6*
den zynde Voorwerp, doch welke afbeelding aldaar veel te flyf I j,
fchynende de Haan - Bosjes wel allen alfc uit puntig te zaamen gezo.
gene Penfeelen te beftaan, rz welk in het natuurlyke Voorwerp zo
niet is , maar integendeel veel losfer,. gelyk de tegenwoordige afbeel-
"iU/I ** z*en- Men zoude volgens de afbeelding
Fig. i. hy R o s En deze Rup s , onder het Soort der Borstel-Rupfen-kunnen
rekenen , doch daar dit in het natuurlyke Voorwerp zo niet is , maar
integendeel de roode Bosjes Haairen, onder de overige geelen, welken
over het geheele Lichaam der Rups zich bevinden, niet afgezonderd genoeg
en op zich zelfs ftaande zyn, gelyk in andere Borstel ■ Rupsfen, zo
kan ons tegenwoordig Voorwerp-onder-geene.anderen als onder de ruig
Haairigen gerekend worden , gelyk de Beer, het Schaapje en meer anderen.
In het Werk van K t b e m a n n , namentlyk in zyne Beiträge zur
Natur oder Infecten gefchichte pag. 149, is de Befchryying en afbeelding;
gegeeven van onze Rups, en welke aldaar door gemeldet Schryver
eene Borstel-Rups genoemd word. Indien de daarby gevoegde afbeeldingen
Tab. X V 11. Fïg. i , 2. volkomen met’ de Natuur overeen
kwamen, zoude ik ’er ook niets tegen hebben, tegen den Naam van
Borstel Rups-, doch in-hoe verre dezelven der Natuure-getrouw zyn,.
laat ik aan het onzydig oordeel óver van diegeenen, welken dit Voorwerp
leevend gezien hebben-, de onderfeheiding van de hooge roode
kleur der zeeven o f acht Bosjes Haairen is het alleen maar, welke ’err
eenigzints eene Borstelachtigheid- zoude aan fcbynen te geeven, maar
geentzins. de.gefieldheid der Haairen zelfs, want om eene Borstel-Rups
te weezen , moet de piaatzihg en gedaante däarvan zyn, als by. voorbeelden
dit Werk in het Eerfte Deel, Vierde Stuk, Tab. XVII. Tweede
Deel Vierde Stuk., Tab. X V I I ., X V I I I ., XXIII. en Derde Deel Tab. I.
dit zyn zogenaamde Borstel" of Schuier Rupfen. Het in myn ifle Deel
Vierde Stuk Tab. XXIII, befchreevene Voorwerp, aldaar genoemd
Schaapje, noemd de Ridder L iN N a u s , Leporina, maar o f Hy onze tegenwoordige
Rups en VJihdèr ook-benoemd heeft, is my niet bekend.-'
5.: s.
De eerste dezer Rupfen, ben ik machtig géwordén den" tf-bn September
* 7.SWj dezelve werd my ten gefehenke aangeboden door den Heere Pa.
Hoo -
H o o g en h u y -sen Junicr , wien ik myne dankbaarheid hier voor
opentlyk betuige, de Rups was daags te vooren door genoemden Heer
gevonden alhier in Amfterdam , in den Tuin achter zyn Huis, onder
een Linde- en Kastanje - Boom ,- terzyden eene Ypen Haage’ of Heining,
zo dra ik- dezelve b e kw am g a f ik haar aanftonds van deze drie verfchil-
lende Boomen eenige Bladen, om te zien o f zy hiervan noch vreeten
wilde, maar noch van het eene noch van het andere,, werd door haar
het- minfte gebruikt, integendeel liep zy over alle de Bladen eeven. on*
verfchillig heen, tot dat zy eindelyk om zo te fpreeken naar genoegen
eene bekwaame plaats om zich intefpinnen, gevonden had, verkiezende
hiertoe een verlept Blad, in hetwelk zy zich een roodachtig Spinfel
vervaardigde,. om in- hetzelve tot Pop te veranderen en den aannaderenden
Winter te bunnen doorftaan, dit Spinfel, hebbe afgebeeld Fig. 2. Tig. 2
en de Pop als uit hetzelve genomen Fig. 3. Na dat deze Rups, tot een Fig. 3
volmaakten Vlinder veranderd w a s , welke het Jaar daaraan volgende
namentlyk in 1795 uit zyne Pop- kwam, ontfing ik van eenen anderen
goeden Vriend, insgelyks in de Maand-September des Jaars 1798, twee
van deze Rupfen,. beide door Hem gevonden in zynen Tuin alhier, onder
eenen wilden Kastanjen Boom,, een van deze twee Rupfen, liet zich
by my nóch eenigen Dagen, de Bladen der wilde Kastanje Boomen zeer
wel fmaaken, maar begaf zich. toen tusfchen dezelven,, om. zich intefpinnen;
De andere Rups wilde niets meer vreeten, zekerlyk om dat
dezelve ter infpinning reeds te verre heen w a s , want de fchoone geele
en roode kleur der Haairen. was reeds veranderd in eene algemeene
bruine rosachtige venWe ,. bynaar als die van het Spinfel „ hoewel iets,
fchoonder.
«• 3*
Met geduld wachte ik den Tyd a f, dat myne Vlinders- uit dêrzelver
Poppen en Spinfels zouden uitkomen, ook wist ik niet zeker o f de R up*
fen in hun Verblyf wel tot Poppen veranderd waren, o f in dezelven
geftorven, en de Spinfels open te fnyden, om myne nieuwsgierigheid*
te voldoen , oordeelde ik niet raadzaam te z y n , dewyl dikmaals de
Vlinders met kreupele Vlerken blyven, wanneer men hunne Poppen uit
de Aarde.,, o f uit derzelver Spinfels vooraf uitgenomen heeft, ik liet
<^2 dus-.-