m
■ £yt
P ü
1 1
Reeds verfcheidene jaaren geleeden, vond ik deze Rupfen op het zo
genaamde Kleef-Kruid, Galium Aparine, waarmede ik dezelven ook gevoed
hebbe, en volwasfen zynde aftekende, zo als twee dusdanige naar
Tig, i, a*t keven vervaardigde afbeeldingen te zien z yn , Tab. XXIV. by Fig. i.
en Fig. 2. de Vlinders zyn uit de toen gevondene Rupfen ook by my
uitgekomen, doch verdere waarnemingen zyn ’er door de verhindering
van andere bezigheden te dier tyd niet gemaakt,
§■ 3-
Den 19 September nu driejaarèn geleeden, ontfing ik van mynen Vriend
den Heere W. D. V. d e G r a a f te Enkhuifen, zeeven volkomene
Span-Rupfen met tien pooten,door zyn Edele gevonden op het Lepelblad
Kruid, Cochlearia officinalis, de grootften kwamen volkomen overeen,
met de aftekening, door my gemaakt naar die Rupfen welken ik
te vooren op het Galium Aparine gevonden had; het Lepelblad, ’t welk
ik deze nu g a f , gebruikten z y met veel graagte, zo dat de kleinften,
na by my nog eenmaal verveld te z yn , eerlang ook derzelver volle grootj
e . 2. te bereikten, de meesten waren bruin, gelyk F ig . 1. doch zommigen
ook groenachtig van kleur, gelyk F ig. 2. doed z ie n , allen begaven zy
zich in dien Hand als de zo eeven genoemde Fig. 2, vertoond, wanneer zy
eenig gerucht vernamen, ja zommïgen kromden zich noch veelmeer in
elkander, en bleeven aldus een geheelen tyd lang zitten, eer zy het ‘om
zo te Ipreeken durfden wagen, wederom aan ’t loopen en vreetea
He gaan.
De
/
U l i
van fat TWEEDE GEZIN der TWEEDE BENDE. P . I I I. Tab. X X IV , 9.1
S- 4-
De vier grootften, o f volwasfen zynde'Rupfen, begaven zich, na dat
z y by my noch v y f i zes dagen Lepelbladen gevreeten hadden in de
Aarde, doch maar zeer oppervlakkig, daar in tegendeel de meesten van
die Rupfen, welken in de Aarde kruipen om in dezelve tot Poppen te
veranderen, en als zodanigen te overwinteren, zeer veel dieper gaan
de overigen kroopen vervolgends insgelyks in de Aarde', hierin nu veranderden
z y ook allen in Popjes, want na verloop van, eenigen tyd , de
Aarde doorzoekende, vond ik dezelven; Een dusdanig Popje is afgete-
I 5 -
Het was den 24 en ng September, dat myne eerfte Rupfen in de Aarde
gingen, bygevolg' reeds in ’t begin van October toen ik vond dat dezelven
Poppen waren, nu bleven zy allen leggen tot het volgende Jaar in
de maand May, als wanneer de Vlinders eerst uit dezelven ten voorfchyn
kwamen, afgebeeld F ig. 4 en 5 zynde .F ig . 4 naar een Wyfjes-Vlinder,
F ig 5 in tegendeel naar een Mannetje getekend, hebbende dus ruim z j .
ven Maanden in derzelver Poppen verborgen geweest. a ‘
T e verwonderen is het, dat, daar deze Vlinders en Rupfen ’er twee-
maalen in ’t jaar z yn , z y dus, welken in de maand May als Vlind-rs uitkomen
en hunne Eieren leggen, de daaruit voortkomende Rupfen, zo
fpoedig in wasdom moeten toeneemen, dat de Vlinders waarin zy veranderen,
ook wederom Eieren leggende, de daaruit komende Rupfen in
de volgende maand September reeds in Poppen veranderen, zo dat de
Vlinders, van dit om zo te fpreeken tweede Broedzel maar drie i vier
Z 2 wee«