tKi 1« gatin, linai- )ijj, gclrouw ¡mn zijnc gcwoonle, ile gcsucuvcldcn en vcimiQlitcn met zich voerde. De Maleisclic
fcam|»ns'5 Poclael, Soero, Oedjong-Livwet oa Si/aio,t aan deu zuiJcr-, co Toedlan, Kotla-Baroe, Pasiir cu
HUimngha aan don i.ooi'dcrlak dcr Sinkcl-rimcr, kwiinen na dcze ovem-innÌDg zich vrijwillig ondorwcrpcD. Tlians
is liei \ix1crliii.d«:li Bcsluui' op ecncn gcregeldcQ voci, le Sinkcl oiidei con' CoDtrolcm' mei Uvee, en le Barocs
iiisgelijks aan con' Controleup met « n ondci-gescbikt Ambientar gevestigd, In de nog wcinig bckcude B.-iUasche bovenlandeii
Ì3 vooi-ccrsl é6n Ambtcnar te Pertibic geplaaut. Mecr «n meer bcgint zicli ecne gocde verstandliouding mei de bevolking
dezer strokcn te ontwikkelcD. De geìieclulicid aait ons Gouverncmenl nceml er dagclijks loe, en hot is indcrdoad ecn
heerlijk veiwliicl, d«t ons de bescliaviug van zulke tóli'ijk bewoonde co vi-uehlbare gewesten belooft, vooral dan
u' de laliginakcnde openbai'ing
vele duizeodcn ingang mag vindcn.
Onder de nienigvukligc vooribi-en:
a het Evangelie, onder den zcgtn van Dem, die de Liefde lelve is, bij z
n Baro Il de
dea lands bckleeden hier de kamfer cn bcnzoi'n cene eerstc plnaU. Pontjanf;
markten, «'aar dezelvo door de Batla's worden aangevoei'd, cn, legen inruiling van
kastvaarluigcn naar Java en eiders vcrbaodeld. Battasclie paarden, vogelnestjes, liais,
kaneel en pepcr, beliooren mede tot de artikoleii \an uilvoer. Rijst n-ordl in de Battage
zoul, lijnwaad, ij*eiv
rotting, kassia, cene
laiulen op sawali-veldeu getceld, die, voorai
mcdegcdeelde bci'igten, ongelijk veci gi^ooler dai;
bebocfle moel eeblcp nog rijst vau bel naburigp groote eiland JViu! worden aangcbragt. Nùis, cigenlijk Tam/^JVi/M
(monschenland), maakt legeowoordig ceodeel uit van d.ezc ResideiUis, en ^vo^dtaU zoodanig door eenen oiviien GeöghcUber
te Goenmig-SiloU bestuord. Ucl U liei groolsle en voor ons belangrijkste vao de cilanden, längs de Wealkust van
Sumatra gelegen. Reeds in 1666 cn 1693 hccft de O. I. Compagnie hier Contraeten geslolen cu Posten gebaiì, die
ecblcr meormaien en laatslelijk door ons Gouvernement, io 1826, ™rcn ingetrokken. Bcroemd is dit ciland om deswlfs
fmaije en welgevormde menscbcn; doch ook tevens fackend door den slavenbaiidel, die van bicr naav de naburige kusten
wei^d geilwvcn. De mecr iiooiilelijk gelegene Poelo-Bmijah, legenover Sinkel en de Varhoit-Eilaiiden, MarsiUan,
de Batoe-Eilanden, onder de Rcsidcnlie Ayer-Bangics, mei bel grootere Sibiroc, Noorä-, Middel- en Zuid-Pora,
de Pagch-p aep, en cin<ielijk nog Poelo-Engano, bet zuidclijkstc van alle, zijn minder onderwcbt. De Pagch-Eilaiulen
woden door cenen wilden volkstam bcwoond, die in Ugebaamsbouw, taal en gebruikeii, zoo men zegt, zcer veci overeeokomst
mei de Dayakkers moeten bebben. Voor bel overigc bcstaat de bevolking bier en eldcrs uit atlammelingen van Maleyers en
Cliinezeo, tcnvijl men op de Poelo-Banjah (dat is: menigle cllanden) meest Atjiaezeu aantreft. Klapperolic in eeiie
aanzienlijke boeveelhcid, bare, roltb.g, vogelnestjes, karet en tripang, de voortbrengselen dczer eilandcn, worden als
liandcls-arlikelei. o)i de Wcstkuil ingckaeht. Yrocger «TU ccn burger van Pada>^ voor den olie-liandel lo Niako, een
der Pnelo-Bonjak, gevcstigd, ea sederi cenigen lijd zijn weder ecn Contrôleur en een civile Gesagbcbber op Poelo-
Telln (Balne-Eilandcn) gcplaaut.
boorden van liei inecr Tobnh of Aycr-Tmcar, volgens oppervlaklig
Sing/inifi, cenen rijken oogsl oplevcren. Voor de algemeene
De nu cens vlakke, dan weder bcrgaclilige slrook lands, die zieh bczuiden Aijer-lÌariji längs de Wcstkust loi
naii den Vlai/ieH M , of T-OiK/ja-ij-B/ieniAin^, uiUlrckt, woi-dt ingcnomeudoor do Residentie Benkoclm. Wanûeeiineii,
v.-in Padang onder zeil gegaan, cenige mijicn längs de lallooze oilandjes voor de JÌoeii^«-, Selanr, Braiulewijnen
Soengcj-Pisang-baaijea, liet onbcscbrijfclijk seboone gezigt bcea gcnoten van ecn vrij boog cn mei bosseben
overdekt gcbcrgtc, »aarvan liei Irotscbe toonccl slccbts met ITaauwe Irckken op Plaat L woi'dt voorgesleld, vcrtoonl
zieli de kust bezuidcn de pick vaii Mrapoera mcrkelijk lager, doordien de bergen aldaar vcrder van de kusl
vcnvijderd ^ijn, totdat bel 2700 Rijul. voeten hooge Suiherbrood de nabijbcid van de boofdplaats Bmkoelen
[Batigkahoclac) doct kennen.
Ilei zijn de EngoUcben, die zieh, in 1685, anderbalvc mij! len noorden vanhot tegenwoordigc Etablissement bebben
ncdei^zct, en zieii sederi lot meesters dezer plaaU bebben opgewoi'pen, olscboon dio aansproak voor onrcglmatig werd
gehenden, daar <le Kust, lang yó6r bunne kernst, baar bandclrogl aan de O. I. Compagnie bad afgestaaii In 1714
«•crd de eetste Europescbc «-oning der cigenlijke st-id gebouwd, cn ruim honderd jaren laler, oadat zg, voocal door
bai'CII laatitcn Engelsebcn Gouverneur, Sir SIAIÌORB RAPFLE», met opoITcring van lonnen gonds, wai vcrfraaid, en, ingevolgc
liei Londcnscbe Traklaal van 1824, aan Ncdcr!a>id werd teruggcgeven, prijktc Benkoelen met vele prächtige buizen,
hatluinon, wandcldrcvcn, het beebtc stecncn fort Marlborough », dal 72 stukken gcsebul kan voeren, ecne ncUc
Clu-istcnkcrk met klokkcutorcn en bekoorUjkc omstreken. En ccblcr bloeido Benkoehn nict; bare Ugging, ongeiond
voor de bcwoners, die er in vcrbazcndcn gelale icn grave werden gcdragcn, boogst ongunstig voor don haodcl, daar de
seliepen cr, weinig of nict door hot met paUiuizcn en woningen volbouwde cUandjc Tikoea beschul, nergens längs
de gcbcele Westkust sicehtcr reede santi-eifen, cene waarbcid, die, door sommige Scbrijvcrs in Iwijfcl gclrokkcn, eebter