ao N A C I IT -V L .'yan ’t Eer. Gez.der EERSTE BENDE, P. III. Tab. IV. tnV.
$ 6.
Den i Augustus, kwam uk een myner Poppen, de eerke Vlinder ten
voorfchyn, van Rupfen welken het Jaar te vooren in Poppen veranderd
i i . waren, zynde een W y f je , afgebeeld Fig. i r . men heeft het zomtyds
onder deze Poppen, dat dezelven inplaats van eenen Winter in dien flaat
over te leggen, zo als de meesten van dit Soort doen , eenigen echter
twee Winters over blyven, komende dus de Vlinder uit dezelve, eerst
in ’ t derde Jaar na de verandering. Daags daar aanvolgende, dus den
2 Augustus, kwam wederom een Vlinder uit deszelfs Kerker, zynde een
. p. Mannetje, in eene loopende houding afgebeeld Fig. 9. Het onderfcheid
der Kunne is niet zeer zichtbaar aan deze Vlinders, want de Sprieten der
Mannetjes, zyn maar weinig dikker dan dié der Wyfjes, meerder kan
men het noch aan het L y f der Vlinders zien , want dit is van de eerden
dunder en puntiger, daar het integendeel van de laatflen dikker en kom-
.10. per van achteren is. Fig, 10. is insgelyks naar een Wyfjes Vlinder g e tekend
, alken maar om het onderfcheid van kleur en fchikking der
Vlakken te doen zien , en men heeft ’er welken al wederom van dezen
verfchillen. Dat men dit Soort van Rupfen en Vlinders, maar eenmaal
in ’t Jaar vind, heeft men uit de Befchryving wel kunnen opmaaken.
N A C H T -V E IN D E R S ra n ’tV ,e r s t e G e ziiide-rlLF,R S T E B E N D E .