106 N A C H T - V L I N D E R &
weinig aan, het takje zelfs vast, want men behoeft -maar even ’ et aait
te raaken, waardoor dezelven geheel los worden, en dan gelyk een
Ring, om het takje kunnen gedraait en op en nedergefchooven worden;,
uiterlyke gefigüreerdheid, is door het Microscoop aan dezelven niet te
zien, om welke redenen ook geen afzondertyk E y hebbeafgebeeld'.
. i - 3-
De Eijeren om de takjes, in de maanden July en Augustus geleed
zynde, blyven den geheelen daarop volgenden Winter over zitten, en
het is niet voor in de maanden April o f May, des volgenden Jaars,
dat de jonge Rupsjes' ’e r . uit komen , lattende hunne Eijer-
doppen onaangeroerde zitten, en met zo weinig befchadiging dezelven
verlatende , dat men byna niet zien kan, o f ze ’ er uit zyn o f niet,
maakende maar een zeer klein gaatje boven aan het Ey . Den 26 May
en volgende Dagen kwamen de eerfte Rupfen mt, dezelven hielden zig
allen by elkander, en leefden aldus in gezelfchap. Den 9 Juny, zet-
teden zig de voordeeligften op het vervellen, waar zy twee of drie
Dagen daar na door geraakten, hatende het afgeftroopte vel zitten,
zonder het optevreeten, zo als anders veel Rupfen doen. V y f of zes
Dagen hier na, vervelden dezelven voor de tweede keer, en vertoonden
ja;,-, a, zich toen als Fig. 2. Wederom na verloop van eenige Dagen , vervelden
zy voor de derde maal; na deeze tweede en derde Huid-ver-
wisfeling, begon haar gezellig leeven te verminderen, en ieder meer
en meer afzonderlyk te loopen en te vreeten; ha verloop van' eenige
Dagen verwisfelden zy nog eenmaal van-Huid, en vertoonden zich
^ • 3-toen als Fig. 3. Na deze iaatfte Huid-verwisfeling, bleeyen dezelven
nog aan het vreeten, tot dat zy haate Volle grootte, bereikt hadden.
Deze Rupfen ondergaan zeer weinig verandering van kleur, gedtiu-
rende dezen hunnen (laat, behalven de Kop, die, wanneer z y noch
jong z yn , geheel zwart is , doch in meer gevorderden leeftyd-, alleen
maar twee zwarte vlakken behoud, welken aan. dezelve het aanziën
geeven , als'of het een paar Oogen waren om mede te zien , doch men
weet, dat de Oogen der Rupfen niet boven aan den Kop-, maar onder
ter wederzyden van den Bek geplaatst zyn.
i 4- De tyd der verandering komende, vervaardigen zy zich een dubbeld
Spinfel, (in hetwelk zich als een geele poeder bevind) het zytusfchen
de Bladen of eenige andere ruigte, om in hetzelve tot Pop te verandè-
T ig .4. ren; by Fig. 4. ziet men afgebeeld een zodanig Spinfel, tnsfchen de
Bladen vervaardigd', en al waar de Pop door heen fchynd, doch oih deze
duidelyker te kunnen ?ien, is dezelve buiten het Spinfel leggende ver-
Fig- 5- toond, by Fig. 5.
Niet lang blyven de Vlinders in derzelver Poppen befloten, want omtrent
drie weeken in dien (iaat gelegen hebbende, komen zy uitdezelven.
By Fig 6. ziet men een vliegend Mannetje, daarentegen by Fig. 7. een
lopend Wyfje , onder deze laatften heeft men ’ er, welken grooter zyn.
als deze afbeelding, doch minder fterk en duidelyk van. tekening..
—ea
>rai
TV*
- s