4
ik ook wel de Eike Borfiel-Rups hebben kunnen noemen i doch de»
wyl het maar verwarring geeft, tweederly Dieren een en denzelfden
Naam te doen draagen en ook zo wel in de Rups als in de Vlinders
by elkander vergeleeken een aanmerkelyk onderfcheid plaats vind, zynde
onze tegewoordige Vlinders, veel meerder gevlamd op deszelfs boven
Vleugels, dan de eerstbefchreevene, zo noeme ik dan de tegenwoordige,
de gevlamde Eike Borjlel Vlinder.
§. 2.
In de Maand September des Jaars 1 79 1 , buiten Naarden in ’c
Gooyland zynde, vond ik op de Eike-Bladen, twee volkomene Bo>'
Tab. 1. ftel-Rupfen, waarvan eene afgetekend is Tab. I. Ftg. 3. hebbende ter
Tig- 3- zyden van het L y f , op den tweeden Ring van het Hoofd afgerekend,
eene dunne Borflel, en boven op den Rug, op den vierden
vyfden en elfden Rin g, op ieder eene dikke Borftel, Schuier o f Kwast,
dus men deze Dieren ook wel Schuier o f Kwast Rupfen, zoude
kunnen noemen , deze door my gevangene Rupfen, mede tiaar Huis
genomen hebbende, vraten dezelven nog eenige weinige Dagen, van
de Eike Bladen, welken ik hun gegeeven had, waarna zy zich ieder
Tig- 5. byzonder tuslchen verdorde Bladen infponnen , op die wyze als Fig. y.
afgebeeld is , waarin zig teffens eene door den Vlinder verlaatene en
dus opengefpleetene'Pop, vertoond , doch om dezelve beeter in haa-
re waare gedaante te zien, zo hebbe ik ze buiten het Spinfel, by
Fig 4 4’ afgetekend, zynde donker bruin van kleur, met roode geledingen
of ringen, en over 't geheel zeer glanfig.
§• 3-
Dus als Poppen, bleeven zy den geheden Winter over leggen in
haare Spinfels, tot het daar aan volgende Voorjaar van 1792, en wel
tot den 28 A p r il, wanneer uit het eene Spinfel en Pop, de Vlinder
te voorfchyn kwam, zynde een Mannetje, afgebeeld in deszelfs viie-
Fig 1 £ende gedaante Fig. 7. Noch dienzelfden Dag, verliet ook uit het andere
Pop en Spinfel, de Vlinder zyn verblyf , en kwam om zo te
fpreeken ter Waereld, ’t welk my des te aangenaamer wa s, dewyl het
zelve zich een Wyfje bevond te zyn, in eene loopende gedaante te zien
v by
by Fig. 6. beide deze Vlinders, hebben Draad formïge o f zogenaam- Fig.
de Borftelachtige fprieten, dus men aan dezelven, zonder behulp
van het L y f teffens te zien, niet wel het onderfcheid der Gedachten
zoude kunnen ontwaaren, maar dit ziende, bevind zich dat van het
Wyfje veel dikker, als dat van het Mannetje.
5- 4-
Myne zo kort na elkander uit hunne Poppen gekomene Vlinders,'
zette ik terftond by een, op hoop dat zy zich paaren, en het Wyfje
als dan zyne by zich hebbende bevruchte Eieren, leggen zoude, het
eerfle, namentlyk het vereenigen, gefchiede ook voorts in den
Avond, van den eerften D a g , na het komen uit hunne Poppen, doch
het Eiër leggen, ’t welk anders ten eerften na de paaring door het
Wyfje volbragt word, gefchiede thans door dit Wyfje niet, ik had
dezelven beide in eene tamelyk grootte Doos, met een gaazen Dek-
zel voorzien, zitten, dus het Haar aan geene ruimte noch luchtigheid
ontbrak, echter leide het geene Eieren, dus zat hetzelve tot den 4 May
zonder zich nog in deeze zes Dagen, van meer dan een enkeld E i,
tegen den rand der Doos aangelegd ontlast te hebben , dit lange
wachten van het gepaarde W y fje , bragt my op de gedachten, dac
’er zekerlyk reedenen voor wezen moesten waarom het zyne Eieren niec
leide, en dacht ik , zouden dit ook de reedenen kunnen wezen, dat het
geene Eike-Bladen by zich heeft om aan te leggen, ten dien einde
plaatste ik een T a k je , voorzien met dergelyke Bladen, in een Flesje
met Water, te zaamen in de Doos, en het gevolg was, dat het
Wyfje terftond in de daarop volgende Nacht, aan een der Bladen,
drie Eieren gelegd had, afgebeeld door het Microscoop gezien Fig. 4.
en in deszelfs natuurlyke grootte Fig. 1. Het Eiër leggen van het te-
genwoordige Wyfje, ging na het zetten der Eike - Bladen in de Doos,
aldus in ’t werk, de eerfte Nacht leide het 3 , de tweede Nacht 1 , de
derde Nacht 10 , de vierde insgelyks 10 , den volgenden Tyd konde
ik het niet wel naargaan, als in zo verre, dat het my toefcheen over
’ t geheel onregelmatig te zyn, den r9 ftierf het Wy fje, na in ’ t geheel
gelegd te hebben 13+ Eieren, uit welken kort daarna de Jonge Rupsjes
kwamen.