Emiliet in minimis Maximus
V O O R R E D E .
13 aar f c n s mijne Verhandelingen voor het Derde
Deel, wederom 'vijftig bedragen, en het zelve dus, even
als -het Eerfte en Tweede Deel die insgelijks ieder uit
Vijftig beftaan, compleet is; zo is het gevoeglijk hier eeneh
algemeenen Tijtel & Tijtelplaat, benevens eenen Inhoud
voor uittegeven, het gene alles bij deze Voorrede gevoegt
is, kunnende nu te zamen behoorlijk ingebonden worden,
makende een bekwaam Boekdeel uit.
In de Latijnfche namen van de Vlinders, welke ik reeds
uitgegeven heb,, eenige fouten ingeflopen zijnde, zoo kan
ik niet nalaten dezelven bij dezen op te g e v en , volgens
het Infecten-werk van h u b n e r ; a ls ,. in het Eerfte Deel
4 ., ftaat Yperantus, moet zijn Hyperanthus. N°. 21.
moet zijn Pkvago N^.ay. ftaat Ludifica, moet zijn Apriïïim.
N ’ . 28 en 29. ftaat Pavonia, moet zijn Pavonta minor o f
Carpini. N'. 35. ftaat Amataria, moet zijn Illunarla. N'\ 36.
moet zijn TJlmaria.
In het Tweede Deel N° 97., ftaat Betnlae, moet zijn Pruni.
N°. 53. moet zijn Rrasftae. N 1. 73. en 74. moet zijn Trifolii.
H0. 81 en 82. moet zijn Runica. N°. 90. moet zijn Prajinana.
91. ftaat Procesftonea, moet zijn Crategi. N". 100. ftaat
Polytima, moet zijn Leucophosa. N°. 63. ftaat Miata, moet
ziiu Mi N°. 68. ftaat Rostralis, moet zijn Proboscidiilis,
*■ 2. N-k 877.