140 N A C H T - V L I N D E R S .
Ég|
Den ge heden Zomer, en genoegzaam den daarop volgenden Herfst,
blyft de Vlinder in het Poppevlies beflooten in de aarde leggen, en het
is niet voor omflreeks de helft van de maand November dat de Vlinder
r ,e . 7. te voorfchyn komt. Fig. 7. vertoond het Mannetje in de vliegende
Fig. 8. ge<laante, en Fig. 8. in den loopenden (tand, houdende alsdan de vlerken,
even als de Dag-Vlinderen, om hoog;-daarentegen geheel in
rustzynde, houden z y de vlerken even als genoegzaam alle andere
Nacht-Vlinders, aan het L y f gefloten. Het W y fje , dat maar een zeer
Fig. 9. gering bewys van vlerken heeft, is afgetekend Fig. 9. Naar het on-
derfcheid der kunne behoeft men in het geheel niet te zoeken, gely-
kende het Wyfje eerder raar een Vlieg o f Torretje , dan naar een
Vlinder, en wanneer men niet met zekerheid wist, dat deeze Diertjes
met elkander paarden, het geene ik zelfs meer dan eens gezien hebbe,
maar dat ook uit de door deeze Diertjes gelegde Eiieren, wederom dezelfde
Rupfen komen, als waaruit zy voortgekomen z y n , dan zoude
men niet kunnen geloven, dat dit een en hetzelfde foott van Vlinders
was. Dat z y zich maar eenmaal in ’t-Jaar vertonen, behoeve ik niet
te zeggen.