NEGENDE IlOOFDSTUK.
Ten Westen vsn Cofeie», >
>oorder- tot 4* 15' Zuidcrbrt
vorrcweg hei grooute, maar K
\oonil van doszclü Westkust, i
Bornea iä siechls bij vcrbastci
rvan liei door Sb'aat-Makasser ia gescheiden, en lusscrien de parallelen vaii
e en de medianen van 108*55' en 119- icngle beooslcn Grcmuiiok, ligt Banuo,
Ii ook het minst betende eibnd van den OostMMcn Archipel. Vele inboorlingeii,
mcn liet KalimanUi, waarsehljnlijk naar eene aldaav voortomende vi'uebt, en de naani
; gcTOrmd van ßrmnie, de hoofdplaats van iiei uilgeslrekle Rijk Jirniiiüc, aan de
Noordweslkust, betwelk, ler ondcrscliciding van bei elland zelf, meestal Sarneo-pnpcr of cigenlijk-Borneo «•ordt
genoemil. Hier was lict, dal de Portngezen, in 1518, onder Lomrea sE gojiei, voor de cersle iraal de kosten van
Kniimania aandedcn, cn dat vervolgens, in 1527, vasco líbmís landde, die door den Poringesclien Landvoogd \-an
AmboUa, eeonoi meseses, werd aigeionden, om bandekbclretfcingen raet den Vorst van Sraume aan tc knoopcn;
warbij bij eebter groote liinderpalcn in bet >TCcsachtig karakter eo verraderlijk gedrag der iiibooi-lingcn ontmoctte-
Oük OLTUEK Vi» KOORT ondervond bctzelfde, toen bij, in bei laaUl van 1600, de boofdplaals Braunic be^oebt, en door
vi^edelieveiide pogingen ecn dergeUjk doel traebtte te berciken; doeb Mven jaar bter zond de Koning van Bmmiic gezanten
;iiin wuBRi:»!) v.iw om hem den vrijen liandel in zijn land aao te hieden, nadat deze, in 1604, op de Kavimalu-
EUonden was aangekomen, en van daar een sebip naar de nabijgelcgene tust van SuhkaJana (in Lei Zuklwestelgk
gedcelte van Bomeo) had gezonden, dio uiel diamnnten, ter waarde »an 100 rijksdaaldere, terugkwam Van dit
tüdslip dagleekent onzc vcsliging Bnrnm. In Iß07 werd een Kantoor der Ooslindiscbc Compagnie te Suhkadmm
cpgerigt, en twee Jaar dnai^na sloot de C^pei^koopman suitsi blojjiaestt een vcrbond met den Koning van Sambas,
w;iiirbij de liandel in diamanten, mei uitiluiting van Sjumje en Poihigal, werd bedongen, In deu aanvang leverdc
deze ves%iiis eebter niet de voordeelen op, «•elke mcn zieli daarvan bad voorgesleld, zoodat in J623 de Kantoren le
Sukkmìana en eiders weder werde« opgebeven. Wcl Ijeproerdc raen nu en dan nicuwe eontraeten te slnilen, en
zond in 1C64 ook scbepen naar Bunjcrmaaaing, aan de iulUkust, die van ilaai- pcpcr, diamanten, paarlen, eni.
aaiivueitlen; doeb de bandel met de Bomeosehe Voiileii bleef steeds aa;i groote bczwareii ondcnvorpen, en zelfs de
liiigeUeheii, wier boofdverblijf le Banjermaeswg gevesügtl was, boewcl zij sederi 1609 ook sommige plaatsen aan de
e verlalen,VVcslkusl Iwzocbicn, zagen zieb in bei bcgin der 18^° » Limiddcls bud
de luerieinende grootheid der Bantamselie Sultans liaren invloed ook tot deze ooi^den uilgostrekt. In 1
inagt lot zulk eene boogte geklommen, dal de Koning van Lmiduk g.
»mlpiEa, Sultan van Bmdam, afzond, om dcszelfs liulp in te roepcn tcgcn den naburigcn Vorat vaii ^ukhadana, die
eeiien invai in iijn Rijk bad gedaan, en alles le vuur en ¡c zwaiird veru-oeslte. Maar niet minder belangrijk «as ook
tuen reeds bel overwigt der Oostindisebe Compagnie, en de Banlamsehe SulMii, gaarnc gelioor gevciide aan de vicitaal
M- gezanten, welke hem het oppergezag over £f,ud„k oanboderi, vervocgde zieb bij den Opper-Landvüogd le Balavia,
om de verlangde hulp te kunnen verleencri. Dien ieri gevoJge vertrok de Kommandeur «OEwr noEj», in 1699, mei
iene viij aanzienlijke m.-igt van sehepcn en troepcn naar Suktndam, bragi bot len onder, en B«nl,im zag £«ufl„k
,1. W3, T.
cn Sukkm/am beide .lan zieb oiiderworiien, tuidiit, in 1778, de ovennoed zijiici' Voislcii lelf wriil Iwleugeld, en
deze Stsien bij contracl aan de Oostindisebe Com|)agnie ovci-gingeu. Omstrecb <lczcu tijd liacl de Ix^iwindc, maar
ook tevens door zijne strooperljen eii grenzcnlooze heei-sclmicbt bcruelite sn.vnip abdcl ntciulM» op het Uwiioel
gcscliicdenis van Borneo, ioon van ecnen Arabischen gelnkzocker, \v«nl hij door bet (iinatismus dcrnaaris gcilreveii,
cn er als een heilig Muzebnan vereerd. Dij vcstigdc zieh liei ccwi te Mnm¡>nttW(,, lussebcn Lnnäak en .S'<i«i4<m, ci.
ilaarna tc Banjermaadn^. waar hIj eebter te vergccfe bepi^oefde, Joor zijnen iinlocd l.ij Voi'ät en volk :!lcli tot
OpiKrbcerschoi- tc docn vcrlicllbn. Weliira vc:¿aiiiclde bij eenen giwlcii aaiihang, koos iiiet zijiic volgclingen
mocrassigc piek gronds, ruim 4 inijleii van bet zeestiand, aan den linkcrocver der P<
stiebllc er de stad Poniianak, wisl in korlcn tijd duizeiide >TcenidolinKCii
als Sultan van Poniianak uitroc|)en. Te regt bcgreep de sluwe Asncti, mcim.vs bei belang coner viiendscha|.pclijke
kleine
k-i-ivier, lot verblyC,
loUen en dccd zieh eludei ijk
aarin zoo wcl, dal zij hem mcl cene gcduehle magt In
, lei wijl Lundak bereids voor zijne bccitchzueilt liad
vcrslandbouding met de Oostindische Com[>aguie, en slaagde
de verovering van IHampnuwi
a bukken. Na zijnen dood bcsteeg zijn zoon den nieuwgevesligden
Poniianak, een reglslrceksebc arsLiinmeling van AOiiri. sioiuivs, is hij a
Voortduronde oorlogen deden de Nederlandcrs, in 1791, op nieuws huinie etabli
ci aldnar de EugeUche viagj doch sedert beeil o.
de Vorelen der Weslkust in aan/icn.
vs htiinie ctablissemcnu^n verlalen, en van 1813 toi 18!ß
p Borneo zicli niel aliccn hei-stcld, maar ook zoodanig
uilgebrcid, dat de gcbeele West-, Zuid- en Zuidoostiuslen Üians licl Nederlaudscli gezag erkennen. De nieesie Suten,
kwijnende door onderlinge; oorlogen, riepcn deszeirs oppeimagtige heseheiraing In; andere, die zieli wcdei^pannig
bcloondeii, werden door welbesluurdc ondcrbandclingcn, sleehts zelihKiam door kracht van wapciien, tot ondi-rwrping
gebrogt. Te Ponliamk, Samba, en Banjcrnuiin>ig verrezen de boof.lzolels van ons Besluur, terwijl iiier en op
andere belangrijke punten forlcn of liatterijen werden aangelegd. Staatkundige en welcnscliappolijke zciulingen van
vci-dienstelijkc Amblenaren n.aakten ons nader inel de digtst aan de kusl grenzende binnenlanden bekend; ook daar
werd de NedcrlancUehe vlag geplnnl, cn terwijl er de cersle liebislralen van Euroi>csebc besebaving Iwginnen door le
diingcil, woi'dl voor Borneo in onzc dagen als 'l waw eene nieuwe lockomst geopend.
De Nederlandsche bezltlingen op Borneo vorinen thaiis twee gi'oote Afdec Iii igen; de Residentlc IFeMusl en de
Residcntic Zuid- e<» Ooilkust. Tot de eerelc Ixibooreo de Rijkeii; Sambas, strekkendc zieh len nooixlcn uil tot aan
Tanjnng-Daloe en len oosten tot aan bet gebied van Bo7-neo-]»-nper, Seribas, Mampauwa, Lnndak, Poniianak,
Koeboe, Tayang, Sangouw, Sckadomc, Maliouw, Sinipang, Sinlang, Sólat, Sakmbmiic, jYieuic-Briuscl, of
Mato'h en voorts eene menigte kleinere biiinenlandsebe Rijken, die le zamen ecn geial van 64 landsehappen opleveren.
Onder de Residcnlit Zuiil- en Ooilkast worden geiikend: KoKa-fíingin. Pomboeang, Sanipil, de Dayaksehe
landen längs de groote cn kleine Dayak-rinieren, Banjei-massing, Taimh-Laioul, Pasner, Pcgiilan, Xoltó cn
Bai-OP, van welke de meeste, vroegcr onder de magt van den Sullan van Banjerniassiiig beboorende, door dezen aan
hcl Nedcrlandseb Gouveniemcnt zijn afgeslaan, zonder dal cvenwel oiiB gezag albicr van vecl Ijeteeken« mag genoemd
worden, daar zelfs de binnenlanden ons weinig of in het gebeel niet bekcn.i zijn. Ver landwaai ls in li^en nog cenige
provincien, die, onder den naam van de ro7-sle»la>ulen, een' hijzoiideitn eigendoni van den Sullan \ an Banjermassing
vorinen, lei-wijl de ten Hooitlen en ten nooi'doosten grenzende nitgestrektc landslr«ken, «aarvaii de kuslen nog slreliü;
op eene onvolledige wijzc zijn oiidei-zoehl, door onaniankelljkc wilde \olkslamineu worden hewoond. De Sullan der
Solo-Eilanda keul zieh bet oppcrgezag over ecn gedcelte der Nooi-doosl- en Noordkust toe, lot lieweslen den
nooi^delijksteii ullhoek van Borneo, Kaap Samiummangio, van waar vorder de gcbeele Noordweslkust onder den Vorst
van Bornco-proper beboort.
Op eene oppci-\lakle van omsu^ceks 14000 O Geogr. mijlen zijn, van gebeel Borneo, sleehts de hierho\cn gcnocnide
landen, die onder bet Ncderlandseh gezag hchoorcn, in mcerdere of mbidere male aan ons bekend. Van de eigenlijke
binnenlandcn weel men nicts meer, dan hctgeen door de inlworlUigeii aan de kuslen werd inedegedceld. Velgens ben
is d:Wr ecn hoog cn iillgesU'ckl gebergte, bedekt mcl zware, ondoordringbare wouden, waar de gi^oolslc r
mini ler uilgebrekle
I, !iel gcliergte
1, vooral In de
«het land der
Bornm, de Knpoeas, de Banjermnssing en meci- andei« baren oorsprong viiidenj terwijl n
\ruchlbare vlaklen, met groote mcrcn en lalloozc kleine slroomcn, door welke deze riviercn woixlei
omgeven of clders tussclicu deszclfs aanocnschakelingcn liggen ingeslolen- De gi-ond Is er rijk aan di
sirekeii, welke het iiaast aan de Vorslenlandcn van Banjcrmasiing grenzen, cn reecU d.
Wilden, daar de diamanten vallen," genoemd werden.
Ilel vall niet te bctwilfelcn, of de iValunr biedt ook hier denzelfden rljkdom van voorlbrcngscleii aan, waarmcdc
zij Jam, Smnalra cn de andei« Indisciic eilanden als overdekt; doch gecnc vlijllge band, die bare schalten weel le
verzamelen, geene veclzijdigc heschaving, die dezelve door kunslvermogeii vcrcdcll, viel haar tot hier loe len decl, en
sieehlä Woeste hoitlcn, Wilden In den volstcn zin des woords, in zcdelijke gcsleldhci.i hijiia grenzende aan den locslanti
van het redcloozo dier, bo.idcn er Iniii verblgf. Ofschoon de meeniiig van somnilgen, dat deze sehepselen den oveit;ang