
land blz. 93 no. 196 (tweemaal), Salm no. 2621 Z. 29 w., v. Dam
no. 2472 Z., Navorscher YII blz. 33, v. d. Chy's no, 506 (blz. 13)
Bom (1873) blz. 84 no. 1876, Posthumus no. 1091 Mm. 49 Z 45 w.
Kon. P. Kab. Gest. (Holtzhey) Z. groot 34.
1270. 1755 13 Juni. Zilveren bruiloft van Gerrit Blaauw en
Maria Agneta van Heyst te Amsterdam. Gesneden door J. C.
Marmê, ’) Met wapens 2) en beelden. Bij P. Smidt v. Gelder no.
3967 Z. 32i w. ƒ4.25, de Vries (1854) no. 2295 Z. 29 w., de Boye
no. 3022. Mm. 30 Z. ƒ 4.— v. Buren no. 2471 Mm. 45. (K. P. Kab.)
Z. Groot 34, Cat. Tent. Amst. (1876) no. 377. Inzender Q. Blaauw.
Afgebeeld en uitvoerig wat de familiebetrekkingen, vooral wat die
der Blaauws aangaat, opgegeven door Graaf Maurin Nahuys in de
Bevue de la Numismatique Beige (1873) pi- n no. 51 p. 207-211.
1271. 1755 17 September. Als boven van Lamb. Stólk en Aagje
van der Mey. Gewone algemeene penning van Holtshey. Z. gr. 26
de namen en data gegraveerd en Getr. 9/17 1730. Catv. d. Straten
no. 55. Mm. 36 Z, 22 w. Bij Teding van Berkhout no. 60.
1272. 1755 5 Mei. Als boven van Jan Harmen Franke en Jo-
hanna Blom. Cat. Boonsajer no. 819 Z .:!) met J- M, Franke.
1273. 1755. Als boven van Jakob Isekra en Maria Bols. Op
den kant. Cat. Bom Sept. 1878 no. 1108 Z. 41 w.
1274. 1755. Als boven van Ernest baron de Petersen (Contre
admiraal) en Sara Cath. Moij, met bunne wapens. Gemerkt C. v{an)
Swinderen f{ecit) Cat. Arti 1880 no. 1540. Bij den heer B. C. Meijer
Jr. te Amsterdam.) J. Schulman XIX no. 312 Mm. 45 Z. 32.5
W. ƒ 7.50. 1
1) Du petit nombre de médailles qu’on possède de J. C. Marmê
<Br. Wap. Stempel graveurs en Stempel gravure in Nederland.) As-
trea IV blz. 216) celle-ci est certes la plus belle. Nahuys 1. c. p. 211 (1)
2) Wapens. Blaauw: zilver, beladen met een links gewende
voet en een vrij kwartier in de linkerhoek van lazuur met een anker
van zilver.
Van Heyst, doorsneden: De bovenste helft gedeeld: links'van
keel beladen met een ster van zilver; rechts lazuur met een links gewende
vrouwengestalte met sluijer, huppelende (het fortuin): beneden :
sinopel beladen met zeven zilveren ? appels (4-3.)
3) Met deze aanteekening: Cette médaille fut achetée par feu M.
Boonzajer a un des pillards de Woerden en Nov. 1813.
1275. 1755. Renesse no. 28583 (Verbeterd.) Vs. Wapen. ln-
via virtute-nulla est via. (Geen weg buiten de waarheid) Ks. Louis
Aug. comte d' Affry, ambassadeur de france prés les etats généraux des
provinces unies 1755. Brons. Zie ook op bet jaar 1772 no. 1663.
1276. 1755 7 Januari. Begravenispenning van Johanna Wilhel-
mina Lesage. Cat. Tent. Middelburg (1870) blz. 73 no. 149. Toen
bij Mr. F. P. Bylevéld te Nijmegen.
1277. 1755 9 Juni. Zilveren begrafenispenning met bet opschrift
: Ter gedachtenis van Cornelis Gerrits. Blaau sterf den 6
May out synde 72 jaren een maand 18 dagen en begraven den 13
May 1755.
1278. Inv. ’s Bosch blz. 1764 ƒ 301 - 6 - 8, ƒ 462 - 15 -: ƒ 362 -14 -
Gouden penning voor eenen nieuwen steenen gevel ƒ 7 -1 -12,
1756.
^—'-'1279. 1756 21 October. {Vervolg no. 337 plaat XXXI blz. 373-
374.) Op het eeuwfeest der broederschap Pictura of Teeken-aca-
demie in ’s Gravenhage. Gesneden door N- van Swinderen.
—1280. 1756. (Vervolg no. 338 plaat XXXI blz. 374-376.) Ter
eere van Gerard baron van Swieten, Hof-Arts te Weenen en Hervormer
der Geneeskundige Faculteit aldaar. Gesneden door An-
ton Widemann.
1281. 1756. Bij Verkade pl. 14 no. 5 blz. 91 als Nederl. Kwartgulden
opgegeven is een Muntmeester penningje van Gelderland
volgens B. Groebe. Bijdragen blz, 49. Ook alzoo bij de Groot-
Kooiman no. 1396. ') De Voogt (Gelderland) blz. 71 en 72 »Pen-
ningjes ter gelegenheid van het nieuwe jaar.” 1756.
1282. 1756. Ter eere van Karei Alexander hertog van Lotharingen
en zijne zuster Anna Carola prinses van Lotharingen
en abdis van Sainte-Waudru te Bergen in Henegouwen.
Zie Revue de la Numismatique Beige (1855) p. 314-315, aangekondigd
door R. Chalon als destijds opgenomen door la Société des scienees
du Hainaut in het toenmalig laatste deel van hare Mémoires. Gesneden
door Nieole (niet bij Schlikeysen opgenomen). Ook afgebeeld
en beschreven door R. Chalon in zijne Notice. Anne Charlotte
*) Ook van 1759 (pl. 14 no. 6) en 1764 Verkade blz. 91 (72) bestaan
deze penningjes van den muntmeester Johan G r a m e r .
WM Més