
REPERTORIUM III (1716— 1768.)
VOORRED E .
In de Navorscher (1879—1890) ;zijn verschenen XCV nummers
van het Penningkundig Repertorium of Mededeelingen ter aanvulling
van de Penning geschiedenis der Nederlanden, loopende van het jaar
1458—1716, zijnde de jaren door van Mieris en van Loon bewerkt.
De jaren 1716—1806 zijn (hoewel in anderen vorm, te weten,
niet als doorloopende geschiedenis) uitgegeven door het Kon. Ne-
derlandsch Instituut en de Koninklijke Akademie van Wetenschappen
in tien folio deelen onder den titel Vervolg op vm Loon's Neder-
landsche historiepenningen.
Op deze tien deelen zijn door mij, (evenals vroeger op de werken
van v. Mieris en van Loon,) in twee deelen, loopende van 1716—1768
(of Vervolg I—V) en van 1768—1806 (Vervolg VI—X) alsmede op
de heide werken van graaf Nahuys, Histoires Numismatiques de
la Hollande (Sous Louis Napoléon et reunie à l’empire français), loopende
van 1806 tot Nov. 1813 aanvullingen gemaakt.
Die aanvullingen bevatten :
a. Zuid-Nederlandsche penningen van 1747—1806, ontbrekende
in de Vervólgen IV—X , vermits het K. N. Instituut die alleen in
I—III opnam, omdat Noord-Nederland, tijdens de uitgave van I—III
(tot 1830) met België vereenigd was, doch in 1840 (na 13 jaren
(1827—1840) tijdsverloop tusschen de uitgave van stuk III en IV)
liet men de Belgische penningen schieten. Deze lacune werd door
de Belgen opgemerkt en betreurd, doch was bij de uitgave van
V I—X niet aan te vullen, veeleer moest men die nog grooter maken,
doordien men op den nu eens ingeslagen weg moest voortgaan.
&• De in Deel I—II Vervólg dikwerf verbroken chronologische
orde is in dit werk hersteld.