O < # > O ■ t l ?
NEDERLANDSCHE INSECTEN,
BESCHRËEVÉN EN AFGEBEELD.
DERDE DEEL.
SSSSSSWiSISSSÏSiiSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSSJSSSÈSSSS'
ACHT-EN-DERTIGSTE VERHANDELING.
O V E R D &
N A C H T - V L I N D E R 1
ta n het T w e e d e G e z i n d er E e r s t e B e n d e .
DE Z W A R T E S T I P V L I N D E R ?
V . l i l . Tab. X X X V IID
§• **
de hier vooraf uitgegevene Verhandeling, zeide ik , nog'
* J eene Rups en Vlinder te kennen, dewelke insgelyks * T f achter den Schors der Willige Boomen zich vérfchuilde,
2 ^ doch zo veel niet, als de aldaar befchrevene, maar
dit meest deed, alleen in den volwasfenen Haat van Rups,
en beloofde daarin, dezelve in eene volgende te zullen mededeelen,
zo zal dan nu .dit I'nfect, het onderwerp dezer tegenwoordige verhandeling
uitmaken, noemende ik hetzelve, ter onderfcheiding van anderen',
De Zwarte Stip om reden dat de Vlinder op iedere Bovenvlerk,
een Zwarte Stip heeft, welke tegen de overige bruinachtige kleur, ten
eerften in het oog valt, want om nu dit voorwerp wederom de W illige
Schors te noemen, zal ieder Liefhebber niet goedkeuren, dewyl het
nooit raadzaam is, en altoos verwarring geeft, om twee verfchillende
zaaken, een zelfde naam te geeven.
§■ 2-
In de maand Juny, vond ik buiten deze Stad op een Willige Booni
L I aa%
lilI
m
t l
T 'il