N°. 87. Fig. 7. moet zijn Margaritaria, en Fig. 8. Mstivaria.
N°. 55. ftaat Bilineata, moet zijn Mannorata. N°. 58. moet
zijn Chenopodiala. N°. 69. moet zijn Defaliaria. N°. 92. en 93,
ftaat Marmoraria, moet zijn Belularia. N°. 98. moet zijn
Variata. N°. 99. moet zijn Dohlraria.
Bij deze gelegenheid kan ik niet nalaten met genoegen
melding te maken, van eene Liefhebberij bij de Entomologie,
nog niet lang bekend geweest, zijnde het opzetten van
Rupfen, om dus deze ook in Natura, even als men gewoon
is de Vlinders te doen, te kunnen bewaren, waarvan de Wel-
Edele Heeren j p. a e o y en a . d’a i l l y , te Amfterdam,
reeds ieder eene verzameling bij elkander hebben, 3oor
hun Wel - Edelens opgezet. Het is waar, dat zich dit opzetten
van alle Rupfen, niet even goed doen laat, om dat zij
van hare ingewanden moeten ontdaan worden, zoo dat er niets
als alleen het vel van overblijft, waardoor velen hare kleur
verliezen, zo o als het groene bijna geheel weg gaat en
het gele ook aanmerkelijk verliest; echter is het niet onaardig
, en misfchien zal hier ook nogAvel iets op uittevin-
den z ijn, om dit te voorkomen; 'en dan is het niet
onaangenaam eene verzameling van Vlinders te hebben,
en daarbij van elke Vltnder de R u p s , waar dezelve uit
voortkomt, te kunnen v ertoonen, om daardoor de groot:
heid Gods, die uit eene kruipende R u p s , een vliegende
Kapel laat voortkomen, nog des te meerder te bewonderen.
I N H O U D
D E É R
VIJFTIG VERHANDELINGEN,
W A A R U I T D I T
D E R D E D E E L
B E S T A A T .
' Ne d e r d u i t f c h e Nament L a tijn fch e Namen.
N os. Zoo als dezelven uitgegeven zijn.
Ne. l o l . GevlamdeEijkeBorstel. Pag. I, Tab'. I.
lezen 103. Resc'tn Vlinder. — 5■ Dispar. . . . . . . . II. III.
104 en 105. Wolfs M e lk .-----13* Èuphorbiae. . . . . . . IV . V .
106. Vier Vlak.' . V ---- Si- Quidra. . . . . . . . . V I .
. joj?v Zomer Vlinder . ' | § ------o£. Papöionaria. . ! ........................VII.
108. Kleinste Wapendrager.---- aj». Rëclufa vél Pigra..........................VIII.
109. Schild Drager. . . ------33. Megacephala.' ................................... IX.
110. Geaderd Witje. , “ “ 37* Crategi. . . . . . . . . . X.
111. Pere Tak. . . ------ 41. PÜofaria. . . . . . . . . X I.
112. Berke Page. . . . -- 45. Betulae. ........................................... XII.
113. Groen Vlak. . • -- 49- OxyacantUae........................................ XIII..
i i 4. Kruifenmunt Vlinder. —— 53. Oléracea................................................X IV .
115. Kuif Vlinder. . . ------ £7 - Verbasci.................................................X V .
1 16. Bonte Schaapje. . ---- 61. Aceris. ...........................................X V I .
117 en n 8 . Olifant• * — ■— 65. Elpenor.........................XVII. XVIII.
* 3 N o 'iiff.