ken en de Eijeren van de Dag-Vlinders, doorgaands maar weinige
Dagen onuitgekomen blyven leggen; ook onthouden zich veelen op
laage Kruiden, welken kort aan den grond zyn, en waarop zeer moeia
l „k te zoeken L ; anderen wederom bevinden zich op Doornachtige
Gewasfën als by voorbeeld op Distels, Brande-Netels, Kruis-Beziën
en foortgelyke planten, wier ftekeligheid het naauwkeurig zoeken ins-
gelyks zeer bezwaarlyk maakt; dit een en ander is dus mpoglyk hier
van de oorzaak; doch me'it zal my tegenwerpen, dat er veel meer foor-
ten van Nacht- als van Dag-Vlinders z y n , en dus hier ook meerder van
kunnen gevonden worden, maar'hierop moet ik antwoorden, dat ’er
doch alhier in ons Land.nog veele Dag-Vlinders zyn, waarvan my de
Rupfen en veel minder de Eijeren nog nooit zyn ter hand gekomen,
als daar zyn de Konings Mantel Antiopa, de Citroen-'Vlinder, Rhamni,
Pieterfelie-Beestj e Cardamhie, zeer veele foorten van Paarlmoer-Vlinders
waaronder de PapMa, Niubt, enz. ook was my tot heden onbekend
de huishouding van de Distelvink, Cardui, Waar van iny echter dit
Jaar niet alleen Rupfen, maar zelfs Eijeren zyn geworden; zo als
ik ook dit Jaar Rupfen van de Gehakkelde Aurelia, C. Album, hebbe
ontfangen; maar onder alle Dag-Vlinders welke my bekend waren,
zich h?er te Lande te onthouden , was my ons tegenvyoordig Voorwerp
onbekend; het was my dus ten hoogden aangenaam hier van eene
Rups re bekomen, welke nu het onderwerp dezer Verhandeling zal
uitmaken; wanneer ik de eene o f andere tyd insgelyks Eijeren vinde,
of van den eenen of anderen Liefhebber mogt ontfangen, zal ik niet
«alaaten hier van de Afbeeldingen te geeven. :
Ons tegenwoordig Voorwerp is door den Ridder l in n e u s genaamd
Quercus, zekerlyk om dat de Rups zich met de Bladen der Eiken Boot
e n geneerd, zoo als ik ook zelve ondervonden heb, het is ook om
deze redenen dat ik dit InfcL noeme Dc Rikt Page.
S - 3-
Het was op den Juny, dat myn Zoon buiten Haarlem in den
Heut, naar Infeélen zoekende, onze tegenwoordige Rups op een Eiken
Blad vond, in dezelve gedalte, zynde de rustende, zoo' als' zy op
Tab. XLF. Fig. i . afgebeeki i s ; te huis gekomen zynde plaatften wy Zaii
haar aanftonds op een Eiken Takje, welke Bladen z y zich zeer wel *
liet ftnaaken, tot den 6 * " Juny, wanneer z y ophield met vreeten, en
gellaadig heen en weder liep, fteekende onder het loopen als ook om
te vreeten het zwarte Kopje onder het Schildje van daan, gelyk te
zien is aan de A f beelding Fig. a. doch weder rustende, trok z y ook Fig,
het Kopje bimienwaards, zoo als de eerlte Figuur aamoond.
$• 4-
Na dat myne Rups nu met’ vreeten ophield, verwachte ik , dat zy
zich met het achtereinde zoude vastmaken, en een draad over het L y f
fpinnen, dewyl ik doch zeker geloofde dat het een Dag-Vlinder Rups
was, dan ziet geen van beiden deed z y , maar fpon den 8e Juny, twee
Bladen zeer losjes op elkander en veranderde daar tusfehen beiden,.den
n e dito in een Pop, afgèbeeld Fig. 3. Fig.
§■ 5*
Ik wagte nu van Dag tot Dag de Vlinder te ziente voorfehyn komen,
en het duurde ook niet lang, want reeds den 5« July, begon het Pop.
je donkerder van kleur te worden, en drie Dagen daarna, kwam de
R r a fraai