
1134. Bij Bom (April 1859) no. 984 Z. 4 w. In goud slechts ter
grootte van een dukaat. K. P. K. Aanw. 1856. (Waarschijnlijk
zijn no. 1132—1134 wel stukjes van dezelfde grootte.)
1135. 1750. [Ven. no. 293 plaat XXVHI blz. 314.) Ook een
nieuwjaarspenning, tevens op de werkzame zorg van Prins Willem
IV'. Vz. als Verv. no. 267, Gesneden door N. van Swinderen.
.— 1186. Als boven, no. 293 doch hij van Oleeff II no. 2937, kleiner
ƒ1.50.
--1137. 1750. (Vervolg no. 294, plaat XXVIII blz. 314-315.) Ter
eere van Prinses Carolina.
——1138. 1750. {Verv. no. 295 plaat XXVIII blz. 315.) Ter eere
van Prins Willem V.
1139 1750. Ter eere van beiden. Vz. no. 294. Kz. no. 295 of
liever nog omgekeerd Bij de Vries (1834) no. 1880 Z. 2 w.
ƒ 0 20 't Hooft no. 500 Z.
1140. 1750. Einde van dit halve Eeuwgetij. Bij Bom (April
1859) no. 989 Z.
1141. 1750. De Nederlandsche Sogieteit ie Leeuwarden looft een
gouden medaille van ƒ 36.— uit voor Vertoogen. Volgens Hartog
Spectatoriale Vertoogen, hlz. 16.
1142. 17550- Ontgrondingspenning van Dordrecht, waarin gestempeld
N 15 (Lood.) Zie Navorscher 1857 VII blz. 170 (c) en
blz. 310.
1143. 1750. Als hoven van Delft. Lood. Groot 40, gegoten
no. 2 ald. blz. 170 (d) (Coll. Dirks) Volgens {J. van Dam) D.W.
Z(oon) Navorscher VII (1857) blz. 310 dienden deze looden pen-
ningplaten voor vrijdomsbewijs aan de sluizen bij het invoeren
der turf van de nieuw ontgronde veenen. Zie Ned. Jaarb. 1748
blz. 1104 en wat wij schreven Vervolg VI blz. 28 bij no. 433 -
434. Ontgrondings-passagie penningen van Botterdam 1769 en van
Gorinchem Z. J. Ook bestaan zij zonder jaartal.
1144. Vz. ’» Gravenhage (15) boven een klimmende leeuw
Kz. Een zeer ruw en onvolkomen gegraveerd ooijevaar als wapen
dier stad. (In Leidsch P. Kab. gezien 18 yy 71.
1145. Ook van Leiden Z. J. (K. P. Kab.) Aanw. 1880 blz. 13
met nummer (3).
1146. In een doos onder glas het borstbeeld van Luther, gedreven
in goud door Stagmans. Daarboven een wimpel waarop
te lezen: Martinus Lutherus. Daaronder in een compartiment
Geboren te Eisleben 10 Nov. 1483 Gestorven ald. 18 Febr. 1546•
{J. Schulman 1881 no. 444 ƒ 1 2 .- Z. Ovaal.
. 1147. 1750. Ter eere van Nicolaas Lodewyk, graaf van Zinsen-
dorf, stichter van de Broedergemeente te Zeist. (Museum Mazzu-
chellianum II 188 no. 3.) Bij de Vries (1884) no. 1883 Z. 8 w.
ƒ 4 .—. Aid. Mm. 30- Bij VölcJcer no. 1552. Z. 9 w. ƒ 2.75 door
K{och) ■) of K{ittel. ) 2)
Stadhuispenningen.
1148. Inv. ’s Bosch blz. 1746. 1 J a n -21 April 1750 ƒ 4 6 6 -6 2.
Op goede rekening ƒ 275 - 18 - 10.
24 April. Saldo ƒ 265 - 19 - 8.
20 Aug. 1750. Goede rekening ƒ 250 - 18 - 12.
18 Septb-31 Decb. 1750 ƒ 2 1 3 - 0 - 8.
1149. 1750. 14 Januari. Zilv. bruiloft van Pieter Nanningh &
Grietie Schenk *) gevierd te Zaandam. (Namen en jaartal gegraveerd)
Cat. Zaand. Tent. no. 1426 (J. J. Honig) Cat. Teding
van Berkhout no. 584 Z- 24 w. Door M. Holtzhey gr. 27. Bij de
Groot-Kooiman no. 1351 Mm. 37 Z. 25 w. Voombergh no. 3261, Bom
(Septb. 18S9) no. 25. (Kon. P. Kabinet.)
1150. 1750. Als boven van Frederik Stegman en Maria Ley-
dack. {Navorscher VI (1856) blz. 258.
1151. 1750 28 Januari. Als boven van Gristoffel Lublink en
Margaretha Aschhof.
Voorzyde. Bestraald door een hemellicht uit wolken te voorschijn
komende (waarboven XXV) geven man en vrouw in antieke klee-
ding gedoscht elkander de rechterhand boven een vlammend altaar.
Omschrift: \ i ï looyen Godt Voor al ’t genot. In de afsnede:
Gev(ierd) XXVIII J anu MDCCL Op den sokel: I. GEORG
HOLTZHEY FEC(IT).
Keerzijde. Onder één kroon de met loofwerk en bloemen om- I.
’) Koch, stempelsnijder te Gotha (1750—1793.) Merkl. G. K. Zijn
naamgenoot Koch ook aldaar (1706—1742) had I. C- K.
2) Kittel, stempelsnijder te Breslau (1680—1750), Merk I. K. en
I. G. K.
3) K. P. K. Aanw. 1882 blz. .21 staat abusief P. Nannings en
G. Schenk 1751 (1)