te lezen. Deze oplossing komt ons nu de eenvoudigste voor.
No. 351 heeft NVS tusschen den arm en AVR NASS genoegzaam