'ÜIIAIK'lllll
Z E S D E HOOFDSTÜK.
Zou Inng ons in h« gezigt van de bergacbdge oosliust van Timer bcvondcn, wcrden wu door dezelve ccnigzins
IcgcQ de hevige buijeii en wndvlagcn der iDgcvallcn WCSI-MOCSSOD bcschul; doch naamvclijki liaddcn wij Timor's
Iiooi'dooslpujil omzcild, of zjj deden zich in al liare kracbl gevoelcn. Ilet slingercn \-an hct scliip bclclte de geschulpoortcn
dcr tusscliciiJcl(5-lj3tlorij ic opciicn, waardoor de benaauwdc sudlucht, die onze viervoctige passagiers vcroorzaaklen,
iwncdeii blecf iiangen. Verecbeidcne onzer malrozen Icdcn danrbij aan disscnlerie, en werdco door d«2e vrccsseUjke
zieklc woggcrukl, zoodal wij alle n
eikbalzend verlaogen naar bet einde van den overiogt uiuagen. Iloe n
•r dc luchl opUaarde, CQ toon mj ciQdeiijk, den Januarij, 1839, bet
hnggcwcnscbie ciland ill bet gezigt krcgen.
s de iieniel gelieel beider geworden; iiel schoone weder, dal Je
Wesl-Moosson in dc Hlolukkcs, in icgenslcllins van bel rcgcnaehügc saizoen van den gebeelen westelijkcn Indischen
Archipel lol aan Makassa-, kennjerkt, begunstigd« ons, en ondor bel gcnol van de beei'lyble natuurgeziglen, die de
Iwide steile oevers in de baai van ^méoijia aanbieden, zeildeii wij stalig naar de rccde, Door de groóle dicptc binnen
bier de scliepcn lot bijna rakelings aan bei zeelioofd voor bei fort Victoria ankeren; MIIS loopl tncn, door op le
grooten aüürnd van daar le liggcn, gcvaar, dal bot ankcr, wcgcns den steil afloopendcn bodem der zee, niel boudl,
urvvijl men naar bet midden der liaai drijvende, spoodig onpcitbaar diep water vindt, Slcebls op sommige pbatsen,
zeei' digt bij den nal cn in dc zoogoiiocmde Biimcnbaai, ruiin eene balve Duitsehe mijl diaper in, voorbij de slad
Amboina, beefl men weder anlei-gi-ond.
De onlberingen cn nioeijclykbeden der reis wei-den spocdig in dc bekoorlijke omslreken dor slad, en bij bet genoi
van allerlei veiiivikkiiigen, vei^ten; doch voor de genocgcns, die men zleb dcxirgaans van ecnc voor oni onbekcndc plials
voorstelt, «•as bet oogcnblik van onze konisi weiiiig geseiiikt. De Gouverneur der ñlolukhea, die le Amboina z^nen
zclel boudt, bevond zieb op ccnc inspcclic-reis, en de Aisislcnt-Rcsident, die anders zijne bonncurs woaraceml, was, even
als de nieesle AinboiiscJic Tamiliiin, in diepen roun- gedompcld over hel verlies zijncr naa^c bloedvera'antcn, die korl tc
vorcn door dc vreesselijk wocdcnde Arabonschc koorts waren wcggcnikl. Dc aankoiml der Franscbe oorlogskorvelteii
FAslroUibc en U¡ Zdléc, onder l>evel van den bcroemden nraonr O'TRRVTLLE, gaf cebler eenige a/lciding, die op dc
Ircnrcnde inwoiicrs van beiJzaincn invloed was. Ilel veertiendangscb vcrblijf dicr sebepcn deed de levcndigbeid le Ambon
icrugkeeren: dc ecr der Ncderlandsclie vlag loeb vorderdc, dal men dc vei'diensleluke vrccmdclbigen gul en gastviij
onlviiig, en iiiderdaad, de iiigcwtencn wcdjjverden tbiarin onder elkander. Hel beste, wal er t« krjjgen was, n-erd gaarne
ten olTer gebragl; diners, bals en parlijen, uitslapjes in de omslreken, wiascldcn elkander jondei' opiiouden af; ja zelfs zag
men, bij scmmige dezcr feesicn, bet portrcl van den Kajiilein ler Zee, BUHOST D'onvnts, mel lauwerkranscn omgeven, aan
den wand prijken, en de bronzen medaillcs, die ami enkele inwoners van AmOoina, door de Frnnschc Naluuronderzockere,
ler Iierinncrliig dezer wetenrebappclijkc cxpeditie werden uilgereikt, mogeii ten bcwjjze sirckken, dal men met de
onlvangst der ¡S'edcrUndci-s dilmaal levroden was. Den 20i™ Februarij vertrokken de Aslj-o/alie cn de ZMe naar
Bundu, »aar wij zc met de Trilon »ederzsgcn, die acbt dagen vroeger derwaain was gezcild. Rij onze terugkonut
zullen wij gelegenbeid viiiden, lets mecr over Amboina le zeggeii, en laltn dus mi een cn ander ovei- de Bnnda-
E i landen voigen.
i
I ' ; I
I • I