vcitler Iifini' Taléhoc gcU^ansporlcerJ le wordcn. Ik inocl bokeniieii, dui hcl mij sU.I' loi lngdii;ri gaf, îocii It d.'ii
dmgsiool van den Kolonel hier iii deDzelfdcn loesland zag verkeeren alsdcn inyiiei. le Bagnala; drtigcre «'aveii c genocg,
doeli aile sci>rikteD tenig voor icmand v=n ccccn omv.ing, zoo als zg «ker iiog nimina' i.ndden gozien. W«l en
tiecde d« oude Radja van SacU, voor wiens woning bel Woneel pLiats voud, Uevig tcgcn hen, niaar, goliccl tegeii
de gewoontc des lande, «licen men zioh weinig om l.cm te bekrcmien. Te vergccfs dced liij de iMvoIkiiig def i.egorü,
op ccnc daarloe besleuidc groóte Iroin, bijecQioepeii; îoodra zageii iiiet de aaogcsnelde bewoiiers, dal liei «ne draaBpûrlij
gold, of ài bleven lagebende in de veille slaan kijken, of iiepen weder «cg. De woorden van dcn licer D-, aU
van ccn Nederlandseli Ambtenaar, l.adden nog den meeslcn invlocd; wij togcn derhalve voorl, en wcideii, omslrccks
10 ure des avoiids, mei fakkcllicbl door den Radja van de Moliaimoedn.wsclie negorij Toléimc aan zgue woning
onlvaiigen. Op al de plaalscD, waar wg op dil reisje doorti'okkeii, was zulb voorsf, van wegc den Gouverneur, aan
de inlandsche Hoofdcn bekend gcmaakt, waatxloor ODS niel allccu overal de noodigc huip w-erd verleeiid, inaar onze
koinrt ook .-Ogi feestcliik werd gevierd. loo .vas dil mede bel geval te ToMoe; «ij bielden er ons eelilor niot langer
op, dan om aan eencn smakclijkcn iniandseben maallijd, ons door de Radja opgetliscbt, de kracliten te vcrstcrken, en
begaven ons dadclijk op nieuwi sebeep in eene orambaal, die door den Aísistcnl-Rcsidenl van &.;x.>-oen bcr^vaarU was
gezondcn, om ons naar Haraekoe over te voercn. De gocde Radja van ToUhoc was zoo Iwzorgd voor ons, dat bij
mis unar ffarockcc vei^zclde; de zce stond zcer verbolgcn, en dai onze overiogt niel gelieei zonder gevaar waa, bleek
daaruil, dal dien zclfdcn dag eene praauw met drie Ambonezea verongelukle. Veimocid van de onaangename beweging
vergeleude, op de gcmakkelijke kussens ult, waarmcde de
len cHepeu slaap. Omsu^eeks 2 ure des nacbls baddeii ivij
or de boofdplaau, insgelijks flanekoc gebecteii, met bulp
n hct slrand slondcn, terwijl andere ons met draagsloelcn
l diwgen. Men verbeelde zieb de donkcre geziglen dezei'
der draagsloelen, Blrekten wg ons eebler, wind en golvi
orambajii ten onzen gcrieve was ingerigt, en vielen in
bchouden en wel Harockoe bereikt. Wij ontschcepten
van mecr dan bonderd eilande«, die met lUmbouwen
uil de orambaai door de bevig woedcnde brandiug
mcnscben, die in eene nog
der scbubnende golven, als . _ .
gcgil en gcsehreeuw aanbeiTeii, als -nilden zlj bel brekeu der branding daardoor onmerkbanr raakcn. llet
duistcrnis, door bel roode schijnsel bunncr fakkeb fanlastlseb vcriiebl, le mUlderi
iiuriee, gelijk zoo vole losgelatene furiën rondwoclcn, en daarbg ecu allcrvervaailijkst
toooeel der benedenwercld geleek. Di:
woning; wij wcrdcn er door den AMislent-Rcsident
:r bcleefd onlvangen,
,e regi feeslelijke aankonisl, die voor ons ce!
Ueer C., Gczaghebbcr le Uaroekne, gcleidde ons nu naar :
van Saparoca, den Ueer R., die zi.:b bernaarls liad Irtgeven om ons te ver^elkomer
youden iu onze logeeriiamers weldra de rusl terug, die op mlk eene zonderlingc wijzc waa gestoord.
Al dadelijk bg ons ontwaken, den voigenden morgen, werxlen wij verrasl door een' Irocp daiisers, die vóór bel
buis van den Heer C. een' ijakalllò verloondcn. Mul groóte vederbossen op h« iioofd, zoo bont mogelijk met yerpen
en docken veraiord, en met boutcn klenaiig-s en langwerpige met sebclpen en borcnljes bczctte sebilden gewapend,
sprongen zij, op de maat der tifa-lifa en lauboang, als bezelenen in bel rond, en bootsten bel zoogenaamde koppeiisnelicn
der Alfoeren na, waarbij zij zulkc afgrüssclijke geziglen trokken, dal men bijna zou gcloofd hebben, dal bet ernst in plaats
van spel werd. Onder bel onlbijl kwam de zwarle Scbooimeesler van Earoehoe, aan bel boofd der lieve scbooljcugd,
ons met waardigen trots bewijzen van de vonleringen zijner leerlingen aanbieden; bunne sebriften wei'den bezigtigd
en bewondei^d, tcraijl de mecstgcvorelerden een Maleiscb vers recilecixicn, betzcirde, dal, nilm twee jaren gelcden,
loen Z. K. H. Prins nsniiRis der JVederlaiulen de Mohkkcs liczoeht, op al de sebolen dezer cilanden mei inspanning
bestudeerd woi^, om den Vorsiclijken bezoeker te venveikomen. Ilei sebool-exaraen werd cindelijk met een koorgezang
van eer.' der psabnen, onder begeleidi.ig van de weUuidende toonen banner eigengemaakle bamboezen lluileo, besloien.
SleebU n-einige oogcnblikkeii werdeu gc\vgd aan de bezigliging van bel bier gelegene Ton JVicuic-Zeela>u/ia, dal,
na in 1817, tijdcns den blocdigen opstand van Uaroekoc en Saparoca, liet looneel van wonderen van dapperbeid
onzer Vaderlandsebc krijgsbelden gewecsi le zgn, in 1818 door eene.. bevigen orkaan «erd veruicld, en twee jaar ialer
0|. nieuw« berbouwd. De rcis wertl verder in draagsloelen naar do anderbalf uur van daar gelegene ncgorij Orna
voortgezet. De bevolking van IIa,-ockoe deed ons uitgelcide met een vervaarlijk gekrijseb, dat, even als bij oi«: aankomsl,
bunne vreugde en eerbled voor de reizigers mocsl le kennen geven. Ilet landsebap beoft bier zeer veci overcenkomst
met de Aroboinaschc binnenlanden; de beiçen zijn er miniler lioog, doeli ook met zware bosscben bedekl, terwijl er
kokende bromien wonien aangctrolTen, die van de vulkanisebe gesleldiicid van don grond getuigen. De kruidiiagelboom
koml er Nveinig in gci^gcUle tuinen, niaar mecr in de bosscben voor, en leven voor de bevolking, ten gelale van
6286 »cien, meercndcels aristencn en sleebls weinlge Mobammedaneii, de voorname bion van besUian.
De Radja van Orna ontving ons plegtig in zijne scbllderaeblig aan bel slrand gelegene woning. Een groole
trocp ijakaltlé-dansera, cven als te Uarockoc uilgedost, verioonden er bunne Alfoeratbe kunsien onder bel kommando van
eenen Qief, of Kapilein, die met niel weinig hoovaardigheid zlju vaandel over de bende zwlenic, In bel buis van den
Radja waren bovendien cen iwaaiftal i.jora's (dansmeUjes) vereenigd, om, op de maal der gamelang, liare ligeliamen,