
1518. Als boven Hartvormig. Tweezijdig. Verv. VI no. 410
plaat XXXVII blz. 3. (Gekleurd.)
- 1519- Als boven op het huweljjk 4 Octb. 1767.. (Vervolg VI
no. 411 plaat XXXVII blz. 3-4) ?ie over den stempelsnijder
Elias Gervais, Schlickeysen 2te Ausg. 1882 S. 143 en S. 106.
1520. Als boven. (Verv. VI no. 412 A en B, plaat XXXVII
blz. 4.) Vz. door T. van Berckel.
1521. Als boven. (Verv. VI no. 413 plaat XXXVII blz 5) Door
J. G. Holtzhey Z. 9 w,
1522. 1767 18 Juli. (Verv. no. 414 plaat XXVIII blz. 5-6.) Ter
eere van de vier gebroeders Jorissen. Gesneden door O. F. Konse.
F 1523. 1767 14 Novb. (Verv no. 415 plaat XXXVII blz. 6-8.)
Begrafenispenning van Mr. Beinier Opperdoes.
1524. 1767 20 Novb. (Verv. no. 416 plaat XXXVIII blz. 8-10.)
Vijftigjarig bestaan van het Genootschap Sincere gevierd.
1524a.') 1767. Vz. Wapen Invia virtuti nulla est via. (Zie op
1755 no. 1275- Keerzijde. Louis Aug. comte d'Affry lieutenant-général
des armées du rog colon.(el) du regimt de ses gardes suisses. 1767.
(Brons ) Benesse no. 28584.
—-1524Ö. 1767. De Keizerin-Koningin Maria Theresia van hare
ziekte hersteld. (In Belgie herdacht.)
Vz. Borstbeeld van den Gouverneur-Generaal, geharnasd met
hangende haarlokken op zijne schouders vallende, en twee kruizen
van de Teutonische orde op zijn borst dragende Omschrift:
Car.(olus) Alex(ander) Loth.(aringiae) dux bdg.(iï) praef(eetus). (In
parelrand )
Kz. Eene vrouw, staande, rechts gewend, de handen heffende
ten hemel, waaruit stralen afdalen. Aan hare voeten een rustende
leeuw- Omschrift: Deo sospitatori Augustae, en in de afsnede:
Belgia - Gratulabunda - MDCCLXVII. (Het dankende Belgie
aan den de Keizerin reddende God.) (In parelfanden.)
. Piot Coins no. 829-834. Groot 34 Mm. Médailles de Marie Thé-
rèse p. 268.
1524c. 1767 12 Januari. Zilveren penning (groot 41). Voorzijde
(geciseleerd.) Een met kranzen omhangen piëdestal waarop een
r) Doördien het vierde deel van het Bepertorium (1768-1813)
(gelijktijdig met het derde deel gedrukt) aan vangt met no. 1525 moest
no. 1524 worden uitgebreid met a, b, c, d, e en f.
buste van een geraamte is geplaatst, waarvan het hoofd met zes
bladen? prijkt? Achter den piëdestal een zeissen en daarvoor
een tweepuntige stok? Op den vóórgrond bloemen. Links een
dikke boom, geknot, die zijn laatste tak verliest. Op den achtergrond,
links en rechts, een half dozijn pijnboomen.
Keerzijde (gegraveerd): den 12 Januarius 1767 I is Overleden in
het 14de Jaar har es ouderdom / D e b o r a v a n V o l l e n h o v e n / Enig
Kind / van / J an va n V o l l e n h o v e n J u n io r / & E l is a b e t h J a c o b a
G h y z e n .
1524cZ. 1767 24 'Januarij. Zilveren penning (groot 41). Voorzijde
geciseleerd als boven no. 1524c, reeds beschreven.
Keerzijde Gegraveerd opschrift, luidende :
den 24 Januarius 1767 / is Overleden j in het 10de Jaar hares
Ouderdom / Johanna de Vos Kops / Enig Kind / van / Jacdbus de
Vos Kops I & / Maria Feitsma. B i j T e d in g v a n B e r k h o u t (1885)
no. 654 Z.
1524e. 1767 30 Maart. Francisca Christina, dochter van den
Pfalzgraaf Sultzbach (Theodorus) en van Maria Eleonora EmeUa
van Hessen-Bheinfels-Betenberg, vijftig jaren abdis van Thoren.
(H mijl van Maeseyk.) Afgebeeld en beschreven in de Bevue
de la Hum. Beige (1847) p. 70-72, door C. P. Serrure. Gesneden
door S.(chepp) (?)1) (J. H. Schepp.) Zie Bevue (1847) p. 268-270.
1524f 1767. Insigne (bouclier) de roi d’archer de Ste. Cathe-
rine, au nom de M. G Cuyten. Un oiseau couronné assis sur un
soulier et dans un cadre orné Martinus Cuyten, ConincTc van S
Catrina Guit 1767. Gravé Arg Poids 36. (Cat. v. Stockum April
1892 no. 297. Poids 36.)
' ) Want Serrure 1. c. p. 270 zegt : „puisque le revers laisse beaucoup
à désirer, tant sous le rapport de la composition que de l’exécution >
on a donc de peine à l’attribuer à un des plus habiles graveurs que
la Hollande ait produit.”