
Gesneden door Roettiers. Ook bij Köhler, Münzbel. XV S. 260.
Piot, Coins no. 643-646.
--''’709. 1741 8 Januari. (Verv. no. 162 plaat XVIII blz. 155. Op
het eeuwfeest van de Saaihal te Amsterdam. Gesneden door
M. Eoltzhey. Bij va« Dam no. 3197 Z. ƒ 3:75 met het kantschrift:
A b r a h am t é r B o r c h , staalmeester geworden A°. 1709 en hooftman
A°. 1722. (Kab. J ■ A. Smits van Nieuwerkerk te Dordrecht) Gesneden
door M. Holtzhey.
710. 1741. (Verv. no 163 plaat XVIII blz. 156-157.) Op de
nieuw gebouwde Luthersche Kerk te Middelburg MDCCXLI, ingewijd
20 May 1742. Gesneden door M- Eoltzhey.
711. 1741. Gedenkpenning, geslagen door de Loge VEquitê te
Brussel. Kz. als die van het stuk bekend onder den naam van
Dukaat der Vrij Metselaars.
^12. Penning van Maria EUsabeth, landvoogdes der Nèderlan-
den, in goud geschonken in 1741 aan den hoogleeraar in de
geneeskunde Eega aan de hoogeschool te Leuven.
Voorzijde. Borstbeeld, rechts gewend, daaronder R(oettiers). Omschrift:
Maria EUsabeth, Archid.(vx) Avs.(tricé) et. Gvbernatrix Eelgii.
Keerzijde. Het wapenschild van Oostenrijk. Omschrift: Pieten
et charitate. (Door vroomheid en liefdezin) In 1881 in het bezit
van Mejonkvrouwe Wouters de Bouchout te Leuven, volgens den heer
R . S e r r u r e , Bulletin Mensuel de Numismatique et d’ Archéologie
1881 no. 6 p. 96), die er bijvoegt: Médaille absolument inédite. Une
couronne impériale en argent, luxueusement garnie de brillants,
surmonte eet exemplaire. (Exposée £ Louvain 1881.)
H 713. 1741. Broodpenning van de Gereformeerde Diakonie te
Amsterdam. Mm. v. Gelder 20 Z. en Lood. Ook van (1754) (1759)
(Vervolg v. Loon V no. 353 blz. 392 (1766.) (Cat. Tent. te Amsterdam
in 1876 no 1864. Zilver met gouden stift, de Vries (18S4)
no. 2053 ƒ 4.75. (1777) Verv. v. Loon VII no. 521 blz. 111 en (1861)
D ir k s , Ned. Penn. (1813 — 1863) no. 860 Dl. II blz. 235-236.
Vz. Uitvoerig beschreven in Vervolg V. no. 353 blz. S92,
doch dit eerste loodje van 1741 heeft op de voorzijde dankbaar
in plaats van dankbaar, in de afsnede M. E(oltzhey) en
op de Kz. in de afsnede 1741. (Coll. D ir k s in zilver en ook met
een koperen stifje doorboord in lood,) Bij de Groot-Kooiman (1888)
no. 1176 Z. en no. 1177 met koperen stiften ingeslagen B(rood)
Lood.
714. 1741. Huwelijk van J. C. H. . • • en M. R. F. S. . ■ •
Kz. Hunne familiewapens. Bij de Groot-Kooiman (1888) no. H79.
Mm. 34 Lood.
715. 1741. (Ingestempeld) Vriendschapspenning. Bs wil aan
u doen wat uw herte begeerd.
716. 1741. Loodje. Vz. Wapen van Dordrecht tusschen twee
bloempjes en S (S)') daarboven 1741. Omschrift: De H r . H e r man
F r a n c . K e t e l a n u s . K z. Hetzelfde omschrift rondom het wapen
van dien Thesaurier der stad Dordt. (Doorsneden: boven: van
. . . ? waarin drie uit één stengel oprijzende lelies van . • • ?
beneden: een zesbladerige bloem. (Lood. Gest. gr. 19.)
Mr. Eerman Franciscus Ketelanus Eendrikszoon was te Dordrecht
Advocaat voor den gerechte (1735), Secretaris en Administrateur ter
Weeskamer (1736), Welgeboren of Mansman van den Eove en Eooge
Vierschaar van Zuid-Eolland (1737), Goede luide van den achte (1740),
Burgemr. van de achten / Thesaurier van de reparatien (1741 — 1744),
Thesaurier van ’t groot comptoir (1745), Schepen van 't Watergerecht
(1748), Commandeur by de brandspuit in 1749 bij No. 2 (staande
bij de beurs), Commissaris of zetter van 't brood en nog eens Thesaurier
van de reparatien in 1753 toen hij dit niet op een penningje
herdacht, evenmin als later zijne opvolgers, want het laatste dezer
looden Thesaurier der reparaties penningjes is van 1749 van Mr. P.
C. POMPE VAN MEERDERVOORT.
-- 717. 1741 9 Decb. (Verv. no. 219, Plaat XXH, blz. 208.) Op
het eeuwfeest der Klassis van de Hervormde Gemeent te ’s Her-
togenbosch.
Van de drie wapens is het middelste dat van ’s Hertogenbosch.
Dat links met den burg (Eine feste Burg ist unser Gott) en met
het Lam zullen kerkelijke en classis-zegels zijn.
718. 1741 27 April. Op het overlijden van J. Ph. Manger,
Hoogd. Predikant te ’s Gravenhage. Voorzijde. Een grafmonument
waarop een zandlooper staat. Daaronder ingesneden Morta-
litas (Sterfelijkheid) MDCCXLI. Links van het monument eene
zittende, treurende vrouw met de oogen omhoog geslagen. Een
anker vastgehouden door hare rechterhand rust op haar rechterknie
Haar rechterarm leunt op het grafmonument. Ter zijde
van haar staat een bijbel en avondmaalswijnkan. Zij stelt het
Geloof voor. Rechts eene moeder met een zuigeling in hare ar')
S(igillum) S(ecretum) of S(tads S(egel).