
Voorzyde. De façade van een griekschen koepel-tempel, rustende
op twaalf dorische kolommen. Tusschen de uiterste kolommen
ter wederzijden de standbeelden. Onder dat aan de linkerzijde
(een krijgsman met een staf in de hand) leest men Paren
tvm consvlit aevo (Hij zorgt voor het nageslacht.) Onder dat eener
vrouw aan de rechterzijde: Hilarat spes altera festvm. (De hoop
op herhaling verblijdt dit feest). Au fond dè afbeelding van een
door de zon bestraald altaar. Op den bovenplint leest men V il
Kal(endarum) Sept(embris) (7 September) Tegen het dak komen
drie beelden van Vrede, Handel, Overvloed of Welvaart ? uit. Omschrift
: ÊiWouT van Dishoeck et Adriana van Dishoeck- Deze echtelingen
elkander de hand reikende, staan in antiek costuum voor
een bekransd, brandend altaar, omringd van rozen terwijl een
engeltje het wapen der familie Dishoeck vasthoudt. In de afsnede:
Amant nova vinela nepotem. (Nieuwe banden hebben den kleinzoon
lief)
Keerzijde. Het onderstuk van een zuil waarvoor twee vrouwen
(de eene met een krans, de andere met een bloem in de hand)
een tableau (rijk omzoomd) vasthouden waarop men leest: Ar-
genteum munus / Dishukei caraeque / Dishukiae taedarum / jugalium
post / qvinqüe lustra indeptumque ./ ex filio nepotem / repetitarum index.
(Zilveren geschenk van Dishoeck en van zijne dierbare Dishoeck
na hun vijfentwintig-jarig huwelijk, hetgeen bereikt of verkregen
zijnde een vingerwijzing zij voor den kleinzoon om dit te
herhalen.) Daaronder : Numine prospero olim mutabitur auro
MDCCXXXIH (Door Gods gunst zal het later in een gouden veranderen
1732.) Bovenaan: Insigne gentilitium (Geslachtswapen.) Daaronder
dat van Dishoeck, in mannelijk en vrouwelijken vorm.
Origine al una. (Uit één stam.)
Leidsch Penn. Kab. 18 Mei 1871. J. Schulman 1882, no. 440
ƒ 1 1 .—. Becker (met wapens) no. 969 Z. 10.60 w. ƒ10.-, Cat.
Tent. Amst. no. 3829. Oer. A. Heineken (Museum van Amsterdam)
v. d. Straaten no. 34 ƒ 12.-, de Vries (1884) no. 1616 Mm. 61 Z.
78 w. ƒ 20.—. Bij v. Duren no. 2172 Mm. 61 Z. (abusief) op het
huwelijk (Kon, P. Kab.) Z. gr. 41/42.
’) Dishoeck. Gedeeld. Boven: zilver met een haven-landschap met
twee burgten en laken, beneden: een links gewende loopende leeuw op
een veld van keel.
497- 1733 17 Februari. Gouden bruiloft van P. Deynoot en C.de
Lange. (Zilver gest. gr. 32). Voorzijde. Eene vrouw met een
ooijevaar nevens haar en een hoorn van overvloed tusschen den
linkerarm stort een offerschaal uit op een brandend altaar waarop
een L in slangenrond is ingebeiteld en waaraan de wapens der
echtelingen gehecht zijn.1) Omhoog een lichtwolk waarin de naam
Jahve. Omschrift: Pieter Deynoot en Gatharina de Lange, Ge-
tr(ouwt) den X V II Febr(uary) MDCCXXXIH.
Keerzijde onder een festoen in 10 regels:
Met vier takken en twee loten
VlERD DIT PAAR HET GOUDE PEEST,
Dankende verheugd van geest
God door wien dit word genoten.
Den XVII Febr:{uarï) MDCCXXXHI.
(Cat. de Vries (1854) no. 2052 Z. 31 w. Kon. P Kab.)
498. 1733. Gouden bruiloft van J. Scholting en O. Hoff. Na-
vorscher VI blz. 72.
499. 1733 23 Novb. Groote, ovale 75/68 gedreven zilveren en
dus holle sterfpenning van Maria Mossel.
Vz. Een landman met een zeis bloemen in een veld afmaaiende;
achter hem een landhuis, ter zijde een boom. Omschrift:
Maria Mossel obiit den 23 Novem. 1733 oud 10. jaaren 8 maande.
Kz. Twee geraamten waarvan het eene een zeis en het andere
een uitgebluschte fakkel houdt. Daarboven zit een kind, bezig
bellen te blazen; daaronder het sprekend wapen der familie, zijnde
drie mossels. In het compartiment leest men in 8 regels :
Is 't zaligst vroeg by God te weesen
En geeft de weereld hier niet veel
Als Moeyte, Droevheid, Zorg en Vreesen
Dan heeft Maria ’t beste Deel.
Bij Becker no. 968 Z. 76.65 w, ƒ 8 .— (fraai) de Boye no. 2702
Z ƒ 12. Cat, Arti (1880) no. 1293, bij P. J. Buiskes te ’s Gravenhage.
') Deynoot. Gekwarteleerd: (1 en 4). Zilver met drie ossenkoppen
(2 - 1) en face. (2 en 3) van keel beladen met een paar fakkels ?
(St. Andrieskruiswijze geplaatst) waartusschen boven: 3 eikels ? (2 -1)
en beneden : een |—| figuur.
de Lange. Van zilver, met een links gewend schaap aan een boom
gebonden.