A. M. L a b o u c h e r e , w ie n i k m yn en v e rp lich tften dan k h ie rv o o r
o p en t ly k ' b e tu ig e .
§. a..
Bovengenoemde Vriend, een Liefhebber der Infecten Zynde, zond
my den i r de Juny des Jaars 1805* achttien Eieren van dit fchoone
Infect; welke den 24 May te vonten, door een bevruchte Wyfjes
Tak-XXXI. Vlinder gelegd waren; de gedaante, groote en kleur dezer Eieren,
Fig, 1. is afgebeeld Tab. XX XI. Fig. 1. Na dat dezelven nog maar twee Dagen
by my geweest waren, kwam het eerfle Rupsje ’er uit ten voor-
fchyn den 13 Juny; in de daaraan volgende Nacht, kwamen ’er wederom
drie u i t , en des Daags daarna, nog acht; vervolgens de
overigen.
§• 3-
De jonge Rupsjes uit de Eieren gekomen zynde, waren van gedaante ,
Fig. a. groote en kleur als Fig. 2. de grondkleur was bruinachtig, met geele
llipjcs, welke flipjes ringswyze op dezelve geplaatst waren, aan de
Eiër-Doppen was niets befchadigd, als maar alleen aan het eene einde ,
alwaar het jonge Rupsje een gat gemaakt had, maar even groot genoeg
om ’ér uit te kruipen, voor het overige bleven alle de Eitjes onge-
fchonden ; ik gaf myne jonge Rupsjes terflond een takje met Peere-Boonj
Bladen, dewyl dit volgens het Ichryven van den Heer R ö s e l , in des-
zeifs Infecten Belustigting, 4dc Dee l, Tab. XV . X V I. X V II en X X III.
pag. 1 17 en 157. hun voedzél i s , en Hy dezelven met Peere-Boom
Bladen te geeven,. groot gebragt h e e ft, maar ook bovengenoemde
Heer, door wiens vriendelykheid, ik dit fraaije Infect ben machtig
geworden, insgelyks de Rupfen’er mede gevoed en'tot de verandering
toe verkregen heeft, echter ofichoon ik hun takjes met ffisiche Peere.
Bladen gaf, gingen z y niet terflond aan het vreeten, maar liepen nog
eerst een langen tydrond, kruipende op en over de Peere-Bladen heen,
als of dezen in ’t geheel hun voedzel niet waren, tot dat eindelyk de
eene voor, de andere na, begon flil te zitten, en zich als 't ware een
Blad had uitgezecht, om. van hetzelve een weinig te vreeten; dit gedaan
n a c h t v l i n d e r s , 10 9
I daaii hebbende, zaten z y wederom ftil, zich eenigzints verwyderende
van de plaats, alwaar dezelven ge vreeten hadden ; z y deden dit op
dezelfde wyze gelyk de gehakkelde Fylftaart Rups (Popuit), reeds in
dit Werk befehreeven in het Eerfle Deel, Derde Stuk, Eerfle Verhandeling,
pag. ,5, Wanneer z y van het vreeten uit-fcheidéden, -zaten
zy-doorgaands in eene kromme o f gebogen« gedaante; na dit gebruiken
van Voedzel, groeiden z y ook tamelyk wel, tot den 20 .Juny,,
toen begonnen z y genoegzaam allen van het vreeten uittefcheiden^
niogelyk kwam dk door de koude Dagen, welken toen juist invielen;
eindelyk gingen zy wederom aan het vreeten, tot den &6 -en 27Juny,
als wanneer zy-zich op-het vervellen zetteden; de -eerfle geraakten *er
pok door-den 29 Juny, de Knopjes waren nu na deze eerfle vervelin
g , -zeer duidelyk te -zien, gel-y-k -ook -de afbeelding F ig. 3. welke ^
eenige Dagenna-deze ver-velling vervaatdigd i s , zulks aantoond. De
grondkleur der Rups was over het -geheel donker bruin , genoegzaam
zwartachtig, waar tegen de geele hairen en oranjekleurige knopjes zich
fterk voordoen.
Kort -voor dat de vervelling wog geflhiedé, zag men op ieder knopje-
een zeer-kleine droppel klaar V o g t, mogelyk réiend dit V o g t, ter betere
loslat-ing van -het oude v e l; over het geheel, zo ziet men tyn a ar
aan alle -Rupfen, dat ’er by de vervellingen, eene zekere vogtigheid
plaats vind, zekerlyk dienende, op dat het oude v e l, zich beter kan I afzonderen van het nieuwe.
Den 6^ July, dus zeven Dagen nadè eerde ver veiling, zetteden de-
voorfpoedigden zich op de tweede verwisfeling van huid , rakende de‘
eerfte er den 8^enook door, nu had dezelve een aartig aanzien, zyn»
I de de lange hairen op de voorde geledingen , aan derzelver uiteindens,.-
reder met een knopje voorzien.
De volgende Dagen, geraakten ’er dè overigen ook dóór, zonimigen?
van hun vraten een gedeelte van het door hun afgedroopte vel op
voor zo verre het niet ruig was , doch het hairrge daarvan lieten zy
onaangeroerd zittten.
I Na deze tweede vervelling, was nu ook dè grond kleur ge heek anders
als van te vooren , want daar dezelve na de eerde vervelling b y de
jncesten donker bruin, ja genoegzaam zwart was, niet oranje geele
F f & knop*
p i