6a N A C H T - V L I N D E R S .
ons deszejfs onder Vleugels, volkomen zien, en ook te gelyk de dikte
van het L y f, 't welk aan dat der Mannetjes Vlinders, dunder i s , zynde
heteenige kenmerk, waaraan de Wyfjes , van de Mannetjes, van ditfoort
te onderfcheiden z yn , want de Sprieten o f V oel-Hoorens, zyn in byde
geflachten, eeven dun, en leveren dus geen onderfcheidend kenmerk op.
$• SDewyl
ik alle rnyne Vlinders by een zette, paarden de byde Gedachten
met elkander, waarop de Wyfjes zich van haare Eieren ontlasteden,
leggende dezelven allen enkeld, niet by Schooien , een dus enkeld ge*
Flg. ï. legd E i , hebbe indeszelfsnatuurlykegrootteafgebeeld Fig. i . daarentegen
Fig. 2. <ioor het Microscoop, met eene vry fterke vergrooting, by Flg. 2. weinige
Dagen na deze Eieren gelegd waren , kwamen de jonge Rupsjes ’er
uit voort, afgetekend Fig. 3 . Dooreen vergrootendGlas, kon men reeds
aan deze noch zeer jonge Rupsjes zien , dat dezelven ouder wordende,
met verfchillende kleuren zouden pronken, gaarne had ik dezelven ook
groot gefokt, om daardoor te kunnen waarnemen, hoe veele maaien dezelven
zouden vervellen niet alleen, maar ook o f zy by iedere Huid ver-
wisfeling, eenige verandering van kleur ah anderszints, onderhevig waren
, maar door gebrek van goed en toereikend Voeder zyn ze allen ge-
ilorven.
INA.CH.T-VLINDERS «zrzzf Tweede GezmrWEERSTE BENDE.