Ongemeen in Oostemyk en Hongaryen, alwaar hun bcftemlig Vocdfel
de Sleepruim ö f Sleedoorn is , waarop ook e s p e r dezelve heeft af-
gebeeld.
5.
De jonge Rupsjes komen in de, maand Mei u it, en veranderen in het
begin van Augustus in Poppen, meestal op de Takken der hun tot
voedfel gediend hebbende Boomen; in Spinfels welke geelachtig en
veel losfer zyn dan die der beide andere foorten. Deeze Poppen zyn
ligt castanjebruin, veel kleiner dan die van den grooten, maar tevens
ook merkelyk grooter dan die van den kleinen Nacht-Paauw-Oog,
en aan het einde met een bosje korte en ftyve hairtjes o f borstels
bezet. Z y blyven den Winter -over, en reeds vroeg in het Voorjaar
komen de Vlinders te voorfchyn. Deezen zyn niet moeilyk te vangen,
wy l het Mannetje dat zeer vlug is , ook by dag rondvliegen-
de, om een zittend Wyfje ter paaring op te zoeken, men hetzelve
Hechts behoeft in het oog te houden, om te zien waar het zich
nederzet: kunnende men alsdan bijna verzekerd zyn, beide de Vlinders
dikwyls reeds gepaard, by elkander te zullen vinden. Deeze
byzonderheid heeft ook plaats by den grooten Nacht-Paauw-Oog,
en in het, algemeen by alle Vlinders, van welke de Wyfjes weinig
ö f in ’t geheel niet vliegen.
§• | .
Om nu nog iets te zeggen van de kenteekens om deeze foort van
de kleinen te onderfcheiden, zal het genoeg zyn, omtrent het Man-
T a b .X X X V .netje, Tab. XXXI '. F ig . i . afgebeeld, den Leezer naar die afbeelding
Tig. i. zelve te verwyzen, en deeze te vergelyken met die van het Mannetje van
de kleine Nacht-Paauw-Oog, in het eerfte-Deel van dit werk, Tab. X I.
te vinden. Het onderfcheid van de kleur, vooral der ondervleugels
f : . zal alsdan weldra van zelve in ’c oog vallen. Maar by het W y fje , F ig. a
ë ‘ dit verfchil naauwlyks merkbaar. Alleen de donkergryze llreek, welke
onmiddellyk langs de buitenrand aan de tip der bovenvlêugels begint,
langs die der ondervleugels doorloopt, begint by de hier befchre-
ven foort met een fmalle punt en wordt vervolgens tot aan den binnenrand
der boven vleugels langs hoe breeder; ter wyl die llreek byde kleine
foort, doorgaans in het midden het breedlte is. Dit verfchil wordt als
behendig opgegeven, ook fchynen by dit Ihfeft de Vleugels in *c algemeen
wat bleeker en doorfchynender te zyn dan b y denkleinen Nacht-Paauw-
Oog; maar o f dit behendig z y , zoude ik niet gaarne durven verzekeren,
wy l men by andere foorten van Vlinders, dikwyls van hetzelfde broed-
fel fomtyds donkerder , zomtyds ligter gekleurde Voorwerpen.aantreft.