
Orandvm vt similis sexto sit septimvs annvs.
Gvm plena est fit nvlla.
(Te bidden dat het zevende (regeringsjaar (van Karei VI) gelijk
zij aan het zesde.) Terwijl hij (de maan) vol is verdwijnt hij.)
98. Als hoven op de Overwinning op de Turken. (Vervólg no.
17, blz. 29—30) Vs. HerJcules strijd met Antaeus, geteekend W(er-
muth) Stempelsnijder en Muntmeester in Hildburghausen 1716-1718
Moet dit niet zijn Warou (zie no. 94.)
94. Als voren (Vervólg no. 17 hlz. 30.) Bij v. Cleeff I no. 2629 Z. ƒ 8 -
met den naam van den maker Warou (uit Stokholm, stempelsnijder
1684 in Dresden, 1713 in Weenen, overleden in 1730) voluit en
verschil in de schikking der woorden van het omschrift der Voor-
syde. Overigens als Verv. no. 17.
95. Als voren. Door Richter (Stempelsnijder in Stockholm, Parijs
en Weenen 1701—1735). Met omschrift Imp(erator) Caes(ar)
Carolus VI aug. p(ius) fel(ix) p(ater) p(atriae). (Karei VI de verhevene,
vrome, gelukkige vader des vaderlands. Overigens als Verv.
no- 17 Kvg. hij v. Cleeff I no. 2630 ƒ 3.—.
96. 1717. Ter eere van Keizer Karei VI (Verv. no. 18 blz. 30)1)
Es. Een Fenix zittende op twee stukken hout of talhouten, het
Bourgondische kruis vormende.
97. Als boven. Vs. De Keizer te paard, réchts gewend. Omschrift
Carolus VI d(ei) g(ratia) rom(anorum) imp(erator) semp(er)
aug(ustus). Es. Keulen met de Bhijn en Deutz. Arend met bliksem
en scepter.. Omschrift: Hac sum secura tuente (Onder diens bescherming
ben ik veilig.) In de afsnede S(enatus) P(opulus) q{ue)
G(oloniae) I. G. Z. Bij v. Cleeff I no. 2632 ƒ 6.25.
98. Bij de Roye no. 2558 Vs. als Verv. no. 16 Vz. Es. Eöre
Nachwelt da der Eaiser . . . . Z. ƒ 4 .—.
99. 1717. Lodewijk XV. Zijne toegevendheid. Niet bij Fleurimont:
Médailles du Regne de Louis X V depuis 1715 jusqu'a 1748. (de
Roye no. 2587 f0.30) v. Buren no. 2096 Z.
100. 1717. Opening der eerste muntbus van C. H. Cramer. (Bestaat
deze?)
Onbekend aan W. J. de Voogt, Gelderland blz. 164 en blz. 61.
101. Z. j. (1717.) Penning van de Académie de dessin te Brugge.
Vs- Borstbeeld van den H. Lucas Artium protector. (Beschermer
') Aldaar te lezen R(oettiers) en felicitate.
der kunsten). Es. Het schild der schilders of het St. Lucas-schild.
Omschrift: Aeterna Rruggensium concordia. (Eeuwige eendracht
der Bruggenaars.) Bij Jonnaert no. 90.
102. Z. j. Vs. Eene vrouw, gezeten, houdende met haar eene
hand een schild vast en met de ander een krans. Es. Een aap,
zittende voor een encadrement of lijst waarin zinnebeelden van bouwkunde.
In het midden Academia Brugensis primus Architecturae etc.
(Den eersten in de bouwkunst bij de Brugsche Akademie.) Jonnaert
no. 91. Cliché van dezen fraaien penning die niet geslagen
schijnt te zijn.
103. 1717 5 Mei. Gouden bruiloft van P. van Gehelen en F. Oort.
Zilveren geslagen penning, groot 34. Voorsyde de rechts gewende
nevens elkander geplaatste borstbeelden der jubilarissen in antieke
kleeding. De breede geborduurde zoom van het opperkleed van
den jubilaris zinspeelt op diens stand. Omschrift: Paulus van
Uchelen ET F rancina Oort. Onder den schouder I. Schmeltsing.
Eeersyde- Een vijf maal omkransde boom welken de Tyd met zijn
zeis wil omhakken, doch Hymen, kenbaar aan den in zijne rechterhand
rustende, brandende huwelijkstoorts, omklemt het werktuig
en verhindert alzoo de uitvoering. Rechts, iets meer op den achtergrond,
de Pietas of Vroomheid een offerschaal plengende opeen
brandend, omkransd altaar, op welks voetstuk te lezen i s :
5 Mat 1667
Twee trekkebekkende groote en daarnevens drie kleine ooijevaren
staan voor den voet van den boom.
Omschrift: Redivivis nuptiis lustro quinto. (Hernieuwde bruiloft
na een vjjftal van tien jaren.) Een helder licht beschijnt deze
groep.
104. Is uitgevallen.
105. 1717. Gouden bruiloft van Jan Steen en Anna van Duyn.
(De Vries (1854) no. 1952. Z. 32. Navorscher VI 72.
106. 1717. Ter nagedachtenis van Willem van Boornick, gesneden
door Bishoecke. (Mm. 29 Z. 14 Cat. de Vries (1884) no. 1514
ƒ 1.25. Be Roye no. 2589 Z ƒ 2.—. v. Buren no. 2098. Z. Mors
vestibulum vitae. (De dood de ingang des levens.) Gecopiëerd naar
een penning van J. Smelsing van 1683 op Henrietta La Pla. Bij
M. van Boornmck no. 10, blz. 43—45 maar kleiner). Repertorium
H no. 1902.
107. 1717. Gegoten looden penningje, groot 18. Vs. De krui