
1738 te Leiden. Gesneden door Simon ') (Verv. no. 129 pi. XIV
blz. 127 ) Bij de Vries (1884) no. 1667 Br. ƒ1.75.
-—"'625. Als boven. (Verv. no. 130. pl. XIV blz. 128.) Gesneden
door Afbraham) Bemme te Rotterdam.* 2)
626. Als boven. Vs. als Verv. no. 130. Kz. Gegraveerd, Onder
den staf van Esculaap met een olijftak kruiselings liggende,
de zinspreuk van Boerhave: Simplex veri sigillum. (Het eenvoudige
is het kenteeken (zegel) van het ware), en daaronder: Geboren te
Voorhout den 31 December 1668, Hoogleeraar te Legden, den 20 Maart
1709 en aldaar overleden den 23 September 1738 A. BEMME A. Z
FECIT. Bij Stricker no. 4336, Brons ƒ 4 75. (J. H. v. Geuns) als. West-
hoff no. 2667. Eenig exemplaar. Waarschijnlijk door P. H. van
Gelder van J. H. van Geuns gekocht, alsdan in Rijks Museum.
Cat. de Vries (1884) no. 1668 Br. ƒ 3 .— Budolphi (1823) p 21
no. 39 (1829) p. 22 no. 81,
-—• 627. Als boven. (Verv. no. 131 plaat XIV blz. 128-129.) Gesneden
door Vivier (Mathias Nicolas Marie F.) geboren 1788, Stempelsnijder
in Parijs, die Voorhouti op den stempel tot Voozouti
verknoeide. Uit de serie Durand (1821). Cat. de Vries (1884) Z.
39 w. ƒ5.25, Budolphi (1823) p. 21 no. 41 en (1829) p. 22 no. 83.
628. Als boven. Penningplaat. (Verv. no. 132 plaat XIV blz.
129.) Gedreven door K. Lanting te Amsterdam. In Budolphi Index
(1823) p. 21 no. 42. (Ed. 1829) p. 22 no. 84. Bij Völcker no.
1442 Z. 15 w. ƒ 18.50.
629. 1738. Draagpenning als lid van een Vriendenkring van
Walrad van Hasselt, cabinet Courier. Volgens den heer G. E. van der
Bilt la Motte, in de Navorscher VI (1856) blz. 307 (toen in het
bezit van den heer B. F. Wierdsma, te Oisterwijk.) Zilv. penn.
groot 19. zwaar als een Ned. gulden, net bewerkt en keurig ge-
) Graveur paiticulier du roi (Guillaume I des Pays-bas) een der
100 penningen van de Galerie Simon (een prulwerk). Zie J. Dirks,
Nederl. Penningen (1813-1863) Haarlem 1889 I blz. 95 (1)
2) Werkte in 1815. (Zie D ir k s t. a. p. I blz. 61, (151-153) en 1820
(Vervolg v. Loon VI blz. 68.) Deze stempelsnijder heette niet Abraham
maar Adriaan Bemme Adriaansz. (Zie v. d. Aa B. 298-299.) De
penning heeft (foutief) Geboren te Voorburg lees z Voorhout, reeds opgemerkt
in Verv. II (Voorrede p. VIII.) Bij Budolphi Index (Editio
Berolini 1823) p. 21 no. 40. ‘(Ed. 1829 p. 22 no. 82.)
graveerd. Vz. Een drietal edellieden, aan een onder een boom
geplaatste en met een kleed bedekte tafel gezeten en in drinkgelag,
De middelste houdt, zoo het schijnt, den wijsvinger gevestigd
op een blad papier. Omschrift:
Wat is het pryselyk daar men niet
ah knoyery en vrintschap ziet.
Kz. Gegraveerd:
Hier siet men vrintschap dagelycks groeien,
Gepaart met soete Tcnoyery,
Twist, haat, wy het allerscherpst verfoeyeh
En henne ons van lasterren vry,
1738.
Aan den bovenkant een gaatje om den penning te kunnen
dragen. K a n tsc h riftWalrad van Hasselt, cabinet Couvier T)
630. 1738 30 November. Draagpenning van O- M. Pels, te
’s Hertogenbosch (doorboord) Vz. St. Andreas aan zijn naar hem
genaamd x gehecht Omschrift: S. Andreas Reviviscens 1738-
Kz. P a TRON / VAN DEN B l OCK VAN DE K e RCK EN / VERWERSTRAET.
C. M. P e l s . G r i f f i e r 30 2) 9br. (De patroondag van St. Andries en
met St. Bavo de datum waarop aan Notarissen hij ’s Bosch de hout-
gelden van verkochte boomen betaald worden.) Coll. van Jhr. M, A.
Snoeck te Hintham Z. fraai gegraveerd. In afteekening van Z. H.
W. G. in Coll. Dirks.
631. 1738 2 December. Groene bruiloft van P. Piterson en A.
E. van Korbach. Vz. In een slangenrond, de vereenigde, door
een kroon gedekte en op loofwerk rustende wapens(?) van Piterson
(een uit wolken komende hand een brandend hart vasthoudende)
en van van Korbach (een links gewende duif.) Of zijn dit huwelijks-
symbolen ? Omschrift: P. PITERSON. A. E. VAN KORBACH. den
2 d e c . 1748. Kz. Een altaar waarop een brandend hart, geflankeerd
door twee op takken zittende duiven en daarboven een zon
die een flauw, als in het verre verschiet zich vertoonend doodshoofd,
bestraald. Omschrift tusschen twee krulcirkels: H VAN
’T BEGIN TOT OP ’T EYNDE GETROUW TOT D’ DOOD. (Zilver
gegrav., vroeger in het bezit van Ds. O. G. Heldring te Hemmen,
ƒ18.-. In afteekening van J. E. H. Hooft van Iddekinge in coll. Dirks.)
’) De van H a s se lt ’s waren in 1738 aan de W ierd sm a ’s verwantschapt.
2) Gescheiden door een figuur (spitse kerk ?)