Aderen van de aldaar befchreevene Vlinder zyn op verre na zo fterfe
niet, als van ons tegenwoordige Voorwerp, waarom het dit Infedl in
den ftaat van Vlinder ook met allen recht toekomt, den Naam van.
Zwart geaderd te draagen.
Tab.
X.
fig. 1.
Reeds verlchcidene Jaaren, hebbe ik dezen Vlinder gekend,. en wist
ook dat dezelve op yeele .plaatzen in Duhschland , zeer gemeen was,,
maar nimmer heeft het my mogen gelukken, denzelven hier in onze
kwartieren, aantetreffen, doch door mynen hooggeachten Vriend, den-
Heere D. d e Cocq. van Nereynen te Deventer, ben ik ook hierin wederom
in ftaat gefteld, aan alle Liefhebberen der Infeótenkunde, de
geheele Huishouding van “dit Die rtje , in alle deszelfs verfchillende
Staaten, zo wel in Afbeeldingen, als in Befchryving, mede te deelen.
Den 7 July 1795, ohtfing ik van welgemelden Heere, - een Schooltje-
Eiëren , afgebeeld in derzelver natuurlyke grootte op Tab. X . Fig. r-
het getal der in dit Hoopje zich bevindende' Eieren, was'zeer aanzien-
ly k , en beftond naar myne gisfing ten minften uit aoo o f 250 Stuks ;
Reeds den Juny te vopren, had zyn Wej Edele my het volgende
gefchreeven: „Gisteren buiten deStadzynde, vloog een zwart geaderd-
,, W it je , eenigen Tyd voorby en om my heen, dit doorgaands Hunne
„ ordinaire vlugt niet zynde, kwam ik op de gedachten, dat dit wel-
„ een bevrucht W y fje konde wezen, het welk eene bekwaame plaats
„ uitzocht, om Haare Eieren te leggen , en juist was dit ook in deir
„ daad zo , want'rondom my ziende, bevond ik my in de nabyheid van
„ eene Doorne - H eg g e , te ftaan , als mede by eenige Struyken Slee-
„ Pruimen, ik hield my toen zo ftil als mogelyk was, den Vlinder
„ zorgvuldig naargaande, toen zag ik duidelyk, dat deze Wyfjes Viin-
„ der, op een Tak van' de Slee - Pruimen, dewelke vier o f v.yf treeden
„ van my afftond, op de bóvenzyde van een Blad, Schöólsgewys Haare
„ Eitjes leide.” De Rupsjes üit deze my toegezondene. Eitjes, zyn ook
allen uitgekoomen, en waren ruig Haairig met zwarte Hoofdjes, maay
tot myn leedweezen, offehoon ik dezelve terftond Slee-Pruim-Blaadjes
g a f, zyn zy echter allen géftorven. Voor dat de Rupsjes noch uit Hunne
Eitjes kwamen, teekende ik een van deze laatfte naar ’t lieven onder
der eene fterke vergrooting a f, ’ t welk zich toen vertoonde als Fig. 2. Fig.
hebbende wel eenige overeenkomst met de afgebeelde Eieren op Tab.
I , I I en IV. in het Tweede Stuk van het Eerfte Deel, doch by eene
nadere befchouwing vind men ’er een aanmerkelyb onderfcheid in.
Het was met den dood dezer Rupsjes, toen wederom gedaan om dé
geheele Huishouding van dit InfeS te kunnen waarneemen, en hetzelve
in zyne verfchillende Staaten aftebeelden en te befchryven, maar door
de goedheid van meergenoemden Heere, ben ik toch in ftaat gefteld
geworden hetzelve te kunnen doen , want den 24.flsn May 1799, ontving
ik wederom eenige Rupfen van zyn Wel Edele , waarvan de
meesten reeds in Hun laatfte V e l waaren, eenigen echter moesten derzelver
laatfte Verhuiding'noch ondergaan, voor dezelve, was Hunne
gedaante en kleur als Fig. 3. Alle deze aan my gezondene Rupfen, E»g-
had meergenoemde Heer, op de Haag-Doorn gevonden, en waarmede
ik dezelve ook tot Hunne verandering toe, groot gebragt hebbe, zeer
gezellig en vreedelievend houden zich deze Ruplbn- by elkanderen* Na
dat de jongde myner tegenwoordige Diertjes, eenige Dagen by my ge-
vreeten hadden, vervelden z y , en hadden toen insgelyks, zo als alle de
overigen, Hunne laatfte Huid, hierna noch eenige Dagen groeiende,
bereikten zy derzelver uiterfte grootte , naar dewelke de Afbeelding
I • • . J/jm
Fig. 4. vervaardigd is. *"
~ Den 8ften Juny, dus maar veertien Dagen na dat ik dezelven ontfan-
gen had, maakten de voorfpoedigften toeftel, zich ter aanftaande verandering
voorteberéiden, hiertoe verkoozep zy ondeifcheidene Plaatzen ,
maakten zich aldaar eeven als alle de Rupfen van deze Tweede Bende
der Dag-Vlinders, met het achter einde vasr, door middel van eenig,
Spinfel, vervolgends noch eenen Draad dwars, doch echter fchuin over
het Ly f heen, in deze gefteldheid, en met dien geringen toeftel, wachte .
iedere Rups derzelver gedaan te verwisfeling ftil en geduldig a f , deze
verandering van gedaante, duurde ook niet lang daarna, want den.
loden Juny, dus maar twee Dagen na het vast maken, veranderden de
voorfpoedigften in Poppen, en wel in zeer aartig getekende o f gefigureerde
Poppen, welker Vlakken, door haare regelmatigheid eene Bloems-
aewyze vertooning maakten , Fig. 5. toont eene dusdanige naar het Fig.
K z lee