chu ile Tri Ian uculge il;igeii geaiikeni bleef. Wij lagen er adi lei' liei el land Murs, of Paelo-Penjiiígnl, volkomen
vcilig, (loch, nvgeiis de gei'iiige dieple van licl wnler, wal voi' van den wal. Slcclilí schcpen, die niet meei- dan 10 of
12 voci die|>guiig iiebbea, buiincii de eigenlijke biiiiiciii'cedc bcrcikcn, ;vaar zij; in cen breed kanaa], Ti-oessangfíioiii"
geiioomd, «en seliilderaclilig gczigl op de mei boscli en liuizen bcdetle oevere geaicien De Eui'opcscbe
woiiiiigen gcluigcn hici' mecr van doclmatige iiirigting dan van xvecldci'ige bomvördcj dcrzelvcr ligging aan iiet strand
of rondoni den lieuvel, waarop liet fi-aaije en slerke fori Ki-oonprins ' j nog niel lang gelcden, wenl gelwuwd, en
van waai' inen de mede mei Poclo-PenjingaJ en andere mecr vcrw'ijOci'dc eilanden iii panorama voor zicli liet
uilgeslrekl (Plnal \LVI), is daarby aangenaaiu en afívisscleiid voor liei oog; terwijl bel oiilangs vollooide Rcsidentiehuis,
mei eene door fiaaijc kolomiiicn ondersteuiide galcrij, inderdaad een sieroad voor Jlioiiie mag gonoetpd woden.
Bigi bij bet slraiid, aaii de westzijde van Ta/idjong-Phiaiig, bcvindl lieb bel ruim en luclitig gcbou\vde hospilaal;
van daai' geleidl een digt belommcrd pad naar cene kleine vlakle, die, zonder de »lolTering, bijna een Gelderseli landscliap
»u gelijken, en waar wij vòoral cene aaiigename gewoarwording bij bet geiigl van het kleine kerkgebouw (Plaal XL VU)
onder\onden, als eeii bewys, dal ook bier bot Eiangebe wokIi verkondigd eu de Cbrislelüke Godsdiensl in het
upenbnar waai'genomen. — Du Zcndcling, die dezen bciligcn pligt vervult en icveus n'cikzaani u, oia de Cliinezen
en inlanders loi Qnistenen te bekeoren, faeefl zijne woning op bel eilandje Zoi, een groot uur roeijens van de '
lioord|ilaats, venvljdcixl. Los verloonde loi in 1829 eene voUlagene wildcrnis, docb is sederi in ccn bekoorlijk landsebap
liersobapcn en vele bekeerde Maleijers omringen er den man, die zieb san de be\ordering Uunner eeuwige belangen
beeft loegewljd. De kerk «ei-d in 1835 en 1836, onder bet bestuur van den Resident n. c, corssts de ckoot, uit
vrijwilligc bijdrtigen van Jiiauw en Balnrin gebouwci.
De Cliiiiescbe wljken lieslaan vvel dc gi-oouie uilgebreldheid der lioofdplaals. !\len merkt bij hare bewoners een
grool versebil op tussohen diegone, welke van Emoij, en ben, die van dc Kaiüonscho bovenlanden afkomstig zijii.
Zucbl naai' genin, lietzjj voortvloeijoiide uit den bandcl, beliij door landboiiw en nijverbeid \erkregen, die kennelijke
karaklertrek der Cliinezen, «oi'dt ook bier niet door hen vcilooehend; maar tenvyl die van Emoy zieh door orde,
ingelogene leefwijze en besehaafdheid doen kennen, oudersebeiden zieh de andere door niw- en lompbeld, weinige zorg
voor woning, kleedlng ea zelfs voor de reiiilieid >an bet ligchaam, verregaande zedeloosheid en iosbaiidig gedrag, als
veelal de gevolgen van hel leven in een' ongel.uwden staal. Dezc kennen sledits ¿én doel, namelijk eenraaal rijk naar
China weder le keeren; met beuelve zijn zij onvennoeid bij biuiiien avbeiii, en ondioudeii zieli van alle genoegens
of >erboicriiig van bunnen uitnendigcn toestaiid, ten eiude zoo spoedig mogelijk den bemindeu geldsclial te kiiniien
verga,leren- Beholve eene straal, die ev tamelijk wel uitzict, zijn de overige hulzen der Cliinezen, gelijk die der Maleijers
en Bocginczen, op païen aaii den waterkanl of ook wel op vlotleii (i-aket's) gefaound, Aaii de landiijde is de Cliiucscbe
teiiipel (Roema-ta-pi-kong), en die van Eimij liebbcn er eene school voor liet ondenvijs buuner kindereii. Eene twcedc
Cbinescbc kampong vindl men aaii de overzijde der binnenbaai, ineesl door ÄTa/ifoji-aiinczcn ben'uonO, Iwhooreiide
echter ook onder den Kapitcin-Chinees le Riouw. De Rocma-U-pi-kong i^ aldaar bijzonder fraai, en een gebouw
voor niclaatschen vei'dient, oni deszelfs liefdadigé strekking, opgemerkt te worden, te mecr daar betzelve nil bijzondere
bijdragen wordl In stand gclioudcn. De Maleljeis en Doeginezcn op dc lioofdptaats zijn wemig in gctalj zij bewanen
mecr bet eiland Mars, tegenwoordig ook )iel verblljf \aii den Oiiderkoniiig van Rinmc, en telkn onder zicli,
volgcns. bun zeggcn, nog eenige afslammelliigen van B.iiilsehe Vorsten, bocwel dezc adel in bunne annzalige,
oji palen gelxiuwdc wonlngen, of in bun viäscbersbedrljf, l>ezwaarl|jk valt op le merken. Poelo-Penjingal besit
eene Vorslclljke begraafplaals, cene messigil en de Iwuwvallcn van twee door inlanders geliouwde sterkleo- Fraaije
liosseben geien aaii bet geheel een seliilderachtig voorkomeii; maar bet valt te hejanmicrcn, dal de bcwoners gecnc
partij van den vrucbtbarcn bodem trckken.
Dc omstreken van Riouic bieden verscheidene aangenamc wandelingen aan. Ook gaan de ingezetenen soms
logtjes doen naar Oud-Riouw, waar men, bij eeneii lagen walerstand, bier en <laar nog de palen ziet, waarop vroeger
Imizcn slonden, zoo mede dc niine van bet door rxjui ali gelx>usvde fort, tham siedila door de over dczelve
nederbangende lakken van djabi-djabi-lworaen legen het omvallen hesebnl, of naar de mcer vcr\V(jderde eilanden in
de grooto baai van Jliomc, waarvan er sommige bewoond en andere gclieel door Woeste bosseben overdekl zijn, doch
die alle eene goede Jagt op land- en watervogels opieveren. Op ßhibrng zelf vindt men: kidang's (kleine bcrten),
cn ..IlLrfins, •IwclV wij iiirl onvonivctJ wfltsii vootbijpu..
>3n da Kiviuin-l-ailauil In 2« i. ucu,
pbcBl, ..n .... -,
Si
f I