il
¿uiuloti uiünakcii \aii den mciiscli
lion lungälen vnn bcicliaving
— 60 —
1 orang-oelaii, onguiijiiij mag licelcn, zoo is bel ctlilci' waar, dal zij op
g«plaatst worden; ja zclfs l>c\vc«rt men, dat ùj gclijk apcu in de Ixiomeii
liiiisvoâtoii, aleelili van sard- en bcomviucliteii leven, lie dieren, die zij beoMgligen, zonder ecnigc tocberelding vcraUndeii,
on eindelijk, dat limine Inal slceliU ult ongercgeldc klauken en geluideu bestaat, «•aardoor zij hunne gcwaarwoniingeii
op cene gcbrekkige «ijzc uitdrukkcn. iUl eeuige inecrdcre zekcrbeid is het bckend, dat de Parci's, ecn wilde volkitam,
die zicli in de zuiilelijke binnenlunden van Bornea opiioudt, cenig dcnkbeeld van onderling verkeer bezilten, en zclb
mol liunne D.ijabelie naburen eeue soort van ruilhandcl drijven, onge«er zoo als de Pasocmali's op S<anati-a. Zij
leggoii nainclijk ynieblen of andere voorüjrengscfen uít bet Rijk der NatuiU', die zij wensebcn te rujien legen voorwcrpen,
welke i)ij iien rceds tot eene behoeAe ?)Jn gcxvorden, op de grenzen van ecn bosch of aan den oevcr eener riviep
ncder, waai^iia zij zieb verwijderen; de Dapkkeis komen deze arlikelen wegbalen, leggcn betgccn xg daarveor bepaicn
In de piaata cn verlrckken op hunnc bcurl, zoodat de cerstgemelde bij de tenigkomst den koop geslolen vindcn, zonder met
de »ndct« in aani^akiug te zlju gewewt, die uil cenen natuurlijken afkeer daartoe ook geene verdere pogingen aaiiwnden.
Even weinig wcel inen van de binnenlanden der Noord- en ¡Voordw-eetkusten. De tegenwoordige Kaarten plaatsen
bler, in navoiging der oudo, de zoogenaanjde KrMbcrgen; iilnmier eebler scbijncn deze door Eiuopeanen onderzoebt tc
zljn, en derzelvcr liooge toppcn worilen slecbts door de zeevarendcn op grooleii alstand gezien. Längs de Noordwcstkust
strekt zieh eene andere bergketcn ult onder den naam van bet VvlhnnUche Gebcrgle, wanrschijnlijk naar dcszeirs
Yulkaiilscbe gesleldhcld, een \ei'scliijnsel, dal bij de bei^n van hcl mecp bekcnde gcdecitc van ßo?-neo, voor zoovcr
wlj weten, nog niel werd waaiscnonicn. De kuit zclve vormt verseheidene groote inliammen; in dezelve onllaslen
zieh breede rivleren, ann wicr boorden nien Bnjaksche ilorpen aantreft, terwijl de hoordplaatsen, waaronder ook Braimic
(Bor'ieo), aan derzelvcr mondingen zijn gelegen. Velgens vcrlialen van Zeereizigers, welke door toevalllge oorzaken
deze kust aande<len, zoudcn op sommige plaatien bcnoordcn Brauaie nog overblgfeclen van eene voornjalige Porlugesehe
vcstigiiig besüian; trouwens bet is bckeud, dat de Portugezen en Spanjaardcn van liuiine eersle komst in OostiiuiU
tot op bet eiude der l/J» ecuw de Pioordwcstkust van Bm-ntM om den peperiiandel bcbben bevarcn, Ti^woordig
is de handel van Borneo-proper met Europeauen bljna gebeel tc niet gegaan, en alicen Oiincsehe jonken of vaaHulgen
van Siam, Biomo, Siitgapore en de Solo-Eilanden komen hier vogeinesljes, was, ecn »einig peper en kamfer balen.
De Dayakkcre van Borneo-pi-opcr bebben zieh door liunue moorddadige slrooptogten längs de Weslkuet eene
biocdige vemiaardbeid verworven. Even als bij de woesle Alfoeren van den JlfoluhcAen Archipel, is onder ben bij het
tneest in aanzien, die de meeslc mensohenhoorden beeil aigeslagen, en hij volvoerl den moord op dezclfde verradcrbjke
wijzc, Zeldeu gaan de Daj-akkers ieder a(zondcr!ljk, maar gewoonlijk in menigle uit, om koppen te snellen, opdat de
lafhartlgen voorjl geen' grooten tegcnstand bij bunne ongelukkige slagtoffers zuUen onlmoeten. Mecstal hebben
deze bloedigc ondcrncraingen. In de landtaal ngajau gcnoemd, plaals na het Inzamelcn van den rijsloogst. Dan begeven
de mannen zieh met cen blaasrocr (socmpietan), T\aaruit kleine vergiftigde pijlen worden geschoten, ecn langwerpig
houten sehild, baraboezen pick en breede klovang gewapend, ten geUlc van 40 toi 120, in bunne bnge, smalle
praauwen, die van planken met rouiiigen zljn Ineengevoegd of Uever gebonden, en, door schcpriemen bewogen, met
ongclocfeiyke snellicid het water doorklleven. Z,clden «-agen zlj äch ver in zee, maar blljven steeds digt onder de
kust, waar zij, op cene geringe dicpte, bulten bereife zijn van het gesebul der op heu kruiscnde oorlogsbodems, cn
tevcns achter icderen met bosch begroelden uitboek de« lands eene sehullpIaaW vlnden. Is het bun echter onmogeiljk, op
deze wjjze hunuen vervolgcrs te ontkomen, dan snljdcn zlj de rotllngcn bunner praauwen los cn weten zwemmcnde
mcl de planken den oever le bereikcn.
Dl! plaats, door deze bloeddorstlgen tot bei looneel bunner gruwelcn bcstcmd, Ii gewoonljjk eene afgclcgcnc
kampong, van eigene verdediging of bulp van naburen ontblool. Verradcrlijk worden de wcerlooze bewonera overvallcn,
grijsaards, vrouwen noeli kindcren gespaard; alles valt onder de biocdige kicwaiig der Dayakkers, cn zelfs de vlugtendc
ontkomen aan den algcmeeiicn moord nIet, daar de veiglfligde pijlen ben achtcrbalen, pijlen, die, op 50 passen afslands
a%eblajen, zeldcn hun doel missen. Ook gebeurî liel, dat de WTcede monsters over dag, längs omwegen, door de
bosseben, zulk eene kampong naderen, en dezelve dan 's nachts In brand steken, om daardoor tc zckerder bun docl
le bcrciken. Bcvroesd voor eene geregte wraak, bangen zlj liaaslig de lioofden der vermoorden over hunne seboudera,
nemcn daarmede naar Imune praauwen de vlugt, eii begeven zicb riaar een van de talloozc onbcwoonde cllandcn
längs de kust, die bun zoovele mocljelijk le onulckken scbiülboelen ojjlevcrcn; cn wanneer eindclijk de builgemaakte
koppen aldaar in de zon, of boven vuur, op bamboczen laticn zijn gedroogd, kceren zij naar hunnc woonplaals lerug,
waar de vrouwen ben als hcidcn met lielliozlngcn overladcn, Icrwijl, hg den peststank van de in de woiiingen opgebangen
scbedels, een geruime lijd in Woeste ongcbondene vn
jdcbcdrijven xvoi'dt doorgcbragl. Gelukkig lielioort hcl onder
de zcldzaambcden, <lat dergclljke moordtooneelcn op G
plaats vindcn; de Nederlandselic zceoorlogsvaartuig
en landmagl boudt sieeds een wnkcnd oog,
1» meeslal voldocnde.
om de koppensueller« van Borneo-proper v;
- Ol -
De Daj-akkciï zijn svaaiichljnlijk de oorspronkelijke ofoudste bewonei-s vun (Iii uilgcstrekte cilaiid. De eene volksiam
veisebilt onder heu wel mcer of min van den anderen, gelijk, l>. v,, de Dayakkcrs van Bortco^roptr zicb als li jíonder
wrced, die aan de Oostkust zieh mcer door o.J>oscbaafdhcid keuraerken; doch In de boofdpimten van levenswij»,
gewoontcn en zcdelljkcn locsland, komen zlj doorgaans overeen. Zg bebben eene eigene taal, die echter, volgens de
opgaven vau ondcrzoekendc Reizigers, bchalve door verscl.il van tongval,
ondcrschcidcii is; een eigen selirlft
beeil men nog nIet bij ben ontdekt. Over het algemeen grool en sterk
gebeel naakt; aleehu de sehaamdcelcn ign door ecn smal vicrkant lapjO;
ziet men gelattouCcrd, lenvijl koperen ringen cu
gcsnelde koppen, hals, armen, bcupon en bccncn
ligebaamslwuw, gaan de mannen bijkans
eenen gowlcl afliangende, bcdckl. Vcle
zecborenljes, cn bg de jongelmgen van de Umden der
)e vrouwen drogen donkerkleurigc katocnen sai^ngs cn
klce^jes, die met salindang's (eene lange stpook katoen), rondom het llgehanm, bovcn de borsten wonlcn licvestlgd;
andere drngcn sleebts cen stuk llju\^•aad, dal van de beupen toi aan de knien reikt, en voor hcl overige eene nicnigic liaison
annringen. Ilct gitzivarte hoofdbaar Is door cen mutsje van gcvloebten rotling beilekl. Do mannen dragcn ceneii
boofddock, en beljbcn bet haar nu ecns korl afgesnedcn, dan weder lang en losbangend op den rüg golvcnd. Uij iHilde
geslachten zict men eindclijk nog ce» bijzonder vcrsiersol, beslaandc in een opgerold stuk boornblad, soms met goud
bclegd, dat bij wljze van ringen door de ooren wordl gestoken. Do Dajakkers bc«onen langxxcrpige honten l.ujzen,
op palen ecnigzins vcrbeveu boven den grond gcl«uwd, en met boomscbors, of gedroogdc alang^bng, gcdckl; Ieder
derzeive wordt door 10 tot 20 buisgczümen in afgcschcklen gedceltcn (lawang-s) bewoond, icnvijl eene vooigalcrij aan
alle gemecr. is. Matjes van gcspleten rolting, om op le zittcn of te siapen, cenige schotcls cn kommen van grof
Cbineesch aardcwerk. groote polten (Mmpajang-s) en meialcn gong's, aan welke l«ide laaUte zij bijzoudcre waarde
bcchtcn, vormen bel ecnige buisraad, Icnvijl een aantal mcnschenschedcis, soms lot 200 en mccr, bet grootsle sicraad
van galerlj cn binnenvcrtrekken uilmaakl. Eene kotta, of dorp, bestaat slecbts ult drie of weiulg mcer zulke bulzen,
gewoonlijk aan den oever ecner rivier, maar ook wel middcn in bet Woeste bosch gebouwd, «-aar ecn moems, of
slilslaande poel, bel eenigc drinkwater oplcverl. Hier cn daar zljn benteng's aangelegd van eene dubbclc Ijzerhoulen
palUsadering, welker tusselienruirate met aai^de en boomlakkcn is opgevuld; aan de blnucnzijde heca men eene rondgaande
galerlj, waaronder, ingeval van oorlog, vxouwcn en kindcren de wijk nemcn. terwijl de vedcdlgers zicb op hei bovenplat
bevmden.
Even Ijeperkt als in zijne overige levcmbebocnen, is de Dajalicrook welnig kicseh omirent zijn dagelijkscb voc<lscl.
Een gebrekkige landbouw versehaft licm maïs en rijst, waarvoor bü icdcr jaar een nieuw sink grond bcarbcidl, zonder ecblcr
hcuelve door walerlcidingen, zoo als de sawab's op Java, te bcvoehtigen cn vruclilbaar le maken. In de bosseben
vindl bij vclerlci soorlcn van vrncbten en wild; varkensviecscb Is zijn gcbefkoosd geregl; maar bij gebrck daara.in,
verellndthlj, om bel even, apen, slangen en al wat bij sleebts op de jagt kau bemagligen. Uel pruimen van labak cn
sirie is sterk bij ben In zwaug, terwijl bij feeslelijke gelcgenbedcn Ijoc, eene soort van siecblen arak, en gogisle painnvijn
wordt gedronkcn. Sommlgcn verbalen, dal in de binncnbndcn bot eleu van mcnscbenvleeseb van ovcrwonncn vgandcn
gebruikelijk zou zijn; doch soorlgclgke berlgten bchooren onder de vele, die ecrsl later, als hcl den Europcancn gelukt,
verder loi de veitorgenhcden van Bonieo door te dringen, zullen opgcbeldei'd worden. In die geweslen, waar de
Dayakkcrs nog in eencn slaat van onalbankelljkheid verkeercn, zonder dat de luvioed (icr vrccm.lclingcn liuimo wijzc
van besluur licefl kunnen vcrbeleren, oefoncn de Vorslen nog een gehccl willckcurig gezag ult, cn volgen gecnc andere
wet dan het regl van den slerbtcn of aloude maatscbappebjke gcbruiken. Ieder dorp beeil cen afzondcrlgk lIoor(i;ditis
mccslal de oudstc pcrsoon, Sama of Samba gcnoemd, die door cen' iwceden (Pangara) wordl bijgcslaan. Deze mndplcgen,
wannecr <le bevolking liet ecn of ander wil ondernemen, bet Uulten van den vogcl goera en mccr zulke voorieekcns,
waaraan slecds ecn onbepaald geloof wordt gehechl. Boinaldolljk daartoe opgelcide zangercsscn hcQèn bij dczc gclegenlicden
ecn vervaarlijk gelier aan, en weten, onder hctslaan op de gong's cn hei uitroepen van de l.eldendadcn (het koppcnsncllcn)
der voorvadcren, de gcmocdercu zoodanig op le winden, dal de Dayakker blmdelmgs, zclfs legen de overtulglng zijoor
rede, bel voorgenonien plan volvoerl of daarvan a&icl. Vcle audcre gowoonten zljn gebeel mel liunne Woeste en wrecde
goaardlicld overcenkomslig. Wannecr, b. v., bij de geboorlo vau ecn kind de Samba onbell over liolzelvo voorspell,
wo«ll het onscbuldig wicht, als hcl van bei vPou»-elljk gcslacbl U, gedood, en slcchts de jongcns laal men in hellevon;
!t overlge genielcn de v r veel vrljhel.l. De jongeliug koopl zljne bruid v onoudew icgcn
belallng vau Jnigc Umpayang's; wil hij zleli cchter door het mcisje zijuer kcuzo doen bcminncn, dan moel ccn aantal
vcrraderlijk en lafbarlig gesncidc mcnsebcnboorden bet bcwijs van zijneu moed oplevercn, cn bij, wiens woning met
de mcesle schedeU prijkt, hccft allcr vrouweu barlcn voor zleh gewonncn. Eene andere inslelling, djaum gebeclcn,
beslaat in bel oDcrcn van Iwco mcnschen, wanneer, na eenig belangrijk gesehil, tusschen iwec nahurigc kampong's de
vrcde is gcsloten, waaraan ieder dcr bcidc partijcn moet voldoen. Ook bij slerfgcvallen van aanzicnlljken worden
menscbcnofTci-s icr eere van den overlcdenc geCiscbi. Zoo laten zlch bij sommige siammon, dio hunne doodcn verbmuden,
en dcrzelver ascb. in ponen voor de buizen gcpbaUl, l>ewaren, de slaven en slavinnen des ovcrlcdcnen vrijwilllg, ondci-
10