
Gy hebt gezeegend Heil sien in uw Echt-hof groeyen,
En wy sien nu den naam van Hooft vol luister bloeyen
En wenschen Edel Paar, dat die bestendig zy:
Leef lang nog in de Gunst des Hemels aan het Y.
Vit Burger Liefde■
1314. 1757. Geboortepenning van Theodora Catharina MenJco.
Gegraveerd. Yz. De zinnebeelden van den Christelijken godsdienst.
Kz. Opschrift in zeven regels. Doorboord. Z. 29 w. Bij
v. d. Niepoort no. 163.
1315. 1757 11 Mei. Zilv. penning. Yz, Gestempeld. Wapenschild
waarin I S in elkander gesljngerd zijn gegraveerd. Het
wapen met gekroond helm waarboven een klapwiekende vogel,
verder helmdeken. (In hoogen kabelrand.) Kz. Gegraveerd: Ter
Gedagtenis / van 't zoontje van / Gerlof ï Builaart / Geboren den
29 Becem?"•. / 1756 Overleden den / 11 May 1757. (Groot 27).
(Coll. Dirks.)
1316. Op het overlijden van Jacob Dechani, Armenisch aartspriester
te Amsterdam. In de Navorscher XIII (1865) blz. 11 op het
jaar 1740 geplaatst misleid door het einde van het omschrift der
Yz. doch op de Kz. staat 1757. (Kon. P. Kab. Zilver gest. Ovaal
37/35.)
Yz. Een compartiment gekroond, waarbinnen de H. Geest als
duif en een hemellicht bestralende het Lam met vaandel, geplaatst
op een wereldbol. Links eene vrouw met den Spiegel der Waarheid
in de rechter- en een slang in de linkerhand Rechts eene
vrouw met een krans. Links van het hemellicht een bloedend en
rechts daarvan een bloeyend hart. Op een wimpel onderaan Armenisch
opschrift. Armenisch Omschrift eindigende met 1740.
Keerzyde. Bovenaan: Tafelen der wet, hostiekelk, kruis en
bijbelboek rustende op een wolk, waarin openingen met anker en
vlammend hart door doornkrans omringd. In het midden een driehoek
met cirkels als einden. Onderaan een gevleugelde engelkop
en Amsterdam 1757. Op drie bandelieren Armenische opschriften.
Desgelijks in den driehoek.
1317. 1757 17 Augustus, Op het overlijden van J. Beukelman,
Predikant te ’s Gravenhage.
Voorzyde. Het borstbeeld van den overledenen, een zeer zwaar
man (Pater goed leven!) in ambtsgewaad en face met een bijbel
of boek in de rechterhand. Omschrift: Iohames Beukelman. Natus
Hornae X I Mart(ii) 1704. ([Joannes Beukelman geboren te Hoorn
11 Maart 1704.)
Keerzyde. Een sarcophaag waaronder een gevleugeld, gelauwerd
doodshoofd en schrenkels en waaruit een obelisk, (gedeeltelijk
zichtbaar) oprijst. Daarop zit een engeltje met uitgebluschten
fakkel in de linkerhand en in treurende houding met den rechterarm
leunende op een zandlooper. Op den sarcophaag dit opschrift:
Y(erbï) D(ivini) M(inister) in Driehuizen, Alblasserdam, Zierikzee,
Hoorn, Botterdam, 's Gravenhage.
Onderaan op een lin t: Obiit Hag(ae) 17 Avg. 1757.
(Leeraar des goddelijken woords te Driehuizen, Alblasserdam,
Zierikzee, Hoorn, Rotterdam, ’s Gravenhage. Hij overleed te
’s Hage den 17 Aug. 1757.)
Omschrift: Fulgebit extinctus.
(Uitgebluscht zal hij (nog) schitteren.)
Onderaan: N(icolaas) v(an) S(winderen) f(ecit).
Zilver in Kon. P. Kab. groot 37. In Cat. Boonzajer no 822.
(Lood origineel.) (Aldaar abusief als Hervormd leeraar te Rotterdam),
Nav. (1862) XH blz. 110.
1318. 1757 31 December. Op het overlijden van G. Sandifort,
Predikant te ’s Gravenhage. Ovale gestempelde penning Z. groot
50/41- Yoorzyde. Dé Godsdienst als een treurende vrouw gezeten
bij een grafteeken (obeliskvorm) waarop een walmend antiek lampje
is uitgehouwen en dat door drie cypressen omringd is. In de
afsnede:
Intemerata Suum pietas deplorat alumnum.
(Onbevlekte liefde beweent haar kweekeling.)
Daaronder: v. M o e r in g e n f(ecit) (Die eere met dit stuk inoogstte.)
Keerzyde. Ter Gedachtenisse van den eerwaarden en Geleerden
Heere G e r a r d u s S a n d if o r t , bemind en beroemd Leeraar eerst in
Christus gemeente Oost- en Westerblokker in den jare 1735, te
Harderwijk 1738, te Deventer in dat zelve jaar, te Dordrecht
1740 en laatst in ’s Gravenhage 1741. Geboren den 17 November
1709 te Goederede en overleden den 31 December 1757, een
Man, die met zijn leer en leven stichtte en wiens naam in eeuwige
zegeninge zal blijven.
Zilver Kon. P. Kab.. de Yries (1854) no. 2313 gr. 47 Z. 56 w.,
v. Baaien (1862) no. 3227 (Koper), de Boye no. 3033 Z. ƒ 10.—,
Bom (1873) blz. 85 no 1900 Mm. 71/60. Lood.